Get me Roger Stone
Vanaf vrijdag 12/5 in Netflix
‘I believe in winning‘, zegt Roger Stone in het begin van de fascinerende Netflixdocumentaire over zijn leven, die al sinds de vertoning op het festival van Tribeca over de tongen rolt. De kans is groot dat zijn naam u niets zegt. Maar als Donald Trumps steile opmars naar het Witte Huis aan iemand kan worden toegeschreven, dan wel aan Stone, een man met een joekel van een Richard Nixon-tattoo die ook vandaag nog informeel aan de knoppen van Trumps presidentschap zit. Lang voor The Donald het zelf in de mot had, wist Stone al dat hij een ‘uitstekend stuk politiek paardenvlees’ was, zoals de man het zelf formuleert in de documentaire. In 1987 gaf Stone de toenmalige zakenmogul voor het eerst de raad om zich kandidaat te stellen voor het presidentschap.
Stones politieke levenswandel is allesbehalve zuiver op de graat, zo blijkt uit de uitstekende, soms misselijkmakende documentaire Get Me Roger Stone, die leven en carrière van de excentriek geklede politieke bulldozer (‘een boosaardige Forrest Gump’, noemt jurist Jeffrey Toobin hem) in kaart brengt. Op zijn negentiende was Stone de jongste persoon die in het Watergate-schandaal genoemd werd. In 1972 dook hij voor het eerst op in de campagne van Richard Nixon. En er was de voorbije vijftig jaar in de VS geen politiek schandaal, geen schelmenstreek of geen relletje waarbij Stone niet van zich liet horen.
Trump had zijn Republikeinse vertrouwensman nochtans het advies gegeven om niet aan de docu mee te werken: ‘De regisseurs zullen je een hoop vervelende vragen stellen.’ Stone bleef behoedzaam, maar gaf toch zijn fiat. Documakers Morgan Pehme, Daniel DiMauro en Dylan Bank volgden de zelfverklaarde agent- provocateur gedurende meer dan vijf jaar en namen tal van interviews af (waaronder ook met Trump). De documentaire is opgedeeld in losse hoofdstukken, die telkens van start gaan met een zin uit Stones boek met gouden regels, zoals ‘Attack, attack, attack. Never defend‘ of ‘Admit nothing, deny everything, launch counterattack’. Het is Stones filosofie in een notendop: campagne voeren is oorlog. Politiek is een schaakspel, en de tegenstanders zijn de pionnen.
Coregisseur Morgan Pehme vertelde in een interview dat Stone regelmatig grapte dat hij de regisseurs zou laten ombrengen als hij de documentaire maar niets vond, en dat hij hen te pas en te onpas commie pinko homosexual liberals noemde. Ondanks alles – hij had voor de première een advocaat voorzien om een klacht wegens laster in te dienen – zag Stone uiteindelijk weinig graten in het duistere portret dat van hem geschetst wordt. Stone is een man die plezier haalt uit zijn rol van opperschurk, en, een beetje zoals Trump zelf, drijft op de haat die hij oproept. ‘Het enige wat erger is dan dat er over je geroddeld wordt, is dat er níét over je geroddeld wordt’, citeert hij Oscar Wilde. Get Me Roger Stone doet zijn onderwerp alle eer aan: een complexe, duivelse en bijwijlen charismatische figuur wiens politieke carrière beter uitdraaide dan hij ooit had durven te dromen. De gelijkenissen met de huidige opperbevelhebber van de VS, die hij achter de schermen nog steeds adviseert, zijn duidelijk.
Andreas Ilegems
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier