PB GRONDA, auteur van Nemen wij dan samen afscheid van de liefde, Kentucky, mijn land en het nieuwe Onder vrienden duikt elke week in de populaire cultuur.

PB GRONDA

Hoewel ik waarschijnlijk beter had gepast in een tijd dat melkboeren, liftboys, drogisten, bigbandleiders, messenslijpers, stewardessen en krantenventers nog courante of sexy jobs hadden – in de tijd voor The Beatles, de pil en kleurentelevisie dus – heb ik me aangepast en ga ik, zij het als een versleten musketier in een hightech Hummer, mee in de denderende stroom van het virtuele bestaan.

Pas met kerst vorig jaar logde ik voor het eerst in op Facebook. Ik zat in Italië voor het haardvuur en tot ver in de Alpen viel er weinig anders te beleven dan polenta te vreten. Ik heb sindsdien zeker vier keer iets gelezen dat niet in de categorie compleet oninteressante nonsens viel. Zelf heb ik ook oninteressante nonsens toegevoegd, niet het minst ter promotie van eigen werk. Soms, midden in de nacht of op kille zondagen, heb ik daar wel eens spijt van.

Toch was het pas een week of twee geleden, op de dag dat de onlinemuziekdienst Spotify in ons land werd gelanceerd en blijkbaar quasi automatisch via Facebook laat weten wat je zoal door je luidsprekers jaagt, dat ik dacht: Nu kan het mij werkelijk, maar dan ook werkelijk geen kloten meer schelen. Niet dat Gunter Van Poperinge naar X-Static van Foo Fighters aan het luisteren is, en zeker niet dat Joeri Bosmans dat zo’n geweldig nieuws vindt dat hij dat ook meteen moet laten weten aan Gunter. En een paar honderd andere mensen, onder wie zeker mensen die de Foo Fighters haten. Die bestaan.

Nu is muziek delen met vrienden inderdaad een van de fijnere dingen in het doorgaans weinig tot enthousiasme aanzettende leven. Aanraden, praten over, cadeau doen, uitlachen met… heerlijk. Net daarom komt de zoveelste banalisering van iets authentieks en persoonlijks zo hard aan. Nu ja, bij heel veel mensen blijkbaar niet. Maar voor hoe lang nog?

Het idiote waanidee dat er voor gelijk wie op deze planeet meer dan pakweg twee tot twintig mensen belangrijk genoeg zouden zijn om er alle mogelijke details van te willen weten, geraakt stilaan op. We kunnen dat nog wel even volhouden en doen alsof we allemaal zulke waanzinnige sterren zijn dat de minste halve gedachte zo snel mogelijk gedeeld moet worden, liefst via zeven kanalen tegelijk, maar geloof me: op een dag kom je op de plek waar ik mij twee weken geleden bevond, en dan zeg je: het interesseert mij niet. ‘Ja maar, Paul! Steven luistert net naar Five Little Sluts van Avi Buffalo! Da’s toch tof om weten?’ Kijk, Steven. Het. Interesseert. Mij. Niet. Als er iemand ’s nachts aanbelde om bij het schrale licht van een oude olielamp zijn kleine verzameling versleten schoenzolen te laten zien, dan zou me dat ongeveer zes kilo harder interesseren.

We hebben Web 2.0 omhelsd en zoals vaak wanneer de mens iets omhelst, kneep hij het bijna dood. En aan de velen die zullen zeggen: ja, maar je kunt die en die instelling toch aanpassen, en ga dan weg van Facebook als je ’t niet leuk vindt en laat het ons op ons gemak wel leuk vinden: stilaan tijd om te ontgroenen, jongens. Puberen is nodig, maar op een dag stop je met Axe deo te gebruiken en verkoop je die belachelijke brommer. Ik heb die van mij alvast te koop gezet op straat.

‘PUBEREN IS NODIG,

MAAR OP EEN DAG STOP JE

MET AXE DEO OF FACEBOOK

TE GEBRUIKEN.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content