‘HEB IK EEN HEILIG HUISJE OMVERGESTAMPT? SUPER’

Wie nog eens ouderwets aan de sofa genageld wil worden door een boek, zit met Nachtfilm van Marisha Pessl gebeiteld. Een thriller over de jacht op een duivelskunstenaar die de ultieme griezelfilms maakt, films die Pessl ook allemaal uitschreef – gedegen research boven alles. Of bijna alles, want eerst moeten we het over mode hebben.

et is misschien een rare vraag, maar weet jij toevallig waar ik hier kan shoppen? Ik ben al zeven weken op tour en ik zit wat door mijn voorraad heen.’

‘Vlakbij heb je hier de PC Hooftstraat, daar zitten allerlei duurdere modeketens.’

‘Hmm. Die ketens hebben we in New York ook.’

‘Wel, eigenlijk moet je in België zijn, onze mode staat op wereldniveau. Ann Demeulemeester en AF Vandevorst als je van donker en militair houdt. Of Dries Van Noten. Er is een winkel aan de grachten waar ze een selectie verkopen.’

Fanderfürst? Klinkt fantastisch. Schrijf je dat eens op voor mij?’

Nooit gedacht dat ik de poppige Marisha Pessl nog van modeadvies zou moeten voorzien, maar de onbevangenheid waarmee ze het vraagt, typeert haar alvast. Ondanks haar wereldwijde succes met haar debuut Calamiteitenleer voor gevorderden blijft de jonge New Yorkse met Oostenrijkse roots de vriendelijkheid zelve. Terwijl ik een lijstje topontwerpers opmaak, vraagt ze meteen waar ze goed kan uitgaan en eventueel een concertje kan meepikken. Lijstje nummer twee dan maar. Dolenthousiast wipt ze op en neer op haar stoel: ‘Super, eindelijk nog eens een avondje weg. Toeren is leuk, maar alles is zo strak geregeld. Je zoeft de wereld rond en je hebt niks anders gezien dan hotellobby’s. Dankjewel voor de tips. Fashion and fun – you made a girl very happy. Nu mag je me alles vragen.’

Pessl heeft de banvloek van de ‘moeilijke tweede’ mooi gepareerd met Nachtfilm, een verslavende literaire thriller met demonische trekjes waarin de journalist Scott McGrath zich vastbijt in de bizarre zelfmoord van Ashley Cordova – jong, mysterieus, overgetalenteerde pianiste maar vooral dochter van cultregisseur Stanislav Cordova, een oude vijand van McGrath.

Net als Donna Tartt kiest Pessl in die nieuwe roman voor het mannelijke perspectief. ‘De belangrijkste reden daarvoor is nogal elementair: afwisseling. In Calamiteitenleer is een meisje aan het woord dat veel te veel leest en de werkelijkheid slechts toelaat langs de filter van de literatuur. Nu wilde ik weg van de slaapkamer, naar buiten, en een omgekeerd personage diende zich aan: een nieuwsjager, iemand wiens job het is naar de harde werkelijkheid te kijken, die bloednuchter door het leven stapt, die je niet zomaar voorliegt. Alleen raakt hij verstrikt in een werkelijkheid die fictioneler en fictioneler wordt en waar hij, ondanks het logische vermogen dat mannen zichzelf zo graag toedichten, niet meer wijs uit raakt. Ongeacht hun geslacht is het altijd wennen aan een nieuw personage. Je moet je schepsel leren begrijpen, uitzoeken wat hem of haar drijft, hoe hun psyche in elkaar zit. Of ik mannen nu beter begrijp? Neen, helaas niet. Het blijven even grote raadsels.’

In zijn speurtocht naar de ware toedracht krijgt cynicus McGrath het gezelschap van twee naïeve sidekicks, Hopper en Nora, die Ashley Cordova allebei van dichtbij gekend hebben, misschien zelfs beter dan ze aanvankelijk willen toegeven. De man kon het niet alleen af? ‘Nou, het ligt niet in mijn bedoeling om de strijd tussen de seksen voor eens en voor altijd te beslechten. Nora en Hopper waren er van het prilste begin al bij. Toen ik mijn agent voor het eerst vertelde over het project dat uiteindelijk Nachtfilm heeft opgeleverd, hoorde ik hun stemmen al. En project is hier het juiste woord. Van een manuscript was er nauwelijks sprake toen. Het leek meer op een knipselboek, met kladjes en flardjes bij elkaar gegooid – schrijven is bij mij soms letterlijk knutselen – en daar zat toen al een artikeltje bij over een meisje dat van school gegooid werd, een meisje dat later de jongen Hopper is geworden. Hopper en Nora bieden een natuurlijk tegenwicht aan de oudere McGrath. Die lijdt door zijn verbetenheid dikwijls aan tunnelvisie en Hopper en Nora reiken telkens nieuwe perspectieven aan. De interactie tussen dat drietal kon ik als schrijver niet laten liggen.

‘Ze belichamen voor mij ook de aloude wensdroom om ‘het te maken in New York’. Dat heeft me altijd gefascineerd: geen geld, geen job, geen vast onderdak en toch naar die immense stad komen met niets dan lef in je handen. Zelf heb ik ooit dezelfde sprong gewaagd – de huur bijeenschrapen, acteren in kleine gezelschappen in achteraftheatertjes, alle Broadwayclichés beleven – en na al die jaren verrast die stad me nog altijd. New York is een soort spiegel: ervaar je de stad als chaotisch, dan bevind je je vaak zelf in een warrige fase en als de stad straalt, dan weet je dat je goed bezig bent.’

New York blijkt in Nachtfilm een grimmig labyrint waarin Stanislav Cordova zich kundig verschuilt. De regisseur weet een hele roman lang te ontsnappen aan het drietal en spreekt door zijn afwezigheid nog meer tot de verbeelding, zeker omdat zijn griezelfilms aan snuffmovies doen denken. ‘Ah, de legendarische snuffmovie waarin mensen echt vermoord, gefolterd en verkracht worden. Neen, die heb ik niet gevonden tijdens mijn research. En de films van Cordova zijn volwaardige, kunstzinnige films – geen gore prenten vol slashergeweld, maar donkere films waarin psychologische terreur de boventoon voert. Denk aan Repulsion of Rosemary’s Baby, niet toevallig allebei van Roman Polanski, op wie ik Cordova deels gebaseerd heb.

‘Maar elke filmkenner zal in mijn regisseur vooral Stanley Kubrick herkennen. Natuurlijk ben ik fan – zijn films zijn fantastisch – maar ook de geruchten over zijn excentriciteit trokken me aan. Zo weigerde hij zelf auto te rijden, liet hij zich overal naartoe chaufferen, moest hij te allen tijde een bodyguard bij zich hebben en scheen hij over een helse werkmethode te beschikken waarbij hij acteurs tot op de grond afbrak om ze dan nadien als was in de gewenste mal te persen. Andere biografieën schilderen een lieflijker plaatje: een familieman die gezellige feestjes organiseerde en zijn hele gezin bij zijn kunst betrok. Het contrast kon niet groter zijn. Waar is de grens tussen mythe en werkelijkheid bij zo’n man? Ook zijn notoire kluizenaarschap – hij woonde op een afgelegen Engels landgoed en sommeerde mensen in plaats van naar hen toe te gaan – boeide me, want in de periode dat ik Nachtfilm concipieerde, explodeerden de sociale media. Iedereen werd zichtbaar en traceerbaar met een muisklik, en dan heb je een figuur als Cordova die bewust onzichtbaar blijft, achter de schermen opereert en juist daardoor zo’n cultstatus bereikt.’

Met de onbetwiste grootmeester Kubrick heeft Pessl alvast de researchdrift gemeen. ‘Een boek is eigenlijk maar het topje van een ijsberg, het werk dat eronder zit, is zoveel groter. Zo heb ik alle Cordova-films uitgeschreven, bijna scène per scène. Want in Nachtfilm word vaak over Cordova’s oeuvre gesproken, ook door professoren, dus moest ik voor mezelf toch heel goed weten hoe die films eruitzien, hoe hun plots ineensteken, wie erin acteert. Achter één zinnetje schuilt vaak een heel cinematografisch universum dat enkel op papier bestaat. Ik voel je al komen: neen, ik ga dat ruw bronnenmateriaal niet zomaar op het web gooien. We hebben er plannen mee, we moeten alleen nog eens kijken wat er praktisch haalbaar is.’

