Eén taxi, twee mannen, vijf moorden, psychologische powerplay en digitale bravoure. En dan te zeggen dat Michael Mann met ‘Collateral’ écht geen zin had in nog maar eens een gewichtig drama. ‘Een psychologische thriller maken, biedt nog geen excuus voor intellectuele luiheid.’ Door Dave Mestdach
‘Collateral’ volgt geen klassieke structuur. Een bewuste keuze?
Michael Mann: Toen ik het script las, was de gebalde structuur het eerste wat me aantrok. De hele film speelt zich af in één enkele nacht, tussen zes uur ’s avonds en vier uur ’s morgens. Een vastomlijnd begin, midden en einde is er dan ook niet. Je wordt onmiddellijk in de schimmige wereld van Max en Vincent gegooid, de één een brave taxichauffeur (Jamie Foxx), de ander een gewetenloze huurmoordenaar (Tom Cruise). Als regisseur vond ik dat een enorme uitdaging. Hoe grijp je het publiek meteen bij het nekvel wanneer je hen compleet desoriënteert en hen zonder opwarming in een complex spanningsveld dropt?
Was het geen risico om Cruise te casten als slechterik?
Mann: Dat Tom en ik gingen samenwerken was aanvankelijk zo ongeveer het enige wat vastlag. In het begin speelde ik dan ook veeleer met de gedachte om Tom de rol van taxichauffeur Max te laten vertolken dan die van Vincent. De meeste regisseurs kiezen eerst hun protagonist en passen het personage vervolgens aan zijn profiel aan. Ik ga net omgekeerd te werk. Ik heb eerst een strak uitgeschreven personage in gedachten en ga pas dan op zoek naar de acteur die het best aan dat profiel beantwoordt. Toen we de dialogen aan het uitwerken waren, begreep ik echter plots dat Tom qua uitstraling, ambiguïteit en looks de perfecte antipode zou zijn voor Jamie Foxx, die dan Max zou kunnen vertolken. Die perfecte balans tussen twee personages die op een geloofwaardige, subtiele manier als dag en nacht van elkaar verschillen, was dan ook cruciaal.
Net als in ‘Heat’ speelt Los Angeles ook dit keer een cruciale rol. Hoe slaag je erin de meest gefilmde stad ter wereld alsnog vanuit een originele invalshoek te belichten?
Mann: Mijn fascinatie voor LA heeft allicht te maken met het feit dat ik een immigrant ben. Die zijn altijd een stuk fanatieker. Ik ben de stad in 1994 intensief beginnen doorkruisen op zoek naar geschikte locaties voor Heat en sindsdien ben ik daar nooit meer mee gestopt. Elke vrijdag en zaterdag rijd ik bijvoorbeeld mee met mijn vriend, een politiechef van de LAPD, die me naar de meest unieke locaties brengt waar je anders als blanke alleen nooit zou komen. Zo spendeer ik dus mijn weekends, door van de ene moordscène naar de andere te tuffen. Op die manier heb ik een heel ander LA leren kennen. Niet het LA dat door de filmindustrie telkens wordt opgevoerd, maar een veelgelaagd tapijt aan culturele getto’s, van North Valley over Wilmington tot Chinatown. Weet je wat grappig was? Toen ik Jamie Foxx voor de opnamen enkele locaties wilde tonen, nam ik hem mee in mijn wagen. Achteraf bekende hij me dat hij zich toch niet helemaal lekker had gevoeld en nog nooit in zo’n akelige buurten was geweest. Stel je voor. Een blanke immigrant uit de middenklasse die een zwarte uit East LA even gidst door de getto’s. (lacht)
Een van de sterkste beelden in ‘Collateral’ is dat van de coyotes die ’s nachts over straat trippelen en plots voor de taxi van Max opduiken.
Mann: Dat is een autobiografisch beeld dat ik er absoluut in wilde. Enkele jaren geleden stond ik tijdens een van mijn nachtelijke ritten door de achterbuurten van LA effectief oog in oog met een roedel coyotes. Secondenlang bleven ze me aankijken, terwijl het licht van mijn koplampen als een groenachtige, elektrische schijn in hun ogen werd gereflecteerd. Dat was zo’n imposant, bedreigend beeld dat ik het nooit meer zou vergeten. Bovendien past het ook perfect als metafoor voor deze film. Ondanks alle beschaving die om de Hollywood Hills heen werd gebouwd, blijft Los Angeles evengoed een schimmig oord waar roofdieren soeverein over de straten heersen. Het beeld toont aan hoe het dierlijke instinct het uiteindelijk haalt op het dunne laagje cultuur.
Waarom heb je deze film eigenlijk gemaakt. Wat was de onderliggende gedachte?
Mann: Geen eigenlijk. Met The Insider en Ali heb ik twee films na elkaar gemaakt die erg gewichtig waren qua thematiek en die heel wat debat wisten los te weken. Bovendien waren het films die ook heel veel intensief onderzoek vergden. Daarna ben ik bijna twee jaar bezig geweest met de voorbereiding voor The Aviator, een biopic over het leven van filmbons Howard Hughes die ik aanvankelijk ook zou regisseren. Maar mentaal was ik leeg. Het ging niet. Ik kon me maar niet met Hughes identificeren en daarenboven ging het alweer om een film die gebaseerd was op echte personages en dus alweer intensieve research vergde. Toen ik daar met Martin Scorsese over sprak, zei hij: ‘Ik begrijp perfect wat je bedoelt. Maar het is een uitstekend script. Waarom laat je het mij niet regisseren?’ En zo geschiedde. Dat voelde aan alsof ik plots van een enorme druk werd verlost. Met mijn volgende project – dat uiteindelijk Collateral bleek te zijn – wilde ik me dan ook creatief helemaal uitleven. Gewoon mijn hoofd leegmaken, de camera ter hand nemen en iets creëren over twee conflicterende karakters, met heel wat hedendaagse muziek, en met als decor LA by night. Meer ambitie had ik deze keer echt niet. (lacht)
En toch heb je het jezelf alweer niet gemakkelijk gemaakt door per se ’s nachts digitaal te willen draaien?
Mann: Een goede psychologische thriller maken, biedt nog geen excuus voor intellectuele luiheid. Over de look van deze film heb ik dan ook erg lang nagedacht. Met een gewone camera zou ik nooit de broeierigheid hebben kunnen vastleggen waar ik naar zocht. Daarom heb ik een speciale high definition-camera laten bouwen waarmee je als het ware dwars door het nachtelijke doek heen kon kijken. Als met het blote oog. Je ziet het schimmige landschap met de bevreemdende contouren van de palmbomen en de heuvels alsof je er zelf doorrijdt. En dat is op pellicule niet mogelijk.
Bovendien heb je Cruise in een ongewoon jasje getogen.
Mann: Ik wilde dat zijn personage zowel elegantie als ruwheid uitstraalde. Daarom zocht ik naar een look die helemaal afweek van wat het publiek van Tom Cruise zou verwachten, zonder er echter een karikatuur van te maken. Ik wilde het oppervlak wat ruwheid meegeven – door zijn stoppelbaard en zijn grijze haren – om hem een zekere anonimiteit te verlenen. Tenslotte oogt het kwade veel dreigender wanneer er een herkenbare banaliteit in schuilt. Ook over het grijze pak hebben we lang nagedacht. Het lijkt een duur maatpak zoals zakenlieden dragen, maar dan wel eentje dat in geen geval om de hoek te krijgen is. Dat lijken schampere details, maar het zijn net dat soort dingetjes die het psychologische basispatroon diepgang geven en geloofwaardig maken.
En dat alles resulteert in een strak gestileerde neo-noirthriller?
Mann: Misschien niet volgens de strikte definitie van het woord ‘film noir’, maar Collateral leunt er qua sfeer en look inderdaad dicht bij aan. Toen ik de eindmontage voor het eerst zag, moest ik zelfs heel even denken aan They drive by night, een film uit de jaren veertig met Bogart die ook in de streek rond LA en grotendeels ’s nachts werd opgenomen.
Het is rijkelijk vroeg, maar kun je al iets vertellen over je volgende project?
Mann: Dat zal The Few worden, een oorlogsdrama over Amerikaanse piloten die tijdens de Tweede Wereldoorlog de slag om Groot-Brittannië hebben beslecht, en dat gebaseerd op de memoires van een jonge piloot. Het wordt een film die komaf maakt met de mythe dat Amerika Europa uiteindelijk uit handen van de Duitsers heeft gered. Hoog nodig als je de huidige arrogantie van sommige Amerikaanse politici ziet. Het eskadron dat the Battle of Britain won, bestond immers uit amper 17 Amerikanen. De overgrote meerderheid waren Polen, Zuid-Afrikanen en Australiërs.
De beuk erin.
Dave Mestdach
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier