PB GRONDA, auteur van Nemen wij dan samen afscheid van de liefde, Kentucky, mijn land en het nieuwe Onder vrienden duikt elke week in de populaire cultuur.
PB GRONDA
De Belgische piloot van Brussels Airlines die het kleine vliegtuig van Brussel Nationaal naar Milaan Malpensa zou vliegen had een Kempisch accent en dat gaf me een welgekomen gevoel van vertrouwen en huiselijkheid, hoewel ik zelf nooit in de Kempen heb gewoond – jammer, eigenlijk.
Hoewel ik niet de grootste vliegfanatiekeling ter wereld ben – ik ben van niets de grootste fanatiekeling ter wereld – ging alles vlot. Maar toen waren we in Italië. De bus die ons naar Gate 2 zou brengen was er niet, wat betekende dat we meer dan een kwartier stonden te zweten op het wandelpad. Een meisje sprak me aan in het Deens. Uiterst onaangenaam.
Kwam uiteindelijk toch de bus. En die bracht ons naar Gate… 1. Waar op geen enkel scherm te zien was waar onze bagage op een lopende band gespuwd zou worden, want de schermen werkten niet. Op die bagage was het immers nog even wachten, want in dat kwartier dat we op het gangpad hadden gestaan, was blijkbaar geen tijd geweest om twintig koffers uit de onderbuik van het tuig te laden.
Of, veel korter gezegd: je merkt in Italië dat Afrika niet meer veraf is. Zelfs in Milaan, toch een soort centrum voor strak in het pak zittende, kort getrimde financiënwezenfasco’s en dames die al aperitievend baden in een grote tas van Louis Vuitton.
En toch neem ik op de grote T-sprong van het leven altijd links voor Italië in plaats van rechts voor België. Beeld je in dat je veertien bent en in je klas zit een best leuk meisje met een zacht karakter, niets dan perfecte rapporten en vriendelijke, rijke ouders. En naast haar zit een oogverblindende schoonheid met een verschrikkelijk wispelturig karakter, een klein drankprobleem – ze is al zestien, want twee keer blijven zitten – en een brommer die nooit start. Dan moet je kiezen. Rij je liever hand in hand met de fiets naar huis of kruip je achter op die brommer?
Soit. Een film die op een veel mooiere manier de onweerstaanbare disfunctionaliteit van Italië in zich draagt, is Il Sorpasso van Dino Risi uit 1962. Een roadmovie die van Rome naar de Toscaanse kust loopt met aan het stuur een verpersoonlijking van de Italiaanse hatelijke charme en naast hem een jonge burgerlijke student. Samen vliegen ze door stad en land en op hun reis gaat het over alle belangrijke dingen. Eten, liefde en automechaniek. Er zullen nog wel een paar dingen zijn, maar we weten allemaal dat het toch vooral op die drie basiselementen neerkomt.
Enkel al de titel, die misschien wel een van de beste is uit de Italiaanse filmgeschiedenis . Il Sorpasso betekent zoveel als het inhaalmanoeuvre, verwijzend naar de waanzinnige rijstijl van een van de twee hoofdpersonages en het onoverkomelijke gevolg. Maar je kunt het ook lezen als ‘de overdrijving’, ‘de stap te ver’. En laat dat net de essentie zijn wat het land en haar mensen tegelijk onweerstaanbaar en onuitstaanbaar maken. Nooit is het snel genoeg, nooit luid genoeg, nooit sexy genoeg, nooit duur genoeg, nooit relax genoeg, nooit rood genoeg. De ouders van het lieve meisje in de klas zouden zeggen: nou, dat hoeft toch allemaal niet zo overdreven te zijn? En ze zouden gelijk hebben. Maar kijk, daar staat die schoonheid met haar brommer. Stap op en ga een paar gezinswagens voorbijscheuren. Doe het nu.
‘IN ‘IL SORPASSO’ GAAT HET OVER ALLE BELANGRIJKE DINGEN: ETEN, LIEFDE EN AUTOMECHANIEK.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier