ERIK VAN LOOY CINEMA

‘Ik drink geen alcohol. Dus moet ik op een andere manier aan mijn trekken komen. Cinema blijf het allermooiste (als de lichten uitgaan en de gordijnen open – enfin, vroeger gingen die dingen nog open – word ik een sereen mens), maar mijn eigen filmcollectie is een goede tweede. Zeker sinds ik mij zo’n homecinema-installatie heb aangeschaft. Het blijft telkens weer een magisch moment, ook als de kinderen slapen en ik het geluid niet helemaal kan opendraaien.’

Tussen mijn gezin en mijn drukke job in vind ik toch nog tijd om 250 films per jaar te bekijken. Toen ik student was, waren dat er 600. Sommige films ging ik vijf keer na elkaar bekijken in de bioscoop. Wanneer ik dat deed, is mij een raadsel, want vergis je niet: ik was ook nog eens een blokbeest.’

‘Mijn eigen collectie is niet extreem. Er zijn mensen die thuis 10.000 films hebben, ik blijf voorlopig steken op 3500, waarvan nog maar 600 dvd’s. Alleen de beste twintig films van het jaar komen er nog in en dat wordt elk jaar gemakkelijker, aangezien de kwaliteit serieus afgenomen is. Toegegeven, nu sommige winkelketens vanalles in de rekken leggen tegen dumpingprijzen en uitpakken met speciale acties, laat ik mij wel eens gaan. Dan koop ik films die ik nog niet gezien heb en waarbij ik mijn twijfels heb. Met de bekende gevolgen: dvd’s die nog in hun plastic hoesje zitten te wachten op een eerste screening en films waarvan ik meteen wist dat ik ze nooit meer zou bekijken.’

‘Gelukkig zijn er ook de vaste waarden. Jaws heb ik het meest gezien, waarschijnlijk omdat die me heeft doen besluiten íets in de filmwereld te gaan doen – zelfs met tweederangsacteur zou ik toen genoegen genomen hebben. Apocalypse Now en Fandango vervolledigen het podium. Ze passeren elk jaar alle drie minstens een keer de revue. Het is ook niet zoals vele anderen mijn droom om op mijn 80e te gaan luilekkeren op een eiland. Ik háát zand. Veel liever zou ik een hele dag in de cinema gaan zitten en de ene lievelingsfilm na de andere bekijken. Het mag een volle zaal zijn, inclusief popcorn en krakende chipszakjes. Cinema is niet voor niets ontstaan als een kermisattractie.’

‘Thuis scènes apart bekijken doe ik enkel om professionele redenen. Als ik bijvoorbeeld een actiescène in een garage nodig heb in mijn scenario, ga ik nog eens kijken hoe andere regisseurs dat gedaan hebben. Met plagiaat heeft dat niets te maken. Elke regisseur doet dat, ook de groten zoals Quentin Tarantino of Martin Scorsese. Om er maar een te noemen: de legendarische scène uit Reservoir Dogs waarbij drie gangsters tegenover elkaar staan en elkaar vervolgens afknallen, heeft Tarantino uit de Hongkong-film City on Fire gehaald. Daar is niets mis mee. Iedereen wordt beïnvloed door iedereen. Ik dus ook.

‘Daarbuiten bekijk ik de films het liefst in hun geheel. Voor mij geen nachtelijk scène-zappen op zotte privé-feestjes waar alle aanwezigen een voor een lyrisch worden over een bepaalde passage en die dan onmiddellijk aan de anderen wil tonen. Dat ‘educatieve’ heb ik anders wel in mij. Iemand die een film komt lenen uit mijn collectie, vertrekt nogal vaak met een volle plastic tas. Je wil de anderen laten zien wat je zelf zo fantastisch vindt. Ik schat dat er altijd iets meer dan honderd van mijn films bij vrienden en kennissen liggen. Handig, want nadat ik mijn kantoorruimte en mijn kelder al heb volgestouwd, zal ik de nieuwe dvd’s straks in mijn tuin moeten planten. Bijkomend voordeel van een ruime filmcollectie is dat je veel vrienden maakt. Een beetje hetzelfde als het jongetje in de straat met een zwembad waar iedereen naartoe trekt. Alleen heeft die in de winter niet zoveel vrienden als ik.’

‘Het mag een volle zaal zijn, inclusief popcorn en krakende chipszakjes. Cinema is niet voor niets ontstaan als een kermisattractie.’Filmregisseur Erik Van Looy presenteert momenteel ‘De Pappenheimers’ op één.

Hannes Cattebeke

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content