de Britse steracteur Jude Law pakt komende maand uit met zes nieuwe films tegelijk. ‘Het is zoals in Londen wachten op de bus: je staat een uur lang te foeteren, en dan komen er plots vier tegelijk aangereden.’ Door Earl Dittman

Quizvraag: som zes films op met Jude Law. Geen idee? Volgende vraag dan maar: noem vier vrouwen die ooit aan de Britse acteur zijn gekoppeld. Ach, dat is een makkie, niet!? Te weten (onder anderen): de actrice en mode-ontwerpster Sadie Frost, bijgenaamd Sexy Sadie, zijn ondertussen ex-vrouw. Vervolgens: Nicole Kidman, met wie hij tijdens de opnames van Cold Mountain even tussen de lakens zou zijn gedoken – vermoedelijk ook de reden voor zijn echtscheiding. Ten derde: de 22-jarige actrice Sienna Miller die met hem de set en het bed deelde tijdens de opnames van Alfie. En ten vierde: Natalie Portman, zijn tegenspeelster in de film Closer – alweer een slippertje, maar tot nader bericht is zijn relatie met Miller er niet onder bezweken. Anders gezegd: Jude Law is een womanizer, en het eerste interview waarin zijn onweerstaanbare charme en uiterlijk (met ondefinieerbaar gekleurde ogen als hoogtepunt) niet worden vermeld, moet trouwens nog geschreven worden.

Tijd voor de slotvraag dan, en gaat u vooral even zitten voor u ze leest: in welke zes films is Jude Law de komende maanden te bewonderen? Jawel: zes! Ten eerste spreekt hij de stem in van de geheimzinnige Lemony Snicket in het fantastische, op kinderboeken gebaseerde Lemony Snicket’s A Series of Unfortunate Events. In de remake van de klassieker Alfie geeft hij een moderne interpretatie van de iconische serieverleider die Michael Caine in 1966 onsterfelijk maakte, en in I Heart Huckabees kruipt hij in de huid van de charmante slechterik . In Mike Nichols’ loodzware relatiebespiegeling Closer (naar het toneelstuk van Patrick Barber) ligt Julia Roberts (even) aan zijn voeten, in het revolutionaire, volledig tegen een blue-screen achtergrond opgenomen Sky Captain and the World of Tomorrow is hij het titelpersonage. En ten slotte verschijnt hij heel kort als Errol Flynn in The Aviator, Martin Scorsese’s biopic van regisseur en piloot Howard Hughes.

Is het toeval dat je ongeveer met zes films tegelijk uitpakt, of moet ik er een of andere marketingstunt achter zoeken?

Jude Law: Het is niets dan toeval! Het is zoals in Londen wachten op de bus: je staat een uur lang te foeteren omdat ie maar niet komt, en dan komen er plots vier tegelijk aangereden. Hetzelfde gebeurde met deze films. Ik kreeg ineens een boel leuke rollen aangeboden in verschillende genres en met uiteenlopende regisseurs. Ik wou ze allemaal, en dat kon: het kwam er alleen op aan mijn agenda goed bij te houden. En ik had het niet eens zo druk als je wel zou denken: de opnames van alle zes de films lagen over twee jaar gespreid.

Vrees je geen overkill?

Law:Tja, ik had er geen greep op, toen niet, nu ook niet. Voor geen enkele film was een releasedatum voorzien. Integendeel, drie of vier ervan zijn low-bugetproducties: dan heb je wel andere zorgen aan je kop dan een releasedatum. Ik kan alleen maar hopen dat de filmfans zich niet laten afschrikken door dit zogezegde Jude Law-bombardement. Think positif: ze kunnen alleen maar genieten van de variatie in het aanbod!

‘Sky Captain and the World of Tomorrow’ is de meest hapklare brok in het rijtje van zes. Het is een a-typische actiefilm.

Law: Dat trok me er ook zo in aan – dat, en het feit dat ik de coole onverstoorbare piloot Joe ‘Sky Captain’ Sullivan mocht spelen. ‘Sky Captain’ herinnert me aan de actiefilms waar ik als kind zo dol op was: verstoken van cynisme, duidelijk in zijn karakters – aan een slechterik was niks goeds te bespeuren, en de good guys bleven van de cocaïne af. Het was no-nonsense cinema, speels en met een hoge entertainmentwaarde. Die helderheid is nu schijnbaar verloren gegaan.

Was het voor jou, als acteur, niet een sprong in het duister? Je ging in zee met een debuterend regisseur die de sets en de rekwisieten meteen afzwoer en jou tussen vier blue-screen achtergronden liet opdraven.

Law: Eigenlijk wel. Tijdens de opnames kwam Kerry (Conran, de 34-jarige regisseur; nvdr.) wel zeer overtuigend over – hij wist perfect wat hij wilde – maar pas na het zien van het eindresultaat, besefte ik hoe moeilijk hij het zichzelf had gemaakt (de setting wordt vrijwel volledig gecreëerd door de computer; nvr.). Voor hetzelfde geld was ik als een volslagen idioot uitgespeeld.

Klopt het dat de promofilm voor jou en Gwyneth Paltrow de doorslag heeft gegeven?

Law: Ja. Zes minuten duurt hij. Meer hadden we niet nodig om ons te laten overtuigen. Al heb ik voor alle zekerheid ook het script gelezen. ( lacht) De relatie tussen onze personages, Joe Sullivan en Polly Perkins, sprak me aan. Hun dialogen deden me denken aan Howard Hawks’ Bringing Up Baby (1938) en His Girl Friday (1940), aan Katherine Hepburn, Humphrey Bogart en Spencer Tracy. Ik vond mijn personage ook heel Cary Grant-achtig. Het belangrijkste voor mij was dat iemand dát zou opmerken en niet alleen de special effects. Kerry was het volledig met me eens. Dat gaf de doorslag.

Je was blijkbaar behoorlijk enthousiast, want je richtte het productiehuis Riff Raff op en produceerde ‘Sky Captain’. Hoe zag je die rol?

Law: Simpel: Kerry Conran steunen, ervoor zorgen dat hij vrije baan had om zijn ideeën te realiseren. Dat heb ik met de nodige macho-allures gedaan, geef ik toe: ‘Zeg met wat je nodig hebt en ik krijg het voor mekaar’ ( lacht). Maar ik meende het ook. In de postproductie heb ik er in elk geval voor gezorgd dat hij voldoende tijd en ruimte had om zijn ding te doen, van de posters tot de hele promotiecampagne. Het is een niet te onderschatten onderdeel van de bizz: het filmlandschap is een jungle, het is vechten met alle mogelijke middelen om je waar aan de man te krijgen. Het publiek moest inzien dat dit meer dan zomaar een zomerfilmpje is. Ik ben blij dat we daarin zijn geslaagd.

Gedurende de opnames kon ik weinig meer doen dan het beste van mezelf te geven. Ik wist dat de acteerprestaties voor een groot stuk het oordeel over de film zouden beïnvloeden. Acteren voor een blue screen is geen makkie. Je hebt als acteur de neiging om je actieradius te beperken, zo van “oké, ik kan dus enkel naar daar kijken”. Dat wilde ik absoluut vermijden. Ik wilde spelen en improviseren, en alle mogelijkheden van deze nieuwe manier van filmen exploiteren. Dat is ons ook gelukt, me dunkt. Er is heel wat schijn in deze film, maar je waant je wel in de werkelijkheid.

Is dit de toekomst van de film?

Law: Ach, neen. Het is gewoon weer een nieuwe techniek in het rijtje. Niet meer, niet minder. Ongeveer 25 jaar geleden werd de eerste Star Wars gemaakt. Toen sprak men ook over dé toekomst van de film. Ondertussen worden nog altijd films gemaakt volgens de goede, oude methode: op locatie, op een set, met prima acteurs en uitstekende dialogen. Oud en nieuw zullen altijd comfortabel naast elkaar blijven bestaan, als je het mij vraagt.

De meest geanticipeerde film is de remake van Lew Gilberts klassieker ‘Alfie’ uit 1966. Waarom in godsnaam een nieuwe versie van Alfie?

Law: Ik heb me die vraag ook gesteld, en het antwoord is simpel: door zijn filosofie over leven, vrouwen en seks is Alfie een tijdloos icoon geworden, hè. Eigenlijk had ik er geen zin in. Mijn eerste reactie was: “Een remake? Van een Britse klassieker? Waarin ik een legendarische rol van Michael Caine, een van de allergrootste Britse acteurs, herneem? No way!” Maar hoe meer ik erover nadacht, hoe aantrekkelijker ik het vond. Het script was zeer overtuigend, en ik vond het eigenlijk best een hele eer om de concurrentie met Michael Caine te mogen aangaan. Ten slotte vond ik de originele versie vooral sterk omdat ze komaf maakte met de zogenaamde vierde muur van cinema: in bepaalde scènes richt Alfie zich rechtstreeks tot de camera en verkondigt hij zijn diepste gevoelens over liefde en seks zo vrijuit, alsof het publiek zijn beste vriend is. Daardoor begrijp je ook meer wie hij juist is. Die scènes vond ik zelf ook het leukste om te doen. Ik voelde me weer als een acteur in het theater, alsof ik opnieuw in Hamlets schoenen stond. (lacht)

In hoeverre verschilt de nieuwe ‘Alfie’ van het origineel?

Law: Het verschil zit ‘m vooral in de tijdsgeest. Het type man waar Alfie voor staat, is ongegeneerd hetzelfde gebleven: mannen die alleen aan seks denken vind je altijd en overal – als we eerlijk zijn, schuilt er in ieder van ons een Britse mod of een Amerikaanse jock en is het nog altijd seks, seks, seks. (lacht) Maar het seksuele klimaat waarin hij opereert is de voorbije veertig jaar grondig veranderd, en dat heeft vooral vrouwen beinvloed. Veertig jaar van seksuele bevrijding en feminisme zorgden ervoor dat vrouwen op dezelfde manier als mannen zijn beginnen denken. Ze zijn sterker geworden, onafhankelijker ook. Ze zijn zich meer bewust van hun eigen mogelijkheden en ze deinzen er niet voor terug om hun seksuele identiteit uit te buiten om macht te verwerven. Dat gaat niet alleen ten koste van mannen, maar ook van andere, minder sterke vrouwen. Er is eigenlijk een nieuw soort mysogenie ontstaan ( lacht). Soit, we moesten dus vooral de wereld rond Alfie vernieuwen. Die gedachte bood heel wat ruimte om het origineel te verrijken en te verbeteren. Daarom is de afhankelijke huisvrouw Annie (gespeeld door Jane Asher; nvdr.) uit Lewis Gilberts versie nu bijvoorbeeld een onafhankelijke alleenstaande moeder.

Wat is jouw mening over Alfie?

Law: Wel, ik ben getrouwd op mijn 22e (met actrice en producer Sadie Frost, van wie hij nu is gescheiden; nvdr.) en acht jaar later heb ik al drie koters: zegt dat genoeg? Ik had mijn Alfie-periode als late tiener. Weinig succesvol, meen ik mij te herinneren, maar die tijd is al lang voorbij. Misschien heeft het wel te maken met mijn familie – mijn ouders zijn na 36 jaar nog altijd gelukkig samen, wie doet beter? -, maar relatiehoppen is gewoon mijn ding niet. Ik ben altijd het gelukkigst geweest in langdurige relaties. Daarom ben ik ook zo vlug getrouwd. En ook nu nog ben ik zeer gelukkig in de liefde.

Alfies misogynie maakt niet echt een publiekslieveling van hem. Zat je daarmee in? De meeste acteurs weigeren een lul te spelen.

