In de westernballade Meek’s Cutoff volgt regisseuse Kelly Reichardt haar fetisjactrice Michelle Williams op dooltocht door de Far West. Amerika’s independentmatrone over de lange, hobbelige weg richting erkenning. ‘Hollywood is geen fuck in auteurscinema geïnteresseerd.’

Paarden, prairies, huifkarren, wapens en indianen, of ten minste één indiaan: op het eerste gezicht heeft Meek’s Cutoff alle ingrediënten van een traditionele western. Toch kun je Kelly Reichardts maidentrip door het Amerikaanse genre bij uitstek bezwaarlijk traditioneel noemen. Daarvoor is het geweld te gering, het tempo te traag en de sfeer te intiem, om nog maar te zwijgen van het benepen 4/3-beeldformaat en de thema’s als feminisme en racisme die Reichardt subtiel in het vakkundig ontbeende verhaal laat doorsijpelen.

Waarover Meek’s Cutoff gaat? Over de op feiten gebaseerde tocht van spoorzoeker en charlatan Stephen Meek, die anno 1845 een paar pioniersgezinnen door de woestijn van Oregon gidst, maar daar algauw hopeloos verloren loopt. Op die manier muteert Reichardts odyssee door het gemythologiseerde wilde Westen langzaam tot een fatalistische survivaltocht, met de woestijn als grootste gevaar, Meek als bron van frustratie en Hollywoodprinses Michelle Williams als morele kompas.

‘Sommigen noemen het een revisionistische of feministische western’, grijnst Reichardt, die zich met kleine, uitgepuurde films als Old Joy (2006) en Wendy and Lucy (2008) zonder fanfare tot een van Amerika’s toonaangevende indie-auteurs wist op te werken. ‘Alleen hou ik niet van die hokjestermen. Ze slaan nergens op. Het is niet omdat het hoofdpersonage een vrouw is dat een film per definitie feministisch is. Is Pretty Woman feministisch? I beg to differ.(Lacht)

Het is wel een antitraditionele western.

KELLY REICHARDT: Het is vooral een ongewone western. Ik kies een vrouwelijk perspectief, en dat is zeldzaam voor een periodefilm en zeker in zo’n mannelijk genre. De film biedt evenmin de simpele actie met de stereotypes die je gewend bent. Voor mij is Meek’s Cutoff een drama over fysieke en psychologische grenzen – net zoals mijn vorige films – maar dan gesitueerd in het pionierstijdperk. Trouwens: wat is de definitie van een western? Is het een verhaal met cowboys en indianen dat zich afspeelt in Amerika tussen 1800 en 1890? De grenzen zijn vager dan de clichés doen vermoeden.

Kun je de film zien als een allegorie op hedendaags Amerika? Stephen Meek is dan een negentiende-eeuwse George W. Bush, een arrogante cowboy die de mensen voorliegt en verloren loopt in de woestijn.

REICHARDT:(Knikt) In hun verslagen en dagboeken stelden de pioniers zich dezelfde vragen als de Amerikanen ten tijde van Bush en de Irakoorlog. Is onze gids dom en incompetent of is hij kwaadaardig? Toch gaat de subtekst van de film meer over de algemene vraag naar verantwoordelijkheid en goed leiderschap dan over George W. Bush. Meek is ook een voorvader van Nixon, Reagan en alle andere demagogische idioten die onze politieke geschiedenis rijk is. Aan inspiratiebronnen geen gebrek. (Lacht)

Het eigenlijke hoofdpersonage is niettemin het beruchte Oregon Trail, de meer dan 3400 kilometer lange pioniersroute tussen Washington en Oregon.

REICHARDT: We hebben dertig dagen op locatie gedraaid onder de meest extreme omstandigheden op de meest afgelegen plekken. Het was twee uur rijden naar het dichtstbijzijnde motel, wat betekende dat we niet alleen ons materiaal de woestijn moesten inslepen, maar ook water en proviand voor de hele equipe. We kampeerden tussen de ratelslangen en schorpioenen op dezelfde plekken als waar de Europese immigranten indertijd verloren zijn gelopen. Dat was hard en hels, maar ofwel omarm je de poëzie die je in dergelijke extreme condities kunt vinden en laat je het landschap mee de film regisseren, ofwel loop je te zeuren en verknal je het.

Toch zal Michelle Williams wel luxueuzere werkomstandigheden gewoon geweest zijn.

REICHARDT: Ze moest zelf haar kleren wassen en naaien en zelfs haar eigen potje koken. Omdat ik een zo realistisch mogelijke film wilde, hebben we een pioniersbootcamp georganiseerd om de cast en crew voor te bereiden. Een week voor de opnames kreeg iedereen de ambachten en technieken aangeleerd die nodig waren om zo’n zware trektocht te overleven. Ook ik kan nu met een Winchester overweg, pas dus maar op wat je schrijft. (Lacht) Trouwens: Michelle deed al mee in mijn vorige film Wendy & Lucy. Ze weet waarvoor ik sta en waar ik met haar heen wil. Gelukkig is Michelle een volbloed actrice en geen verwaande diva.

Heb je een ster als haar nodig om dit soort poëtische, minimalistische cinema gefinancierd te krijgen?

REICHARDT: Haar bekendheid helpt, maar zelfs dan blijft het lastig. Toen ik begin jaren negentig begon, had je nog verschillende independentmaatschappijen, maar die zijn de voorbije jaren ofwel op de fles gegaan ofwel overgenomen door de Hollywoodmajors. Die laatste zijn geen fuck in auteurscinema geïnteresseerd. Wat de majors onder de noemer ‘independent’ verstaan, zijn goedkopere en ruwere varianten op hun formulefilms. Als vrouwelijke regisseur heb je bovendien nog een extra handicap: producers willen alleen maar dat je ‘vrouwenfilms’ maakt, wat dat ook moge zijn. Ik zeg niet dat het even erg is als in het pionierstijdperk, maar racisme en seksisme zijn nog steeds niet uitgeroeid.

Opvallend: al je films zijn trage meditaties over rusteloze personages die onderweg zijn in onmetelijke landschappen.

REICHARDT: Dat heeft met mijn kindertijd te maken. Mijn ouders hadden een camper waarmee we iedere zomer vanuit Florida dwars door Amerika trokken. Urenlang zat ik dan door het raam te kijken, terwijl de landschappen langzaam muteerden en de radio naargelang de regio die je passeerde verschillende deuntjes speelde – nog niet die banale eenheidsworst van nu. Op mijn twaalfde kreeg ik van mijn vader een camera cadeau en sindsdien heb ik die op elke trip meegenomen. Dat mijn films iets meditatiefs en documentairs hebben, komt daardoor. Bovendien heb ik jaren een zwervend bestaan geleid. Ik ging waar ik dacht mijn films te kunnen maken, wat in het begin vaak een road to nowhere bleek.

Nu je erover begint: je bent 48 en toch een relatieve nieuwkomer.

REICHARDT: Ik was een collegedrop-out en een ongeleid projectiel. In het begin kluste ik hier en daar wat bij, onder meer voor Hal Hartley (zie ‘Trust’ (1990) en ‘Simple Men’ (1992); nvdr.) en Todd Haynes (zie ‘Velvet Goldmine’ (1998), ‘Far From Heaven’ (2002) en de miniserie ‘Mildred Pierce’ (2011); nvdr.), regisseurs die ik nog steeds als mijn mentors beschouw. Het was Todd die me aanraadde om les te geven in afwachting van eigen filmprojecten, iets wat ik trouwens nog altijd doe. Via Todd heb ik ook Jonathan Raymond ontmoet, de schrijver van Old Joy en sindsdien mijn vaste scenarist. Je zou kunnen zeggen dat ik, net als de pioniers uit Meek’s Cutoff, een lange weg heb afgelegd om mijn doel te bereiken. Alleen was er op die van mij altijd water in de buurt. (Lacht)

MEEK’S CUTOFF

Vanaf 16/5 in de bioscoop.

DOOR DAVE MESTDACH

Kelly Reichardt : ‘MICHELLE WILLIAMS MOEST HAAR EIGEN POTJE KOKEN. GELUKKIG IS ZE GEEN VERWAANDE DIVA.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content