Pessl lijkt in Nachtfilm toch een tip van de sluier op te lichten, want haar roman zit volgestouwd met (fictieve) krantenknipsels, uittreksels van politieverslagen, screenshots van het internet en zelfs foto’s van haar personages. Literaire heiligschennis, maar Pessl maalt er niet om: ‘O, heb ik een heilig huisje omvergestampt? Super. Regels zijn er om gebroken te worden. Je kunt beweren dat ik daarmee de verbeeldingskracht van mijn lezer onderschat, maar het tegendeel is waar. Die foto’s dagen volgens mij de lezer uit: als je die beelden die je in de werkelijkheid ook onvermijdelijk zou tegenkomen aan een verzonnen werk toevoegt, speel je toch wat met die vage scheidingslijn tussen feit en fictie. Ik gebruik graag alle middelen die tot mijn beschikking staan om een nieuwe wereld te scheppen. Belemmerde dat je leeservaring? Ik denk het niet. Ze zijn ook zorgvuldig uitgekozen. Als je er goed op let, zijn het eigenlijk nietszeggende anonieme afbeeldingen, het type foto dat je bij de lijst krijgt. Toch illustreren ze onze voyeuristische neiging om binnen te gluren in andermans levens. Natuurlijk had ik alle informatie via dialogen kunnen overbrengen, maar zo’n politierapport prikkelt volgens mij net iets meer onze nieuwsgierigheid, en Nachtfilm krijgt zo ook dat archiefsfeertje dat ik beoogde.’

Opvallend in de bijlages zijn de virtuele internetpagina’s. In Nachtfilm vormen ze de stek waar Cordova-fans online samenhokken, maar The Deep Net blijkt ook echt te bestaan. ‘Ja natuurlijk. Je moet er een speciaal programmaatje voor downloaden dat je dan installeert op je browser en daarna kun je anoniem surfen – je IP-adres wordt blanco gehouden. Het stelt allemaal niet veel voor en het is grafisch heel rudimentair, maar alles wat illegaal is, kun je er krijgen. De site toert ook van server naar server, soms verdwijnt ze een tijdje en dan duikt ze plots weer op, wat ze zeer ongrijpbaar maakt voor de overheid. Toch hebben ze onlangs iemand kunnen arresteren.’

Cordova mag dan wel een groot filmmaker zijn, hij is ook een moeilijk mens die er niet voor terugdeinst om in de naam van de kunst zijn familie te terroriseren. Steekt dat monster bij Pessl zelf soms de kop op? ‘Vroeger had ik een nogal klassiek beeld van de kunstenaar en durfde ik wel eens de Zelda Fitzgerald (vrouw van schrijver Scott Fitzgerald, samen berucht om hun drankzucht, slaande ruzies en affaires, nvdr.) in me los te laten. Dat is zeker geminderd met de jaren, wat niet wegneemt dat kunst bedrijven op zich al heel belastend voor je omgeving is: je bent obsessief met iets heel persoonlijk bezig. Toch probeer ik dat Cordova-trekje tot een minimum te beperken. Anders heb je ook geen leven meer.’

Tussen Calamiteitenleer en Nachtfilm zaten zeven jaar, maar zover wil Pessl het deze keer niet laten komen. ‘Deze keer ga ik geen pauze inlassen. Het succes van Calamiteitenleer bracht ook wel wat stress mee, maar die heb ik ondertussen afgeschud. Als ik naar mijn favoriete auteurs kijk, en op nummer één staat ongetwijfeld Truman Capote, dan merk ik dat dat allemaal oeuvreschrijvers zijn, schrijvers die telkens geprobeerd hebben om een totaal ander boek te schrijven. Daar heb ik me aan opgetrokken tijdens de impasse na Calamiteiten en al tijdens het schrijven van Nachtfilm broeiden nieuwe ideeën. Op dit moment ben ik zelfs aan twee boeken tegelijk bezig. Hoe ik dat doe? Simpel: ik wissel elke week af. En ja, dat kan ik netjes scheiden; zoals je ongetwijfeld weet, kunnen vrouwen meerdere dingen tegelijk.’

NACHTFILM

Uit bij Anthos.

DOOR RODERIK SIX

Marisha Pessl ‘DE FILMS WAAROVER IN MIJN BOEK GESPROKEN WORDT, BESTAAN ALLEEN MAAR OP PAPIER, MAAR IK HEB ZE WEL SCÈNE VOOR SCÈNE UITGESCHREVEN. IK MOEST VOOR MEZELF HEEL GOED WETEN HOE DIE ERUITZIEN, TOCH?’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content