Law: Dat vond ik net het leuke eraan. Ik maakte me meer zorgen om de Don Juan te spelen. Dat vind ik oppervlakkig en oninteressant. Rollen als Alfie weigerde ik toen ik een twintiger was omdat ik mannelijke twentysomethings in romantische relatiefilms te doorzichtig vond – schraap je het vernislaagje eraf, dan houd je niets over. Een dertigjarige als Alfie is complexer en meer verdacht. Dat kantje van hem is des te interessanter.

Maar hij is toch nog altijd een rotzak?

Law: Oh my God, yes. (lacht) Veel mensen vinden de nieuwe Alfie sympathieker en verleidelijker; ik vind hem manipulatiever. Het is een poseur: hij ziet er goed uit, draagt de juiste kleren, zegt de juiste dingen en doet alles met de glimlach. Maar als je dat laagje vernis afkrabt, zie je dezelfde, onbeschaamde schoft als veertig jaar geleden. Ja, de toon van de originele film is kouder en harder; de nieuwe versie bezit misschien meer humor, maar het gedrag is even verachtelijk.

Hoe waren de intieme scènes?

Law: Same as ever ( lacht). Dat hangt altijd af van dingen als: hoe laat is het, met wie duik ik de koffer in, hoe voel ik mij en û my god! û is zij ontspannen? Een van de kusscènes stond om zeven uur ’s morgens op het programma. Ik had net een koffie gedronken en ik had me nooit minder sexy gevoeld dan op dat moment. ‘Hallo, leuk je te ontmoeten, we gaan samen kussen’, zo gaat het dan. (lacht) Op zulke momenten heeft niemand er zin in. Het blijft al bij al een kwestie van techniek, weet je.

Ook in ‘Closer’ staat seksualiteit centraal. Passen de twee films in hetzelfde plaatje?

Law: Alfie gaat toch iets luchtiger met het thema ‘seks en relaties’ om. (grijnst)

Nu we toch over seks bezig zijn, is de Errol Flynn die je in Martin Scorsese’s ‘The Aviator’ speelt de jonge spring-in-’t-veld waar we allemaal gek op waren of de latere dronkaard met een voorkeur voor jonge vrouwen?

Law: Ik wil je wel waarschuwen: als je knipoogt tijdens de film, kan je me gemist hebben. (lacht) Eigenlijk hebben we Flynns hele levensloop in één scène gebundeld – als die scène tenminste nog in de film zit : hij wandelt gewiekst en gelukkig het verhaal binnen en sleept zich er uiteindelijk moeizaam uit.

By the way: om me op de rol voor te bereiden, heb ik samen met mijn zoontje Raf een aantal van Flynns films bekeken, zoals Captain Blood (1935) en Robin Hood (1938). Dat zijn de actiefilms waarover ik het daarstraks had: ze hebben het soort van universele wonderlijke onschuld waardoor je er ook vandaag nog – met de kinderen erbij – van kan genieten.

Johnny Depp maakt films waar zijn eigen kinderen naar kunnen kijken. Speel jij bewust in familiefilms mee met het oog op jouw kinderen?

Law: Ja en neen. Sky Captain en de stem van Lemony Snicket spraken me misschien onbewust wel aan omdat ik kinderen heb, maar het zijn vooral de ambities van de regisseur en de sfeer die rond een project hangt die van doorslaggevend belang zijn: kan ik iets tot de film bijdragen, kan ik er wat van leren en is het een uitdaging?

Je produceerde ‘Sky Captain’ met je productiepartner en ex-vrouw Sadie Frost. Was het niet raar zoveel tijd met elkaar door te brengen op de set?

Law: Het was enkel raar omdat de tabloids vreemd reageerden. Wij deden gewoon ons werk en zijn nog steeds goede vrienden.

Hoe combineer je het vaderschap met je drukke acteursbestaan?

