Als er in een Amerikaanse film een slijmbal, een gluiperd of een ander onsympathiek personage neergezet moet worden, dan kent elke producent één adres. Dat van James Woods.

Door Ruben Nollet

John Q. Vanaf 10 april in de bioscoop.

Het minste wat je van James Woods kunt zeggen, is dat hij een indrukwekkende reputatie geniet. Oliver Stone, die hem regisseerde in Salvador, Nixon en Any Given Sunday, noemt hem ‘een gek. Hij weet altijd alles beter, wat bijzonder irritant kan zijn.’ De betreurde filmcritica Pauline Kael bestempelde hem ooit als ‘de vijandelijkste van alle Amerikaanse acteurs’.

Als je zijn voornaamste rollen op een rijtje zet, begrijp je al snel wat ze daarmee bedoelde. Van de waanzinnige journalist uit Salvador en de tv-producent op zoek naar extreme programma’s uit Cronenbergs Videodrome tot Sharon Stones lafhartige lief in Casino en de gladde gangster uit Once Upon a Time in America, Woods heeft zijn carrière grotendeels rond weinig nobele personages gebouwd. In die mate zelfs dat je hem bijna spontaan wantrouwt als je hem in een film ziet. In Nick Cassavetes’ goed bedoelde drama John Q speelt hij bijvoorbeeld de hartchirurg die Denzel Washingtons zoontje onder handen moet nemen. Woods speelt hem als een netjes geklede heer die de indruk geeft louter voor de poen in het vak te zitten. Fout, weerlegt hij. ‘Je mag niet vergeten dat mijn personage voorstelt om zijn honorarium te laten vallen. Oké, hij is ook een beetje glad en afgelikt, maar dat maakte het net interessant. We wilden vooral vermijden dat het zo’n film werd waarin de dokters afgeschilderd worden als de schurken. Dat soort linkse Hollywood-rommel hebben we al genoeg gehoord. De dokters die ik ken, zijn niet zo. Noem me naïef, maar in mijn ervaring zijn het toegewijde helers. Dat is hun job. Trouwens, wie puur om het geld chirurg wil worden, kan maar beter zijn hoofd laten nakijken. Je moet al twintig jaar van je leven investeren voor je één frank ziet. Er zijn veel makkelijker manieren om poen te scheppen. Je hoeft maar wat te knoeien op de beurs. Of vriendjes te worden met Bill Clinton.’

Geen bloed

Een gesprek met James Woods is altijd een belevenis. De man spuwt zijn gedachten aan een razend tempo uit en zit niet om een controversiële uitspraak verlegen. Iedereen die hem kent, noemt hem een buitengewoon intelligente man. Als late tiener had hij de ambitie om oogchirurg te worden, maar die plannen werden gekelderd toen hij per ongeluk zijn hand door een glazen deur ramde en pezen van zijn pols overhaalde. Al betwijfelt Woods het of hij het ooit echt tot chirurg had gebracht. ‘Het vak sprak me absoluut aan’, herinnert hij zich. ‘Maar dan wel op voorwaarde dat mijn patiënt niet zou beginnen bloeden. Mijn bedoeling was om zo goed te worden dat ik nooit echt zou moeten snijden. Hoogstens de boel wat herschikken. Maar toen ik besefte dat het waarschijnlijk niet zonder bloed zou kunnen, heb ik afgehaakt.’

Woods koos eerst voor studies politieke wetenschap aan het MIT in Boston, maar kapte ermee omdat zijn leraren bijna allemaal betrokken waren bij de Vietnam-oorlog. Intussen was hij uit pure verveling begonnen met acteren in het schooltheater, en hij trok vervolgens naar New York om het als acteur te proberen. In 1971 won hij een Obie (zeg maar theater-oscar) voor zijn aandeel in het stuk Saved, maar hij liet pas écht van zich horen toen Harold Becker hem de rol van een psychopaat gaf in The Onion Field.

Woods was meteen gelanceerd. Als regisseurs en tegenspelers hem roemen om zijn doorgedreven professionalisme, dan staat hij evengoed berucht om zijn licht ontvlambare gedrag op de set. Woods weet dat, maar hij vindt niet dat hij zich daarvoor moet verontschuldigen. ‘Een film draaien is zoals seks’, vergelijkt hij. ‘Beleefdheid heeft er geen plaats. Er komt veel smerigheid, zweet en tranen bij kijken. En de slotsom is: als er niet iemand loopt te schreeuwen, doe je je werk niet goed.’

Woods kan idioten en hypocrieten niet uitstaan. Dat hij zich niet altijd even thuis voelt in het wereldje dat Hollywood heet, is dan ook geen verrassing. Hem zal je bijvoorbeeld niet op de oscarsvertoning aantreffen. ‘Ik steek liever een hooivork in mijn oor’, werpt hij op. ‘Eerlijk. Het is al erg genoeg als je genomineerd bent, laat staan dat je er anders naartoe zou willen gaan.’ Hij heeft intussen negen Golden Globe- en twee oscarnominaties (voor Ghosts of Mississippi en Salvador) op zak, dus hij kan het weten.

Het enige wat hem interesseert, is het werk. Al de rest is bullshit. ‘Weet je waar ik gegarandeerd razend van word?’, stelt hij. ‘Van zo’n vet varken in een Armani-pakje dat zijn best doet om me voor de voeten te lopen als ik op de set sta. Het enige waar zo’n kerel op uit is, is om het budget af te romen zodat hij de winst kan opsnuiven, of er twee 17-jarigen voor te kopen die zijn stomp klein piemeltje bedienen.’

Seks

Waarmee we bij Woods’ andere favoriete onderwerp zijn beland: seks. ‘Ik doe niks liever dan vrouwen neuken’, zei hij in een ruchtmakend interview in het Amerikaanse vakblad Movieline. ‘Ik herhaal: ik doe niks liever dan vrouwen neuken.’

Op zijn 54ste heeft hij ruim ervaring ter zake. Hij heeft een gruwelijk huwelijk achter de rug met een vrouw (Sarah Owen) die hij enkel nog wil vernoemen als ‘de sociopaat’, maar blijkbaar heeft hij zijn lesje niet geleerd. Hij heeft zijn vrouwen liever onstabiel, zegt hij. ‘Krankzinnige vrouwen zijn zo provocerend omdat ze zo ongebreideld in contact staan met hun seksualiteit. De tijd die ze met jou doorbrengen, voel je je in de zevende hemel omdat zulke vrouwen bijna letterlijk met je willen versmelten. Waarom zou je je bed willen delen met een bibliothecaris als je een dier kunt krijgen?’

Tegenwoordig gaat hij wel als overtuigend genietende vrijgezel door het leven, en hij heeft geen gebrek aan partners. Hij deelde de lakens met onder meer Heather Graham. ‘Veel mensen vragen me hoe ik erin slaag om op mijn leeftijd nog zoveel aantrekkelijke vrouwen aan de haak te slaan’, stelt hij. ‘Mijn antwoord is simpel: omdat ik van vrouwen hou. Vrouwen appreciëren mannen die diep van vrouwen houden.’

Dat zelfvertrouwen heeft hij echter niet altijd gehad. Als tiener was hij ervan overtuigd dat hij met zijn pokdalige gezicht weinig kans maakte bij de dames. Onterecht, zo bleek al snel. ‘Het maakt niks uit of je aantrekkelijk bent of niet’, weet hij. ‘De fout die veel mannen maken, is dat ze ervan uitgaan dat vrouwen over mannen denken zoals homofiele mannen over mannen denken. De waarheid is dat homofiele mannen over mannen denken op dezelfde manier als heteromannen over vrouwen denken. Maar vrouwen redeneren niet zo.’

Het geheim van een gezond seksleven is dus niet om zelf zo aantrekkelijk mogelijk te zijn, maar om ervoor te zorgen dat de vrouw zich aantrekkelijk voelt. En wat dat betreft, kan je niet vals spelen. ‘Misschien lukt het je één keer om een vrouw je bed in te lullen,’ zegt Woods, ‘maar als je een rijk seksleven wil, moet je geïnteresseerd zijn in die vrouw. Het zijn de meiden die de touwtjes in handen hebben. Een vrouw weet binnen de vijf seconden of ze met een bepaalde man naar bed wil. Het enige wat je als man kunt doen, is de rit meerijden.’ James Woods voelt zich prima, dat mag duidelijk wezen. ‘Het is een mythe dat je je interesse in seks verliest als je ouder wordt’, vindt hij. ‘Het probleem is dat de mensen niet meer geïnteresseerd zijn in het leven. Mijn leven zit op zijn hoogtepunt. Ik lever beter werk dan ooit tevoren. Ik woon in een mooier huis dan ik ooit heb gehad. Mijn relaties zijn beter. Mijn geest is nu pas echt gezond en met rust. Ik ben er 54 en ik wil geen 17 zijn. Die fase in mijn leven is voorbij.’ We horen het graag.

‘Een film draaien is zoals seks. Beleefdheid heeft er geen plaats. Er komt veel smerigheid, zweet en tranen bij kijken.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content