DE STEM DER REDE. BRUSSELMANS’ PEN BLIJFT EEN van de meest bevrijdende uit de Nederlandstalige literatuur.

HERMAN BRUSSELMANS

PROMETHEUS, 336 BLZ., a 18

Het spook van Toetegaai

In Het spook van Toetegaai doet Brusselmans de meest vreemde zaken. Hij drinkt veel whisky’s en rijdt in een Lada Samara. De kans om zijn leuter tegen de flamoes van een ferme brunette te drukken doet zich opnieuw regelmatig voor, maar gaat naar goeie gewoonte niet over in de daad. Het lijkt er zelfs op dat Brusselmans deze keer nog duidelijker voor zuivere fictie heeft gekozen, of zien we dat verkeerd? ‘Wat werkelijk is en wat verzonnen, tussen die twee moet ik het onderscheid behouden, maar tegelijkertijd moet ik ze vermengen tot een brei die te verteren valt.’ In elk geval heeft Brusselmans altijd al een goede neus gehad voor wat op een bepaald moment bon ton was, om daar vervolgens op in te hakken. Zowel thematisch als stilistisch blijven zijn romans tot nader order de meest bevrijdende van de moderne Vlaamse literatuur (Gerrit Komrij vervult die rol aan Nederlandse zijde, zij het vanuit zijn villa in Sintra, Portugal). En hoewel het palet van Brusselmans in vorige romans zoals Ik ben rijk en beroemd en ik heb nekpijn wel iets breder was, en de baarlijke nonsens iets beter gedoseerd en gevarieerd, bevestigt ook deze laatste roman dat Brusselmans, wat bevrijdende werking betreft, de lat legt waar nog geen ander schrijver over sprong.

Opvallend: terwijl de jongere Brusselmans een bijtende afkeer vertoonde voor de dictatuur van het politiek correcte denken, is hij in zijn laatste romans steeds – ja, we durven het te zeggen – toleranter geworden. Hij blijft keihard voor domheid, lelijkheid, opschepperij, rigiditeit van denken, liefdeloosheid en blinde verbittering. Tegelijk lijkt hij ook in te zien dat het concept ‘politiek correct’ vandaag eerder een fictie is die politiek rechtsen hebben uitgevonden om te kunnen kankeren op politiek linksen, terwijl steeds minder mensen aan de linkerzijde per definitie politiek correct zijn. Het concept heeft dus zijn tijd gehad, en Brusselmans’ toon weerspiegelt die idee perfect. De woede maakt meer en meer plaats voor weemoed en tristesse, zoals de droefheid om zijn overleden huisdier of de eenzaamheid die hij ervaart wanneer zijn vrouw op reis is. Wel nog steeds een constante in zijn werk, is dat hoe metafysischer je overtuigingen zijn, hoe groter de kans dat je een doelwit wordt van zijn toorn. De typische Brusselmans-strategie is nog steeds scherpe onverschilligheid tegenover zowel betweterige religieuzen als atheïsten: ‘Ik ben een agnost. Veel weten doe ik derhalve niet.’ Vlaams Belang-kiezers worden efficiënt gereduceerd tot kankerende ‘jeanetten’ die in een schraal appartementje samenhokken. Op die manier blijft Brusselmans de stem der rede.

Hans Comijn

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content