Law: Een van de voornaamste redenen om in zoveel films mee te spelen in zo’n korte tijd, was dat ze voornamelijk in Londen opgenomen werden. Voor het eerst in tien jaar genoot ik ervan een werkende vader te zijn. Acteren leek plots weer een job als een ander te zijn – ik moest geen vier maanden van huis weg.

Merken je kinderen dat je beroemd bent?

Law: Ze merken vooral klootzakken op die zich achter bomen verbergen met een fototoestel en een telelens. (lacht)

Je werd door de Britse rioolpers gekoppeld aan Nicole Kidman. Je scheiding van Sadie Frost werd ook op de voet gevolgd. Heb je nooit overwogen Londen te verlaten om van de tabloids af te zijn?

Law: Ik wil elke dag verhuizen, maar het heeft geen zin! Ze gunnen me nooit rust. Ik geloof in persvrijheid, maar sommige bladen verstaan daaronder de vrijheid om dingen te verzinnen zodat hun verkoop de lucht in gaat. Ze beseffen blijkbaar niet welke impact zoiets kan hebben op je privé-leven.

Ben je niet van plan een rechtszaak aan te spannen tegen enkele tabloids?

Law: Dat klopt. Maar meer kan ik er niet over zeggen.

Het is duidelijk een erg druk jaar.

Law: Toch niet. Ik ben eigenlijk al vrij sinds maart. Ik zou rond die tijd nog in Tulip Fever met Keira Knightley hebben meegedaan, maar door een wijziging in het Britse belastingbeleid en in de financiering van films bleek er plots geld te weinig te zijn. De break kwam dus sneller dan verwacht, maar hij deed daarom niet minder deugd. Ik was eraan toe, zeker na al die huiselijke problemen. Ik wilde nog eens op mijn gemakje thuis zitten, met de kinderen spelen en boeken lezen in plaats van scripts.

Is er nog een film waarop je gebrand bent?

Law: Niet echt. Er zijn wel nog een aantal projecten waar ik als producer mee bezig ben, maar dat is voor later. Veel belangrijker nu zijn de opnames van All the King’s Men. Die starten volgende week al. All the King’s Men (van Steve Zallian, scenarist van Awakenings, Schindler’s List, Mission: Impossible, Hannibal en Gangs of New York; nvdr.) is gebaseerd op het boek van Robert Penn Warren. Het is alweer een remake (van de met drie oscars bekroonde film van Robert Rossen uit 1949; nvdr.), maar de originele film week echter sterk af van het boek. Onze film blijft dat boek veel meer trouw. Steve Zallians script is bovendien een van de beste die ik ooit heb gelezen. En ik krijg eindelijk eens de kans om aan de zijde van Sean Penn te spelen.

Ben je door deze serie films niet je eigen concurrent op de oscaruitreiking?

Law: So what! Ik hou me daar absoluut niet mee bezig. Ik koos voor Closer omdat ik dolgraag met Mike Nichols (de regisseur van onder meer ook The Graduate en Angels in America; nvdr.) wilde werken. Met I Heart Huckabees van David O. Russell (de regisseur van Three Kings die bekend staat om zijn harde manier van werken; nvdr.) was het net zo. En bij Alfie was het de uitdaging om eens een totaal ander personage te leren kennen.

Slotvraag: je werd door ‘People’ uitgeroepen tot meest sexy man van het moment. Aan verleidingstechnieken heb jij wellicht geen boodschap, niet?

Law: Daar vergis je je in. Ik heb nooit veel zelfvertrouwen gehad in het gezelschap van vrouwen. Mijn moeder was een zeer sterke vrouw en ze heeft een enorme invloed op mijn leven. Ze heeft me altijd gezegd dat ik vriendelijk en beleefd moest zijn – waardoor ik nooit echt veel karakter uitstraalde naar vrouwen toe. Als klootzak had ik wellicht meer succes gehad.

© IFA Vertaling en bewerking:

Bart Van Pottelberge

Copyright IFA

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content