Zeg niet dat Ali een docudrama of een biopic is, of Michael Mann krijgt het op zijn heupen. ‘Voor mij had deze film alleen maar zin als we konden doordringen tot wat er zich afspeelt in de geest van Ali.’

Michael Mann: We tonen de echte Ali, ook de Ali die het publiek nooit te zien kreeg. We tonen hem op zijn best, als hij de Amerikaanse overheid uitdaagt door zijn legeroproeping te weigeren, wat hem drie en een half jaar van zijn carrière kost – zijn beste jaren als atleet. We tonen ook de keerzijde: hoe hij zijn zwarte opponenten beledigt en zijn vrouw bedriegt. Je ziet geen tien jaar uit het leven van een mythe of een ideaal, maar uit het leven van een man. Maar dan wel een van de meest uitzonderlijke mensen die hier ooit hebben rondgelopen.

Wat bewondert u het meest in de figuur van Muhammad Ali?

Mann: Dat hij precies weet wat hij doet en hij consequent zijn overtuiging volgt. Hij weigerde om als dienstplichtig soldaat naar Vietnam te gaan, omdat die oorlog niet de zijne was. Zijn redenering luidde: ‘The Vietcong never called me nigger.’ Waarom zou hij tegen ze gaan vechten? Hij denkt na voor hij die zware beslissing neemt, maar eens zijn besluit genomen, gaat hij door tot het einde.

Het moet niet makkelijk geweest zijn om zijn leven in een film van twee uur veertig te persen?

Mann: De kunst bestaat erin uit de feiten die zaken te halen die meehelpen het verhaal te vertellen dat ik wil vertellen. Je zou uit diezelfde tien jaar een totaal andere film kunnen putten. Meer of minder boeiend, dat laat ik in het midden. Wat mij interesseerde, was hoe Cassius Clay veranderde in de Muhammad Ali die we nu kennen. Hij had die naam al veel vroeger aangenomen, maar is pas zichzelf ontstegen bij zijn legendarische Rumble-in-the-Junglegevecht tegen George Foreman in Zaïre. Toen bleek pas zijn innige band met het globale bewustzijn van de zwarte massa. Omdat Ali als geen ander heeft getoond hoe je als zwarte je leven richting kunt geven. Mensen kijken naar hem op omdat hij iets verpersoonlijkt. Hij is een inspiratiebron en een symbool. Hij was zich voor het eerst bewust van die rol in 1964-65 en kwam in botsing met elk historisch conflict van de sixties, een beslissende periode in de Amerikaanse geschiedenis, die mijn generatie heeft gevormd en diep geraakt.

Welke episodes uit Ali’s leven of achtergronden hebt u met pijn in het hart moeten elimineren?

Mann: Voor mij is drama conflict. Als ik een scène schrijf en er klopt iets niet, of ik begin te twijfelen, dan stel ik altijd de vraag: waar is het conflict? Heb ik dit opgelost, dan zit de scène meestal goed.

Het komt erop neer die feiten en gebeurtenissen samen te ballen die een dynamisch en krachtig geheel vormen, zonder daarbij de symfonische beweging door de tijd te verstoren. Daarvoor ben je genoodzaakt om fascinerende zaken op te offeren. De moord op Patrice Lumumba, de coup van Mobutu, de burgeroorlog in Katanga…: ik vond dat allemaal zeer fascinerend, maar het dreef ons wel weg van de kern van de zaak. Wees gerust: ik zal het allemaal inlassen in de dvd-versie!

Wat was uw uitgangspunt bij het in beeld zetten van de boksscènes?

Mann: Ik kwam vrij snel tot de conclusie dat het niet echt moet lijken, maar echt moet zijn. Ik wilde geen acteurs, maar atleten. Ik streefde naar ultrarealisme. Hoe leg je dat aan boord? Door van Will Smith een bokser te maken. Boksers delen klappen uit en incasseren klappen. De mensen met wie ik Will omring, zijn geen derderangsboksers. Michael Bentt die Sonny Liston speelt, was een gewezen WBO-wereldkampioen. James Toney die Joe Frazier speelt, is een kampioen lichtgewichten. Het zijn allemaal topatleten. Het is niet ongewoon dat atleten tijdens een match zeventig keer geraakt worden. Ze hebben geleerd meppen te ontvangen sinds hun twaalfde.

U gebruikt een interessante techniek: de camera lijkt wel het oog van de bokser, maar toch wordt er niet echt vanuit het standpunt van de bokser gefilmd?

Mann: Ik wilde de boksers zo dicht mogelijk op de huid zitten. We hebben geëxperimenteerd met point-of-view-shots. We monteerden camera’s op bokshandschoenen, op hoofden, aan polsen, maar het resultaat zag er onnozel uit. Uiteindelijk hebben we met kleine cameraatjes gewerkt. Ik bediende vaak zelf zo’n camera en deelde in de klappen. Om het tempo op te drijven, zijn de boksscènes flink ingekort: meestal duurt een ronde van drie minuten maar anderhalve minuut in de film.

Heeft Muhammad Ali daadwerkelijk meegewerkt aan de film?

Mann: Niet officieel, maar hij heeft de productie opgevolgd en hij heeft ongeveer een uur van de film gezien. Hij hing vaak rond op de set. Hij is helemaal niet intimiderend omdat hij altijd rechtuit zegt wat hij denkt. Je weet met wie je te doen hebt. Voor hem was het een emotionele ervaring om zoveel gebeurtenissen uit zijn leven perfect gereconstrueerd te zien. De gym in Miami waar hij van 1961 tot eind jaren zeventig trainde, was midden jaren tachtig afgebroken, maar hebben we angstvallig trouw nagebouwd. Het is een perfecte kopie omdat we tijdens de research een half uurtje videotape vonden van de echte locatie. Hetzelfde voor de wit-rode bus waar Ali zo op gesteld was en die het in de jaren zestig ergens op de weg begaf. Toen Ali onze gym binnenwandelde, kwam alles weer tot leven voor hem. Heden en verleden liepen door elkaar.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content