Met ‘Minority Report’ heeft Steven Spielberg zichzelf nog maar eens opnieuw uitgevonden. ‘Maar als ik ’s avonds naar huis ga, ben ik dezelfde persoon als de avond voordien.’

Door Susan Temple

Schitterende film.

Steven Spielberg: Bedankt. Vinden mijn vader en moeder ook. Ik denk dat ze zelfs trotser zijn op deze dan op Schindler’s List. (lacht)

Een mens zou haast betreuren dat het zo lang heeft geduurd vooraleer u en Tom Cruise elkaar vonden in een gemeenschappelijk project. Hoe komt dat eigenlijk?

Spielberg: Wij wilden wel samenwerken, maar we vonden nooit het geschikte materiaal op het gepaste moment. We ontmoetten elkaar voor het eerst op de set van Risky Business. Twaalf jaar lang zijn we scripts naar elkaar blijven opsturen, zonder resultaat. Ofwel was het niet zijn ding, ofwel was het niet het mijne. Een zeldzame keer raakten we het eens. Zo zijn we samengekomen voor een film met als werktitel Benjamin Button. Die is nog niet gemaakt, maar misschien komt het er ooit nog wel van. Minority Report hoeft niet onze laatste samenwerking te zijn.

Wie van jullie is er met dit verhaal op de proppen gekomen?

Spielberg: Tom stuurde me het kortverhaal van Philip K. Dick op. Dat moet ongeveer vier jaar geleden zijn. Ik was er meteen wild van. De hele gedachte van voorbestemming houdt me al een tijdje bezig: wat is er voorbestemd en kan niet veranderd worden, en wat kan ik door eigen initiatief en hard werken zelf bepalen? Eerlijk gezegd zat daar in het verhaal van Philip K. Dick niet zo heel veel van in, maar dat kleine beetje had ik wel van doen om het verhaal het mijne te maken.

Ik wist dat er al eens een paar pogingen waren gedaan om er een script van te maken. Die heb ik opgevraagd en nagelezen, maar er zat geen enkele overtuigende bewerking bij. Tijdverlies was het niet: ik leerde eruit hoe je dit project vooral niet moest verfilmen. Scott Frank heeft er uiteindelijk een schitterend script van gemaakt: hij nam alleen het concept over van Philip K. Dick en maakte er zijn eigen verhaal van. Sinds zijn bewerking van de boeken van Elmore Leonard, Out of Sight en Get Shorty, weet ik dat hij een uitstekend mysterieschrijver is, maar hier overtrof hij al mijn verwachtingen.

Wat mankeerde er aan de eerste scriptversies. Waren ze te actiegericht?

Spielberg: Precies. Het waren echte zomerfilms, het soort popcornactiefilms die ik alleen nog uit frustratie zou willen maken. Natuurlijk bestaat er een publiek voor – ik neem er mijn kinderen ook mee naartoe -, maar er zit geen magie meer in voor mij. Het interesseert me niet meer.

Het was de allereerste keer dat u met Tom Cruise samen op de set stond. Het had net zo goed een tegenvaller kunnen zijn.

Spielberg: Het was vooral een ontzettend intense ervaring. De enige mensen die Tom van de set kunnen houden, zijn z’n familieleden. Tom staat werkelijk voor alles open, wat voor een regisseur heel plezierig is: hij eet zo uit je hand. Die openheid verdwijnt ook niet na het zoveelste mislukte idee. Trouwens, hij is zelf zeer inventief. En hij weet iedereen op te zwepen. Hij heeft ons verschillende keren opnieuw doen beginnen aan een take, omdat hij ineens een beter idee had. Dan moet je met hem mee – ‘Let’s go, let’s go, let’s go!’ -, iedereen moet weer zijn plaats innemen, de camera’s worden op hun startposities gezet en ‘actie’! Het is alsof hij nooit wil ophouden met filmen. De gedachte dat de camera’s stoppen met draaien, maakt hem echt neerslachtig.

Misschien dat hij daarom per se die cappuccinostand op de set wou. Sandra Bullock gaat geen filmset op zonder haar Chinese kruidendokter, John Travolta niet zonder zijn persoonlijke chef. Maar het verschil is dat Tom zijn cappuccinobrouwer niet zozeer voor zichzelf meeneemt, maar voor de hele crew. Naar het einde van de film toe liep iedereen er zo alert en opgefokt bij dat ik met dezelfde mensen nog drie andere films had kunnen maken. Ik had ze niet eens een dag vrijaf moeten geven, zelfs niet op zaterdag of zondag.

Tom Cruise doet zijn eigen stuntwerk. Vindt u dat verantwoord?

Spielberg: Hij doet zijn eigen stunts al sinds de eerste dag dat hij voor de camera staat en we van hem horen spreken.

Maar als producer: is het voor u financieel verantwoord dat hij zijn stunts zelf doet?

Spielberg: Ik werd er eerlijk gezegd gek van. Hoezeer hij zich ook beveiligt. Er waren verschillende stunts die we hem niet zelf wilden laten doen, maar we moesten telkens weer op hem inpraten om hem zover te krijgen. Een eenvoudige ‘neen, Tom ‘ volstond niet. Ik was hem uitleg verschuldigd, en ik moest uiteindelijk altijd een beroep doen op mijn zwakke gezondheid: (lacht) ik zou een hartaanval krijgen, flauwvallen, de hele nacht liggen woelen als hij erbij bleef om ’s anderdaags zelf de stunts te doen. Pas dan wou hij inbinden. En nog nam hij 95 procent van alle stuntwerk voor zijn rekening.

Vindt u dat hij voldoende ernstig wordt genomen als acteur?

Spielberg: Neen, zeker niet. Mensen lijden aan een vreemd soort geheugenverlies: wie weet nog hoe lovend de kritieken waren op zijn rol in Magnolia, erger nog, dat hij überhaupt een rol had in die film? Wie weet nog dat hij de verlamde Vietnam-veteraan Kovic speelde in Born On The Fourth of July, een rol waarvoor hij een oscar had moeten krijgen? Of dat hij de vreselijk sadistische vampier Lestat was in InterviewWith A Vampire?

Tom is een karakteracteur, maar hij wordt niet op die manier geprezen: men blijft in hem de ‘leading man’ zien. Waarom? Omdat de media meer aandacht hebben voor zijn privéleven dan voor zijn professionele leven: al die vervloekte tabloidcovers, al die waanzinnige leugens over hem nemen de aandacht weg van de essentie, en dat is dat hij een fantastisch acteur is.

In je volgende film, ‘Catch me if you can’, werk je ook samen met twee supersterren, Tom Hanks en Leonardo diCaprio. Vergt het speciale inspanningen om acteurs te regisseren die zo herkenbaar zijn voor iedereen?

Spielberg: Neen, omdat ze een rol neerzetten. Na vijf minuten film vergeet je wie ze in werkelijkheid zijn. Dit zijn acteurs, dat is nu eenmaal wat ze doen: het is hun job om het je te doen vergeten.

Denkt u dat mensen bij ‘Minority Report’ snel vergeten dat ze naar een Spielberg-film kijken?

Spielberg: Ik pak hier niet mee uit als een van mijn films: ik heb alleen Tom op de affiche gezet. Omdat ik niet wil optornen tegen de verwachtingen die mijn naam meebrengt. Mensen zijn nogal eigenwijs in die dingen. Terwijl ikzelf, als het moet, net zo goed een rol kan spelen als een acteur: ik zet een pruik op, scheer mijn baard af en wordt, voor de duur van een film, iemand anders. Dat is plezant. Ik voel steeds meer dat het verschil tussen karakteracteurs en leading man-acteurs ook geldt voor regisseurs; naar mijn gevoel ben ik meer en meer een karakterregisseur aan het worden. Het heeft misschien met leeftijd te maken.

Het lijkt er sterk op dat u met ‘Minority Report’ uw meest donkere, duistere film ooit wou maken.

Spielberg: Wel, zelf dacht ik eerder aan adjectieven als ‘korrelig’ en ‘groezelig’. Er hangt zo’n idee-fixe vast aan de toekomst, alsof er een laagje acrylverf over hoort: ze moet fotorealistisch zijn, licht en kleurrijk. Waarom zou de toekomst geen donker steegje kunnen zijn? Waarom kan ze niet zijn zoals The French Connection? Ik heb trouwens naar die film gekeken voor ik aan deze begon, en ik dacht: ‘Wat als dit de toekomst zou zijn?’

Moet er daarom een personage in rond lopen met snot aan zijn neus?

Spielberg: Dat was mijn idee. Mijn vrouw was ertegen, maar ik bleef erbij.

Is de Kleenex uit de rekken gehaald in de winkel van de toekomst?

Spielberg: Toch niet. Laat me de vraag anders stellen: zullen er in de toekomst geen nitwits rondlopen die niet weten hoe ze Kleenex moeten gebruiken?

‘E.T.’ was in elk geval veel optimistischer dan uw laatste films. Omdat u toen zoveel jonger was? Is uw levensvisie veranderd?

Spielberg: Mijn films zijn niet representatief voor mijn opvattingen. Ze weerspiegelen de mening van de auteur, van Philip K. Dick of van Scott Frank. Ik hoef toch niet te zijn wat mijn films zijn? Mijn volgende film is totaal verschillend van Minority Report en van A.I. Ik heb mezelf daarvoor niet volledig moeten heroriënteren. Een deel van de fun in deze business is dat je elke keer weer een verhaal mag vertellen dat je nooit eerder hebt verteld. Daarvoor moet ik niet telkens een nieuwe Spielberg uitvinden, ik hoef alleen kleine accenten te verleggen. Maar als ik ’s avonds naar huis ga, ben ik dezelfde persoon als de avond voordien.

Laat het me zo stellen: er is niets gebeurd in mijn leven dat me kwaad of somber maakt. Ik ben gelukkig getrouwd. Ik ben een goede vader. Ik heb leuke vrienden. Van een penopauze is nog lang geen sprake, en hormonaal is alles nog in balans. Er is echt niets aan de hand, dank u.

Heeft uw relatie met Stanley Kubrick de toon van deze film niet beïnvloed?

Spielberg:(lacht) Helemaal niet. Het hele verhaal zoals Scott het bedacht heeft, heeft de toon gezet: dat angstaanjagende toekomstbeeld waarin alle privacy is opgeheven, daar word je vanzelf ernstig van.

Sinds A.I. denkt iedereen dat Kubrick mijn leven een nieuwe wending heeft gegeven. Hij is achttien jaar lang een van mijn beste vrienden geweest, maar hij is altijd, zelfs lang voor onze vriendschap, van invloed geweest op mijn leven: zeker sinds die dag, ergens op mijn zeventiende, dat ik in de rij stond om Dr. Strangelove te zien. Hij heeft elke film beïnvloed die ik gemaakt heb. Maar dat geldt ook voor Akira Kurosawa, voor John Ford en voor tal van anderen.

Ik beeld het me dus in als ik in ‘Minority Report’ referenties naar het werk van Kubrick zie?

Spielberg: Je bedoelt de scène waarin Toms ogen met tangetjes worden opengesperd om ze te vervangen? Goed, Tom vroeg me op dat moment hoe hij eruitzag, en ik antwoordde zonder nadenken: ‘Zoals Malcolm McDowell in A Clockwork Orange.’ Toen wist ik ook dat iedereen dat zo zou interpreteren, terwijl we de scène niet intentioneel die richting hadden uitgestuurd. Denk je echt dat ik op een ochtend wakker werd, en dacht: ‘ Oh my god, let’s do it like Stanley!’ Neen, het maakt gewoon deel uit van de techniek die ze toepassen om zo’n operatie uit te voeren.

Ik heb er nooit een geheim van gemaakt wie me in mijn films beïnvloed heeft en aan wie ik eer betoon. Wat Minority Report betreft, zijn dat John Hustons The Maltese Falcon, Howard Hawks’ The Big Sleep en – structureel gezien – The Man Who Knew Too Much van Alfred Hitchcock: dat zijn hier mijn grote voorbeelden.

Waarom maakt u zelden hedendaagse films? Waarom spelen al uw films zich in het verleden of in de toekomst af?

Spielberg: Ik vind niks boeiends tussen de actualiteit. Politieke drama’s, juridische geschillen of moordzaken, interesseren me niet. Ik krijg er zo al genoeg van te zien op tv, met voldoende drama, waarom zou ik er dan nog een film over maken? Neen , Erin Brockovich is niet meteen mijn ding.

Gevolg is wel dat u telkens weer voor een gigantische uitdaging staat om een geheel nieuwe wereld te creëren. Hoe bent u er deze keer aan begonnen?

Spielberg: Het grootste euvel was het verhaal an sich: er is enorm veel tijd opgegaan aan het script, meer dan voor welke andere film ook eigenlijk. Het heeft twee jaar aangesleept.

Om het uiteindelijk te conceptualiseren hadden we nog een jaar nodig. Ik heb er een denktank van futurologen voor samengeroepen in een hotel in L.A. waar ze drie dagen lang praatten over hoe de wereld er binnen vijftig jaar zal uitzien. Hoe we binnen een eeuw leven, interesseerde me niet. Ik wilde weten wat de nabije toekomst brengt. Hoe zit het met ons milieu? Hoe bewegen we ons voort, met welke transportmiddelen? En wat met de geneeskunde? Hoe communiceren we? Hoe zal een computer eruitzien? Het was verbazingwekkend waar ze allemaal mee op de proppen kwamen.

U pakt er nochtans niet mee uit in de film.

Spielberg: Omdat dit geen special effects-film hoort te zijn, maar een psychologisch mysterie. Er zitten ongeveer vierhonderd effects-shots in de hele film. De spinnen, het gevecht op het transportsysteem, het Mag-Lev-systeem ( Magnetic Levitation, een web van magnetische wegen waarop auto’s zich zowel horizontaal als verticaal voortbewegen, nvdr.): ze hebben maar één doel, een nieuwe wereld te creëren waarin dit verhaal kan gedijen, zonder er de aandacht van af te leiden.

Ik heb bijvoorbeeld heel wat geld uitgegeven om een doos ontbijtgranen te laten spreken, maar in plaats van er een close-up van te nemen, laat ik ze op het achterplan staan. Waarom? Omdat zo’n sprekende doos binnen vijftig jaar vanzelfsprekend zal zijn. Herinner je je de eerste keer dat mobiele telefoons gebruikt werden in de film? Je zag het ene close shot na het andere van die dingen. Nu niet meer uiteraard, omdat de gsm een dagelijks gebruiksvoorwerp is geworden. Wel, ik wilde ook alle technologisch geavanceerde gadgets die ik voor Minority Report heb ontworpen als alledaags voorstellen.

Naar welke toekomstige ontwikkelingen kijkt u uit?

Spielberg: Och, ik had wel een paar favorieten. Dat onze kinderen 130 tot 150 jaar oud zullen worden, vond ik de leukste. Mocht het God believen. Ze kwamen ook aandraven met een intelligent toilet, dat de gebruiker van antwoord dient met een opsomming van wat hij of zij beter wel of niet zou eten. Ik wist niet meteen hoe ik dat in de film kon gebruiken. (lacht) Het Mag-Lev-systeem zit wel in de film. Dit transportmiddel moet de milieuvervuilende auto doen vergeten. Als we willen overleven, moeten we af van olie en diesel als brandstof.

Dat kranten binnenkort bewegende beelden zullen publiceren, is ook geen flauw verzinsel: het zit eraan te komen, echt waar! Fotochemische cellen worden zo klein en zo goedkoop, het is alleen nog een kwestie van tijd. En zelfs dan zul je de gazet nog kunnen gebruiken om je patatten op te schillen.

Wat met het concept van de ‘sickstick’, het nieuwe wapen waarmee politiediensten de ‘bad guys’ kunnen neutraliseren?

Spielberg: Douglas Coupland reikte het idee aan. Via via weet hij een en ander van nieuwe defensiewapens die op dit moment in militaire laboratoria worden ontwikkeld. Een daarvan is afgeleid van de stick waarmee vee misselijk wordt gemaakt.

Hoe zit het in de toekomst eigenlijk met film als medium?

Spielberg: Dat vroeg ik me ook af. Het antwoord was eensluidend: ‘Daar weten we niets van, zeg jij het maar.’

En?

Spielberg: Wat wil je horen: wat ik verlang of hoe ik denk dat het worden zal? Volgens mij zal iedereen binnen een halve eeuw nog altijd verhalen willen horen, en geëntertaind willen worden. Het enige wat zal veranderen, is het medium: de filmrol wordt een museumstuk, alles zal digitaal gebeuren. De vijfendertig millimeter zal niet meer gebruikt worden, tenzij ik dan nog films maak natuurlijk. (lacht) Ik snij mijn films nu nog altijd op de Cam-movieola, ik krijg het maar niet geklaard op de Avid. Het zal me nooit lukken. Ik wil het ook niet kunnen: ik hou te veel van het handwerk. Ik snij zelfs de soundtrack nog apart van de film. Alsof ik in een ambachtelijke chocoladefabriek werk!

U had het zonet al even over het gebrek aan privacy in de toekomst. Hoe aannemelijk is dat?

Spielberg: Dat was een van de weinige voorspellingen waar alle futurologen het unaniem over eens waren. We zullen aan privacy moeten inboeten willen we overleven. Dat wordt hét compromis van de komende generaties. En de gevolgen gaan ver. De reclame-industrie richt zich nu nog op doelgroepen, maar binnen afzienbare tijd is het individu de prooi. Ze zullen letterlijk uit onze ogen kunnen aflezen wie we zijn, waar onze voorkeur naartoe gaat en waar we absoluut niet van houden. Direct marketing en direct sales krijgen zo een heel andere betekenis. Ze zullen je influisteren wat je wilt kopen, en je erop wijzen dat je het vlak om de hoek kunt halen, als je beslist om het meteen te doen. En geloof me, het zit er vrij snel aan te komen. Die evolutie, en het Mag-Lev-transportsysteem.

Is er een speciale reden waarom u Washington als locatie voor deze film koos?

Spielberg: Jawel: het zenuwcentrum van de stad zal nooit veranderen. Het Witte Huis en de hele omgeving errond, met het Vietnam Memorial, het Jefferson Memorial en het Lincoln Memorial: dat is historisch erfgoed, daar zal nooit aan geraakt worden. Al weet je sinds 9/11 nooit, maar daar kunnen we geen rekening mee houden.

Door 9/11 is de geloofwaardigheid van het verhaal in elk geval nog toegenomen.

Spielberg: Ikzelf heb inderdaad geen bezwaren meer tegen een proactieve misdaadeenheid die het brein van potentiële misdadigers infiltreert en analyseert. Ik wil alleen niet dat mijn burgerrechten met de voeten getreden worden. Er moet een verschil zijn tussen de gedachte aan een misdaad en de intentie om die misdaad uit te voeren. Het is een moeilijke, verwarrende discussie, waar ik me nu niet aan wil wagen. Ik vraag me alleen af of Bush al een naam heeft voor dat nieuwe, binnenlandse veiligheidsagentschap waar hij het in zijn speeches over heeft. (lacht)

In welke mate heeft 9/11 jou als filmmaker beïnvloed?

Spielberg: Het heeft een impact op ons leven en op de manier waarop we tegen de toekomst aankijken, maar het zal niet van invloed zijn op het soort films dat ik zal maken. Die zullen altijd een reflectie zijn van mijn dromen, mijn nachtmerries en mijn fantasieën. We mogen die dag niet vergeten, maar moeten voorkomen dat hij ons verhindert om die dingen te doen die we in het diepst van ons hart willen doen. In mijn geval is dat nog altijd verhalen vertellen.

Slotvraag: hoeveel moet de film opbrengen voor u uit de kosten komt?

Spielberg: Wat je eigenlijk wilt weten, is hoeveel hij gekost heeft, niet? Honderd miljoen dollar. Ik ga zeer bedachtzaam te werk als ik een film financier. Zo kreeg Tom geen salaris: hij participeert in de winst, maar strijkt geen gage op. Dat had ik voordien nog maar één keer gedaan: Tom Hanks kreeg ook geen salaris voor Saving Private Ryan.

Het scheelt in het geval van Tom 25 miljoen dollar. Maar hij wou het erop wagen. ‘ Let’s gamble‘, zei hij droogjes. (lacht) Scoort de film aan de kassa, dan wordt hij er beter van. In het andere geval heeft hij zich eens goed geamuseerd.

‘Dit is geen special-effectsfilm, maar een psychologisch mysterie. Ik heb een smak geld uitgegeven om een doos ontbijtgranen te laten spreken, maar in de film zelf staat die op de achtergrond. Omdat zoiets binnen vijftig jaar alledaags zal zijn.’

‘9/11 heeft een impact op mijn leven en op de manier waarop ik tegen de toekomst aankijk, maar het zal geen invloed hebben op mijn films. Die zullen altijd een reflectie zijn van mijn dromen, mijn nachtmerries en mijn fantasieën.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content