‘Babyshambles is beter dan crack’, sliste Ex-Libertine Pete Doherty over zijn nieuwe band. Hun debuut-cd ‘Down in Albion’ bewijst dat de poète maudit jarenlang gerold werd door zijn dealer. Door Bart Cornand

inds ik karton heb gerookt, is de angst weg’, vertelde Pete Doherty (26) onlangs aan het Britse blad NME. ‘Mijn lief had een joint gemaakt met een tamponhuls. Sindsdien gaat alles weer goed met me.’ Altijd een spektakel, die gast. Sinds een jaar of twee hebben de tabloids hun tanden in zijn nek gezet, en lossen doen ze niet meer. Pete-de-junk ontslagen bij The Libertines. Pete-de-junk schandvlek op Live8. Pete-de-junk in de cel. En vorige maand: ‘ The Daily Mirror reveals shocking pictures of supermodel Kate Moss snorting a fat line of cocaine during a debauched drugs and drink session with junkie lover Pete Doherty.‘ Ook aanwezig die zonnige dag in de opnamestudio: Mick Jones, punklegende van The Clash en producer van The Libertines én van het debuut van Baby-shambles, Doherty’s nieuwe band. De zanger – tot voor kort een dwangmatige heroïne- en crackroker, maar sinds hij een neutraliserend implantaat heeft gepromoveerd tot snuiver – verkocht het verhaal van zijn ontslag bij de voormalige Britpopgoden aan The Sun. Met de opbrengst scoorde hij meteen een nieuwe voorraad. Resultaat: Pete Doherty is de Tommy Lee van dit decennium, een karikatuur van wie de doorsnee krantenlezer wel weet wíé hij is maar niet wát hij doet. Daar sta je dan met je halleluja-recensies in Q Magazine, je fotomodel en je tampon.

En zeggen dat het nog zo kunstzinnig begonnen was. De jonge Doherty was een man van de letteren, die op zijn zestiende een poëziewedstrijd van de British Council won en naar een poëziefestival in Rusland werd gestuurd. In 1996 leerde hij Carl Barât kennen, een theaterstudent annex gitarist met een Jimi Hendrix-manie. Klikken deed het niet, maar ze wisten dat ze genoeg common ground konden afbakenen: een imaginaire variant op dichter William Blakes Albion ( de oude Welshe naam voor Groot-Brittannië, nvdr), bevolkt met schrijvers en popiconen en waar The Clash en The Smiths de huisorkesten waren – bands die hadden bewezen dat rockteksten van literair niveau konden zijn. De twee huurden samen een kamer in een bordeel bij een anorectische madame die Barât wel zag zitten en Doherty probeerde te vermoorden, ze wilden zichzelf als escortes verhuren tot ze door hadden dat hun diensten niet door vrouwen aangevraagd waren, en ze vonden de term ‘guerrilla gigging’ uit, waarbij ze met hun versgebakken band – The Libertines – opdoken in kraakpanden, verlaten fabrieken en kebabtenten. Na vijf jaar ploeteren bood het label Rough Trade ze een contract aan. Up the Bracket werd een undergroundsucces. Doherty spoog ideeën als een junk die cold turkey afkickt; Barât filterde er de goeie brokken uit en polijstte ze tot er songs overbleven.

Het spuug bleef komen, maar het goedje werd dunner en dunner: een maand of zes nadat hij met smack was beginnen te knoeien, had Doherty een stevige verslaving te pakken. De Europese tournee van 2003 werd zonder hem afgewerkt. Het was het begin van het einde van The Libertines. Toen hij Barât liet weten dat hij het Spaanse luik van de tour alsnog wou meespelen, bedankte zijn literaire sidekick feestelijk voor het aanbod. Geschokt trok Doherty zich terug in een afkickcentrum. Enkele dagen later ging hij er op de loop – het begin van een hardnekkige gewoonte. Wanneer de band zonder hem naar Japan vertrok, had hij een meesterplan klaar: hij zou Barât treffen, brak bij hem in en zette het op een lopen met een vintage-gitaar, een cd-speler, laptop en een video onder zijn oksels. William Blake moest zich bij Albion toch iets anders hebben voorgesteld. De rechter ook, trouwens: Doherty mocht een maand met harige mannen douchen in Wandswordth Prison.

Op de dag van zijn vrijlating stond Barât hem broederlijk op te wachten. Tijdens de comebackconcerten sloegen de vonken van het podium, maar lang bleef de lol niet duren: Doherty liep alweer verloren in zijn eigen aders, en wanneer een maand later de opnames van de tweede cd, The Libertines, moesten beginnen, nam de manager enkele buitenwippers in dienst om de twee aspirant-dichters uit elkaar te houden. Een uitstekende investering, bleek al snel. Exit Doherty, en nu voorgoed. Een ontwenningskliniek hier, een boeddhistische kuur daar, gelukkig nieuwjaar.

Barât tourde tot grote colère van zijn oude maat onder de oude groepsnaam verder (intussen omgebouwd tot Dirty Little Things), terwijl Doherty met veel bombarie Baby-shambles oprichtte. De aanloop van die band verliep als het doorsnee voorseizoen van Frank Vandenbroucke: een groot bakkes, tijdens een ritje/try-out in het Zuiden de concurrentie even uitlachen, maar uiteindelijk meesmuilend opgeven nadat de politie dope in de garage heeft gevonden (‘Het waren medicijnen voor de hond.’). En toch ligt nu het debuut Down in Albion in de winkel. Alweer die verwijzing naar Blake. Alweer die nadrukkelijke echo’s van The Clash, The Smiths en The Jam. Alweer Kate Moss, die met haar background vocals van Fuck Forever een even geile als doorzichtige single maakt. Maar geen Barât om de brokken te filteren, om tijdens de repetities de zweep boven te halen, om te schreeuwen dat het legertje profiterende crackheads in de studio moest oprotten. Down in Albion is de beste demo die The Clash nooit heeft opgenomen. Doherty barst nog altijd van het potentieel, maar tussen professionele machientjes als Franz Ferdinand, Kaiser Chiefs en Bloc Party is Babyshambles een stotterende freakshow. Het klinkt slecht, maar het is nog altijd een spektakel. Nog even.

Bart Cornand

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content