P.B. GRONDA, schrijver van onder meer Onder vrienden en recent nog Straus Park, duikt elke week in de populaire cultuur.
Vertel iemand dat je schrijver bent, en er komt ofwel medelijden ofwel – vaak ook geveinsde – adoratie. Mensen zeggen dan: een boek schrijven, dat zou ik nog eens willen doen. Of, beter nog: dat is een van de dingen die ik ooit nog wil doen. Zo wekt de gesprekspartner het vermoeden dat er ergens een lijst bestaat van onwaarschijnlijk interessante dingen die hij of zij ooit zal ondernemen, eens het leven als productmanager of hoogleraar fysica gaat vervelen.
Toch zie ik dat echt meer en meer mensen aan het schrijven gaan en dat is goed, want goedkoper dan therapie. Die vaak slecht is, aangezien in België iedereen een bordje met ’therapeut’ naast zijn voordeur mag hangen, zoals een grappige bel of een opflikkerende kerstman in de daarvoor voorziene periode van het jaar. Wat minder goed is, is het fenomeen van de schrijftips en -cursussen. Veel schrijvers en ontzettend plaatselijke schrijfgoeroes gaan in de fout door zich op een bepaald moment te laten vangen aan het samenstellen van een soort lessenpakket om goed of beter te leren schrijven. Waarom? Eerlijk gezegd, ik weet het niet. Ik vermoed in de hoop potentiële rivalen op een fout spoor te zetten of de eigen positie te beschermen door de eigen stijl tot ideaal te verheffen.
Welnu, goed nieuws voor alle hobbyisten en bij hoofdberoep actief zijnde schrijvers: dit stukje zal de enige les zijn die je ooit nodig hebt. En je zit al halverwege het stuk. Moeilijk gaat het dus niet zijn.
Negeer alle vormen van schrijftips. Dat is ‘m. De enige regel. Want schrijftips of lessen of studies creative writing zorgen er enkel voor dat er nog veel meer versies verschijnen van dezelfde roman. Half Amsterdam ligt op dit moment precies dezelfde roman te schrijven. En de andere helft moet er nog aan beginnen als ze klaar zijn met naar revenge porn te kijken.
Wil je elke zin beginnen met ‘En toen ging ik’, dingen schrijven als ‘Rosa haatte heel de wereld’ of ‘Dit is het begin van mijn verhaal’ aan het begin van je verhaal: gewoon keihard doen. Ook als je woorden als ‘keihard’ wilt gebruiken waar dat niet echt nodig is om een punt te maken, maar gewoon, omdat het keihard kan.
Geen enkele grote roman ontstond ooit uit de vingers van iemand die zijn handen eerst in een pasvorm liet schroeven. Schrijf in spreektaal, half in het Engels, in emoji of in hoofdstukken van telkens 20 zinnen. Lees schrijftips en bedenk voor jezelf waarom ze waardeloos zijn en jij het beter weet. Als je dit leest en in de les schrijven zit, verlaat dan meteen de klas, vraag je geld terug – dat kan nu nog – en ga frieten eten met het mooiste meisje van de klas. Of de mooiste jongen, als je niet graag frieten eet met meisjes. Wat ik zou kunnen begrijpen. Fucking meisjes, ook. Met hun dingen, allemaal. En zo. Shit, zeg.
De literatuur vraagt om een paar rake klappen uit zo onverwacht mogelijke hoek. De eerste die me nog komt vertellen dat hij ooit een boek wil schrijven, die zet ik dan ook meteen aan het werk en ik blijf op een krakende stoel zitten wachten tot het boek klaar is. Dat gaat heel plezant zijn. Dit is het einde van mijn column.
P.B. GRONDA
GOED NIEUWS VOOR ALLE HOBBYISTEN EN BIJ HOOFDBEROEP ACTIEF ZIJNDE SCHRIJVERS: DIT STUKJE ZAL DE ENIGE LES ZIJN DIE JE OOIT NODIG HEBT.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier