Terwijl David en Stephen Dewaele een jetlag of twee verwijderd van hier een terminaal hip volkje opzwepen met hun moddervette elektroclash, gaat vader Zaki in de AB op zoek naar ‘De Schoonste Slow’. Wij trokken – op de tonen van ‘Zeven Kanjers van Matrozen’, pardon, ‘Zeven Anjers, Zeven Rozen’ – de herboren dj tegen de bast voor een verkennende tegeldans.

Het gemoed van Zaki (60) – Jacques Dewaele voor de fiscus, Jackie voor de vrienden – is met geen onheilstijding stuk te krijgen. ‘Hij is het soort mens van wie je het karakter zou willen lenen als je naar een feestje moet en even niet in de stemming bent’, zo verwoordde Pat Donnez ooit Zaki’s onverbeterlijke optimisme. Galant is hij ook, want als we afspreken voor het interview, stelt hij voor om tot bij ons te komen, en niet – zoals gebruikelijk – omgekeerd. Uiteindelijk wordt het de lobby van de Holiday Inn in Gent, een plek die wel vaker gebezigd wordt door mediafenomenen van allerlei pluimage en wij nét daarom liever vermijden, maar tegen Zaki’s argument kunnen wij niet op: ‘Net zo makkelijk, dan hoef je tijdens de spits de stad niet door.’ Eens ter plekke is hij zijn eigen zelve: onuitputtelijk in scherts en luim. Zelfs over zijn zangcarrière kan er een relativerende kwinkslag af. ‘Mijn plaatjes staan op eBay voor bijna 0 euro en nog steeds niemand die ze koopt.’ Het klopt, zo blijkt achteraf: De Schoone Leie van Zaki en de Hartjes is de uwe voor amper 1 euro 50. ‘Het was destijds als grap begonnen,’ lacht hij, ‘maar ik had het niet voldoende uitgewerkt om het ook zo te doen overkomen.’ Met plaatjes draaien (samen met Mike Verdrengh was hij de 2 Many DJ’s van de vorige eeuw), programma’s presenteren (zoals Cijfers & Letters) en programma’s producen (via zijn productiehuis ID-TV) had hij meer succes. Zaki is nu nog altijd media consultant, maar sinds kort is hij ook teruggekeerd naar zijn meest natuurlijke habitat: de discobar. Nogal logisch dus dat volgende openingsvraag spontaan naar onze lippen welde.

Wie of wat heeft jou weer naar de draaitafel bewogen?

Zaki: Simpelweg de goesting. Ik heb jarenlang alle aanbiedingen afgeslagen, maar ze bleven komen – voor een groot stuk is dat te wijten aan het succes van mijn zonen: ik krijg minstens een keer per maand telefoon van iemand die het lumineuze idee heeft om mij ergens samen met mijn jongens te laten draaien. Dat doen we sowieso niet – het zou onverstandig zijn – maar op mijn eentje zag ik het plots weer wel zitten. Al moet ik toegeven dat ik niet helemaal zeker van mijn stuk was: ik heb bij wijze van experiment een tijdje in den duik gedraaid. En het voelde… fantastisch! Twee jaar geleden heb ik zo eens in de Culture Club in Gent gedraaid, wat eigenlijk het territorium van mijn zonen is. Toen wilde ik er al een slow tussen foefelen. Ze verklaarden me gek: iedereen ging ervan uit dat de dansvloer zou leeglopen. Wel, ik heb een weddenschap afgesloten, een slow gedraaid, vastgesteld dat de hele zaal stond te dansen en mijn twee flessen champagne tevreden mee naar huis genomen.

Mogen we jouw publieke zoektocht naar ‘De Schoonste Slow’ opvatten als een statement?

Zaki: Zeker. Er worden geen slows meer gespeeld en dat is geen goede zaak. Zelf slow ik nog geregeld met mijn vrouw. We hebben altijd graag gedanst, Frida en ik. Dat jongeren ons raar bekijken als we aan elkaar staan te frunniken, zegt meer over hen dan over ons.

In welk opzicht is deejayen veranderd sinds de hoogdagen van de ‘Mike & Zaki Show’?

Zaki: Vroeger brulden we nog wel eens iets door de microfoon tussen twee nummers. Dat kan je nu niet meer maken, maar verder is alles bij het oude gebleven. De Mike & Zaki Show heeft bijna mytische proporties aangenomen, maar ik doe er niet makkelijk nostalgisch over. Zo’n bijzonder spannend leven leidden we toen niet. Ja, Stan Getz is ooit bij ons thuis blijven slapen en The Small Faces kwamen geregeld rosbief met prinsessenbonen eten, maar van decadente toestanden was geen sprake. Wij namen indertijd geen amfetamines om ons gaande te houden. Ik heb nooit in het nut, laat staan in de romantiek van drugs geloofd. Ik vind het al verschrikkelijk genoeg dat ik sinds mijn veertiende een verstokte roker ben. Van marihuana bijvoorbeeld heb ik een natuurlijke afkeer. Ik moet nog maar in de buurt van een joint komen of ik word al misselijk. En ik heb in de jaren 60 met eigen ogen gezien wat heroïne of lsd met een mens kan doen. Dat zag er niet schoon uit, geloof me.

Hebt u, toen uw zonen furore begonnen te maken in het dj-milieu, hen vaderlijk op de schoot genomen en gewaarschuwd voor de verleidingen van drank en drugs?

Zaki: Goh, ik ben geen bemoeizieke vader. Dat wil niet zeggen dat ik niet bezorgd ben om mijn jongens. Als dj moet je elke dag weer het beste van jezelf geven. De dag dat het even niet goed gaat, lijkt de verleiding me enorm groot om naar drugs te grijpen. Het is een wijd openstaande val. Maar voor zover ik er zicht op heb, zijn DaveenSteph nog steeds clean. Voor de zogenaamde decadentie hoef ik hen niet te waarschuwen, denk ik. Een keer heb ik hen gevraagd of ik hen niet eens een en ander over seks moest bijbrengen. Ik heb ze zelden zo hard horen schateren.

Tot voor kort presenteerde je het ochtendblok op de commerciële radiozender Be One. Viel er wat op te boksen tegen de concurrentie: Wim Oosterlinck (StuBru), Deckers & Ornelis (Q-Music), Leen Demaré (Donna)?

Zaki: Ach, het slechtste wat je als medium kan doen, is naar de concurrentie kijken. Al dat over en weer lonken werkt alleen maar verlammend. En tegenprogrammeren is contraproductief. Dit gezegd zijnde: Wim Oosterlinck en Deckers & Ornelis zijn onmiskenbaar dé grote talenten van een nieuwe lichting radiomakers. Ik ben blij dat de verschillende zenders eindelijk van hun rigoureuze formats terugkomen en weer het belang van personalities inzien. De mensen luisteren niet alleen naar de radio om muziek te horen, ze willen vooral een presentator die iets te vertellen heeft.

Pleit jij, toch een notoir muziekliefhebber, nu voor kletsradio?

Zaki: Er is een verschil tussen lullen en creatief omspringen met de ruimte tussen twee platen. Wim bijvoorbeeld zit zich elke ochtend op Studio Brussel al kletsend te amuseren, maar ik heb nooit het gevoel dat hij zomaar wat aan hetlullen is. Hij gaat speels om met de actualiteit van de dag.

Enkele jaren geleden maakte je al een kortstondige radiocomeback bij Donna. Je voelde je achteraf misbruikt door (toenmalig) nethoofd Bert Geenen, zei je.

Zaki: Ho maar! Ik voelde me helemaal níet misbruikt. Hij heeft me wel gebruikt om bij Donna eens een ander soort radio te maken dan ze daar doorgaans gewoon zijn. Mijn allereerste plaatje bij Donna was van Jimi Hendrix. Het hele kot stond op zijn kop. Dat kon niet! De luisteraar zou afknappen op zo’n brok gitaargeweld! Wel, er is niet één kwade reactie gekomen. Die ouwe Zaki kwam daar blijkbaar mee weg. Ze waren zo geobsedeerd door hun format, dat ze niet eens een nummer durfden te programmeren met een elektrische gitaar in! Ik heb bewezen dat ze daar bij Donna minder bang moeten zijn van hun luisteraars.

Zaki: Toen VTM begon, was het verwijt aan de VRT dat het alleen programma’s uitzond voor zichzelf. Nu zouden ze er te véél rekening houden met wat de kijker en de luisteraar verlangen. Terechte kritiek? Misschien, maar het is zeker niet verkeerd dat de VRT een zender als Donna heeft. De BBC heeft met Radio 1 tenslotte ook een commerciële radio.

Een nog belangrijker vraag vind ik of de Vlaamse luisteraar geen recht moet hebben op een reclamevrije zender, zoals de BBC er ook een heeft. Wat reclame betreft, waren de tijden aan de Reyerslaan ooit anders. Ik heb nog de periode meegemaakt dat we het op de radio moesten hebben over ‘een gloeilampenfabrikant in Nederland’ als het over Phillips ging. Als je het woord ‘Coca-Cola’ nog maar durfde uit te spreken in de ether, vloog je al buiten.

Onlangs hield Vlaams mediaminister Geert Bourgeois een pleidooi voor meer Vlaamse muziek op de radio. Akkoord?

Zaki: Absoluut! Ik weet dat bij de VRT plannen bestaan om een zender te creëren die alleen Vlaamse muziek draait. Ik weet niet of een pure smartlappenzender een goed idee is, maar ik vind het de sociale verplichting van de openbare omroep om de vele liefhebbers van het Vlaamse levenslied te bedienen. Niet iedereen verstaat Engels, moet je weten, en ik vind het een taak van de VRT om muziek te draaien die mensen begrijpen. Kijk naar de hele hype rond Frans Bauer. Ik vind dat hij gerust nog een stapje verder mag gaan, hij mag zelfs wat meer opschuiven richting Eddy Wally. Ik pretendeer niet dat Eddy Wally van een hoog artistiek niveau is, maar zijn muziek heeft wel een functie.

De VRT-programmatoren beweren dat het huidige Vlaamse levenslied simpelweg kwalitatief tekortschiet.

Zaki: Dat is een ‘kip en het ei’-discussie, hé. Als het genre niet sterk genoeg vertegenwoordigd is, hoeft er geen medium voor te zijn. Maar als er überhaupt geen medium voor bestaat, zal het genre ook niet groeien. En toch zijn er genoeg voorbeelden van schlagers die het wel gemaakt hebben. Neem nu Zeven Anjers, Zeven Rozen(van Willy Sommers, nvdr). Je kan je vragen stellen bij de kwaliteit van het arrangement en zo, maar het nummer is wel een klassieker geworden.

Nog niet zo lang geleden kloeg je in een krant het conservatisme van de media aan. ‘De schrik regeert’, zei je.

Zaki: Daar sta ik nog altijd achter. De kijk-en-luistercijfers maken iedereen doodsbang. Men neemt de tijd niet meer om een programma te laten groeien of een zender op te bouwen. Een heel goed tegenvoorbeeld is Thuis. In het begin scoorde dat helemaal niet goed. Maar men heeft er voldoende tijd en energie in gestoken om die soap beetje bij beetje naar een hoger niveau te tillen. En kijk waar Thuis nu staat: dat is een kwalitatief zéér sterke soap, hé.

Hetzelfde geldt voor presentatoren. Die worden ook afgeschreven als ze niet meteen in hun plooi vallen. Dan stel ik mij de vraag: heb je die jongen wel begeleid, advies gegeven, de kans om te evolueren? Zelf ben ik als volslagen amateur bij de radio verzeild. Ik had deelgenomen aan een deejaywedstrijd zonder ook maar één plaat te bezitten: ik had ze allemaal geleend. Ik dank de heer nog altijd op beide knieën dat ik toen mocht beginnen. Onder auspiciën van Nand Baert, dan nog wel: hij heeft me met raad en daad bijgestaan toen ik mijn eerste stapjes bij de radio deed. Die collegialiteit is nu verdwenen. Men vertikt het om een ander te adviseren, omdat men denkt: ‘Als hij goed wordt, is mijn eigen job misschien in gevaar.’

Het heeft niet veel gescheeld of je had onlangs je televisiecomeback gemaakt. VTM wilde jou naar verluidt weer ‘Cijfers en Letters’ laten presenteren.

Zaki: Nuance. VTM heeft met het idee gespeeld om, in navolging van het Rad van Fortuin, ook Cijfers en Letters weer op de buis te brengen. Ik vond dat best een goed idee en ik heb er met VTM over gepraat, maar er is nooit gezegd dat ik het programma zelf zou presenteren. Dat zou ik persoonlijk ook onnozel gevonden hebben. Je moet niet proberen een oud succesje nog eens over te doen.

Koester je nog andere toekomstplannen dan?

Zaki: Er schiet niet veel meer over, hé. Alleen het nieuws heb ik nog niet gelezen. En het weer. (lacht) Ik ben nu eenmaal een onrustig type, heb geen zittend gat. Weet je, toen Frida en ik nog maar pas getrouwd waren – in 1967 was het, geloof ik – vroeg een journalist haar waarom ze precies met mij was getrouwd. ‘Omdat ik denk dat ik me met hem nooit ga vervelen’, zei ze. Dat heb ik altijd als een compliment beschouwd.

Ik wil nog heel veel uitproberen. Iemand moet dringend eens een televisieserie voor mij schrijven. Ik was bijvoorbeeld een uitstekende ‘Witse’ geweest. Ik heb ook een tijdje overwogen om stand-upcomedian te wor-den. Toen ik dat bij ons thuis aan de keukentafel fijntjes suggereerde, raakten mijn jongens toch even in paniek. Ze hebben me het idee – niet zonder moeite – uit het hoofd gepraat. Ik heb er mijn voordeel mee gedaan: intussen is mijn nieuwe boek klaar. Dat is uiteraard weer een meesterwerk geworden. (grijnst) Het gaat over iemand die de wereld een beetje moe is.

Terwijl jij net het tegenovergestelde bent: een onverbeterlijke optimist.

Zaki: Ja, dat is zo. Het gaat overigens zeer goed met de wereld, laat je daarover niets wijsmaken. En wat niet goed gaat, doet er niet zoveel toe. Als de opwarming van de aarde voor grote overstromingen zorgt, dan ligt Gent binnenkort toch maar mooi aan de zee, denk ik altijd. (lacht)

DE SCHOONSTE SLOW: ZATERDAG 18/2 IN DE AB-CLUB (NA SAINT AMOUR)

Vincent Byloo

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content