Journalist Bart Van Doorne reisde voor ‘Bart In Alle Staten’ een half jaar door de VS, op zoek naar de gewone Amerikaan. ‘Als ze niet opletten, wordt het een fundamentalistisch land.’ Door Stefaan Werbrouck
BIAS – BART IN ALLE STATEN – VANAF 7/4, ELKE DONDERDAG – 22.05 VTM
In 2002 trok Bart Van Doorne naar de Verenigde Staten, om er in de voetsporen van de legendarische Suzy Hendrickx correspondent te worden voor het VTM-nieuws. Na drie jaar keert hij nu terug naar België, met in zijn rugzak de 9-delige reportagereeks BIAS û Bart In Alle Staten én een missie: het echte Amerika tonen.
‘BIAS’ is er gekomen ‘omdat Amerika zo fantastisch is’. Je hebt de tijdgeest een beetje tegen.
Bart Van Doorne: Ik predik in de woestijn hé? Maar ik wil de mensen niet op andere gedachten brengen met BIAS, ik wil ze gewoon de cultuur leren kennen. Waarom ergeren wij ons aan de Amerikanen? Omdat wij denken dat hun cultuur dezelfde is als de onze, terwijl er tussen een Amerikaan en een Vlaming evenveel verschil is als tussen een Chinees en een Vlaming. En het zijn die verschillen die ons ergeren. Hoe groot de kloof is, heb ik gemerkt toen ik de reeks aan mijn bazen toonde. Van sommige dingen vielen zij van hun stoel, terwijl ik ze na drie jaar in Amerika allang niet meer verbazend vind.
Zoals?
Van Doorne: Van dikke mensen vinden wij dat ze zich eigenlijk een beetje moeten schamen, terwijl Amerika daar veel verder in staat. Daar zeggen ze: ‘Als het mooi weer is en je wilt een bikini aan, wat maakt het dan uit dat je moddervet bent? Zolang je je daar maar goed bij voelt.’ Ik ben het gewoon om eindeloos dikke mensen in een stringske te zien, maar als je dat hier toont, slaat iedereen achterover.
Je gaat onder meer naar het WK hotdogs eten en naar een ‘gunshow’. Daar krijgen we het cliché van de VS als land van halvegaren weer.
Van Doorne: Met de hand op het hart, geen enkele persoon uit de reeks heeft in de VS al in een reportage gezeten. Wij zijn geen zotten gaan draaien, al had dat wel gekund. Aan materiaal geen gebrek. Ik ken een gezin dat letterlijk in een berenhol woont! Maar ik wilde de echte Amerikaan tonen. Is het een bevestiging van clichés? Tot op zekere hoogte wel: Amerikanen zijn nu eenmaal gek op wapens. Ieder dorp in de midwest heeft een eigen gunshow: als je daar rondrijdt, zie je overal borden met reclame. Oké, wij gaan natuurlijk op bezoek bij de grootste – ik ga liever met 40.000 Amerikanen schieten dan met 6000 – maar het fenomeen is er wel. We bevestigen sommige clichés, maar als je de negen afleveringen ziet, krijg je toch een goed beeld van Amerika.
Vindt een New Yorker iemand die ’s weekends een rondje gaat schieten ook niet gewoon een idioot?
Van Doorne: Ja, maar New York is een ander land. Ga duizend kilometer verder en je zit in een compleet verschillende wereld, met mensen die anders denken en leven. Als de Amerikaan gemiddeld één geweer in huis heeft, komt dat doordat ze er in de midwest twee hebben. Al mijn vrienden in New York zijn razend benieuwd naar de reeks, omdat zij er zich ook geen idee van kunnen vormen. Ik weet dat we veralgemenen door naar zo’n gunshow te gaan, maar wij hebben in New York en Californië – en dat is evenzeer een ander land – ook een hoop dingen gedraaid. Maar de opmerkelijkste verhalen komen uit die grote lap grond tussen de twee kusten, waar ze echt met een blaffer in hun pick-up zitten, met achterop een sticker ‘I love God’. En dan spreken we over 200 van de 290 miljoen Amerikanen, hé. Dát is het echte Amerika.
Bush-country, kortom.
Van Doorne: Ja, je kunt geen beter voorbeeld hebben van een typische Amerikaan. Bush komt uit dat diepe binnenland, waar de toeristen niet komen, waar de films niet over gaan, hij leeft voor God en laat zich eindeloos graag portretteren als de cowboy. Een groot deel van de reeks gaat bij wijze van spreken over de buurman van Bush.
Je bent ook naar een paar zwaarbewaakte gevangenissen geweest. Raak je daar gemakkelijk binnen?
Van Doorne: Absoluut, dat maakt van de VS ook zo’n fantastisch land om tv te maken. Als je in België de binnenkant van de gevangenis van Brugge wil filmen, moet je dat een jaar op voorhand aanvragen; een portret van twee minderjarigen die op death row zitten was met één telefoontje en één fax geregeld. Enkel in de executiekamer van Huntsville, ’the execution capital of the world’, mochten we niet filmen.
Wat is het meest opzienbarende dat je hebt gezien?
Van Doorne: Er waren een aantal momenten waarvan ik dacht: dit is niet aan het gebeuren. Die gunshow in Kentucky: het wapentuig dat ik daar gezien heb! Geweren van twee meter lang, waarmee je helikopters uit de lucht kunt halen. Ze staan dan een half uur lang met honderden tegelijk op autowrakken en oude wasmachines te schieten. Na twee minuten was alles volledig doorzeefd, maar ze bleven maar doorgaan, met een gelukzalige glimlach. Voor de reportage over ‘het geloof’ ben ik naar het Bijbelpretpark geweest, de Holy Land Experience. Daar kun je rondwandelen in een nagebouwd Jeruzalem en elke dag, om drie uur stipt, wordt Jezus er gekruisigd. Een perfecte Jezus-kloon, volledig bebloed, strompelt met een kruis op zijn rug naar een nagemaakte Golgotha-berg en wordt met veel bombarie aan het kruis genageld, terwijl duizenden Amerikanen met tranen in de ogen staan te kijken. Onvoorstelbaar!
Amerikanen en geloof: voor Europeanen blijft het een onuitputtelijke bron van verbazing.
Van Doorne: Omdat er zulke essentiële verschillen zijn. Bush zegt – niet één keer maar regelmatig – dat hij zich uitverkoren voelt om Amerika in de juiste richting te leiden en heel veel Amerikanen keuren dat goed. Eigenlijk zegt hij dus: ik ben gekozen door God om de wereld beter te maken. Bij ons is zo iemand rijp voor de psychiatrie, in Amerika word je daar president mee! Bush is natuurlijk een stuk erger dan Clinton: hij heeft de godsdienstwaanzin heel sterk doen toenemen.
Weekend Knack sprak onlangs met vier Vlamingen die in de VS werken: die zeiden dat het klimaat alsmaar benauwder wordt.
Van Doorne: Het is schrikwekkend hoe dat land in de ban is van God – kijk maar naar de zaak-Schiavo. Op de Republikeinse conventie werden alle toespraken van Bush – dat zien wij niet op tv omdat wij enkel de hoofdpunten brengen – voorafgegaan door een collectief gebed. Sommige conservatieven willen de evolutietheorie uit het lessenpakket halen en vervangen door het scheppingsverhaal. In het zuiden zijn er zelfs al kinderen die leren dat de wereld is ontstaan met Adam en Eva en dat Darwin een dorpsgek was. Dan heb je het over een impact die generaties ver gaat! Niet Bush is de president van Amerika, maar God.
Ze hadden het ook over de alomvattende angst, ‘de donkere wolk over de mensen’. Jij bent vlak na elf september correspondent geworden. Heb je die angst zien groeien?
Van Doorne: Die wolk is onthutsend. Op zich is het opmerkelijk hoe snel Amerika zich hersteld heeft na de aanslagen. Maar Amerikanen zijn nu echt bang, ook al door het schrikbewind van Bush. Als je naar de bibliotheek gaat en boeken uitleent over Allah, kom je op de zwarte lijst van de FBI terecht. Ik heb het zelf meegemaakt. Op de Republikeinse conventie was ik de toespraak van Bush aan het volgen en de FBI heeft mij daar opgepakt omdat ik niet mee aan het applaudisseren was! Ik ben wel snel weer vrijgelaten, maar de volgende zes maanden werd ik op de luchthaven – en voor BIAS heb ik 73 keer gevlogen – telkens uit de rij genomen en door drie mensen van boven tot onder gecontroleerd. In het begin dacht ik nog: Verdorie, ik heb toch altijd malchance. Maar na de twintigste keer besefte ik dat ik op een zwarte lijst stond. Amerika moet zich dringend ontspannen, anders wordt het een fundamentalistisch land.
Waarom is er dan geen reportage over patriottisme?
Van Doorne: Omdat iedereen in de reeks in dat thema past! Ik zou de Amerikaan niet willen zoeken die géén Amerikaanse vlag in zijn huis heeft. Maar wat wil je, als je bij elke toespraak hoort wat voor fantastisch land het is? De politici denken als reclamemakers: als we het maar genoeg herhalen, gaan ze het wel geloven. Hetzelfde met ‘The American Dream’, het onderwerp van de laatste reportage: dat wordt er ook met de paplepel ingegoten. Daarom dat al die armen in al hun ellende heilig blijven geloven in het land van melk en honing. ‘The American Dream’ bestaat ook, maar voor één op de duizend mensen. De andere 999 halen het niet.
Je keert nu na drie jaar terug. Wou je niet blijven, zoals je ex-collega Greet De Keyser?
Van Doorne: Neen, ik vind het in België veel beter. Ik ben veel liever één van de 999 in België dan in de VS. Als je hier op plaats 999 staat, heb je het nog stukken beter dan wie daar nummer 300 is. Daarbij: zoals het er nu evolueert, is Amerika geen land waar ik mijn kinderen wil laten opgroeien. Het is een eindeloos fascinerend land, maar ook een land van tegenstellingen. Ik heb, net als veel mensen, gemengde gevoelens bij Amerika, en die zijn de voorbije drie jaar alleen maar intenser geworden. Ik ben de Amerikanen nog liever beginnen te zien en ik ben ze nog meer gaan haten.
Stefaan Werbrouck
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier