‘The old in and out’. Perfect van toepassing op de carrière van Neil Young. Want zelden is een artiest zo vaak ‘in’ en zo vaak ‘out’ geweest. Koppig, impulsief, hardnekkig, eigenwijs. En passioneel, getuige zijn nieuwe cd.

Door Eddy Hendrix

Are You Passionate? (Warner)

Ik herinner het me nog levendig. Hoe ik door mijn beste vriend werd belaagd toen ik Tonight’s The Night en Zuma, twee Neil Young-platen uit de jaren ’70, in de lokale mediatheek had geleend. Het was 1983, volle new wave-periode. Siouxsie & The Banshees en Echo & The Bunnymen, dát was in. Neil Young, far out. Maar o ironie van het lot als uitgerekend Johnny Rotten, het boegbeeld van de beeldenstorm tegen de oude rockmogols, reveleert dat hij Zuma de beste elpee aller tijden vindt. En als Neil Young in My My Hey Hey een hulde brengt aan Johnny zelf en aan punk in het algemeen. It’s better to burn out than to fade away, citaat uit dat lied, staat in de afscheidsbrief van Kurt Cobain. Want intussen is Neil Young ook al Godfather of grunge en Dinosaur Sr.of noise. Terwijl elke rechtgeaarde folkie en singer-songwriter, mijlenver verwijderd van grunge en noise, hem evenzeer als een icoon aanbidt.

Are You Passionate? is geen meesterwerk, geen mijlpaal. Een behoorlijke Neil Young-plaat, gedrenkt in soul en rock. Stax en Crazy Horse. Van Crazy Horse is alleen gitarist Frank ‘Poncho’ Sampedro aanwezig. De rest wacht aan de zijlijn. Zo is het altijd al geweest. Crazy Horse staat ter beschikking. Voor de soul is Young gaan aankloppen bij Booker T, toetsenist, en Donald ‘Duck’ Dunn, bassist, beiden deel uitmakend van het beroemdste huisorkest van het gerenommeerde Memphis-soullabel Stax. Met hen stond hij enkele jaren geleden voor het eerst op Torhout/Werchter.

Ondanks die bezetting blijkt het te zelden passionele soul, en is het nostalgisch denken aan de broeierige, van schuiftrompetten en saxofoons voorziene rhythm and blues op This Note’s For You. Maar vrees niets, er staan vier authentieke Neil Young grand cru’s op, waarvan Goin’ Home je laat geloven dat Everybody Knows This Is Nowhere opnieuw is uitgebracht.

Het opvallendste lied, wegens zijn thema, is Let’s Roll. Het gaat over de gekaapte vlucht op 11 september, die zijn doel miste omdat enkele passagiers de terroristen probeerden te overmeesteren, waardoor het vliegtuig niet op een strategisch gebouw, maar in een veld in Pennsylvania neerstortte. Een van die reizigers was Todd Beamer, die net voor zijn heldendaad nog zijn vrouw opbelde. Zijn laatste woorden tegen haar waren Let’s Roll.

Young had eerder al, op een grote muzikale memorial, Imagine van John Lennon gezongen. Toch is hij nooit een protestzanger geweest. Zijn meest bijtende protestlied is Ohio, een spontane opwelling van woede nadat in mei 1970 aan de Kent State University vier betogende studenten waren doodgeschoten door de Nationale Garde. The Needle And The Damage Done en Tonight’s The Night waren twee aanklachten van een geheel andere orde. Een schreeuw van onmacht, en een waarschuwingskreet voor fataal druggebruik. Aanleiding was de dood van respectievelijk Crazy Horse-gitarist Danny Whitten en van roadie Bruce Berry.

Maar de essentie van zijn loopbaan ligt niet daar. Wel in de grilligheid die ze kenmerkt. Neil Young saboteert zijn eigen carrière. Wanneer hij zijn eerste en enige hit scoort met Heart Of Gold, geeft hij vervolgens een ruk aan het roer, met rommelige en morbide platen als Time Fades Away en On The Beach als gevolg. ‘ Heart Of Gold plaatste me on the middle of the road. Het is er veilig rijden, maar oervervelend’, is zijn commentaar.

Begin jaren ’80 brengt hij een noise-, country-, rockabilly- en een controversieel elektronica-album Trans uit. Tijdens zijn concert in Vorst Nationaal stalt hij zijn machinerie uit en jaagt daarmee een horde geshockeerde fans van het eerste uur op stang. Weinigen beseffen dat voor Neil Young de vocoders, synthesizers en computers een symbolische betekenis hebben. Uit twee relaties heeft hij twee zwaar mentaal gehandicapte kinderen, Zeke en Ben, met wie de communicatie moeizaam verloopt via gesofistikeerde elektronica. Zij zijn ook de aanleiding tot de jaarlijkse Bridge School Benefitconcerten, die zijn vrouw Pegi organiseert.

Maar niet alleen de fans krijgen het op hun heupen, ook platenbaas David Geffen is de eigenwijsheid van Young kotsbeu. Hij sleept zijn poulain voor de rechter, met de eis dat die opnieuw typische Neil Young-platen moet maken. ‘Werkelijk absurd,’ zegt Young daarover, ‘ik moest mij voor de rechter verantwoorden in welke mate ik Neil Young ben.’ Young wint het proces, en brengt vervolgens, om Geffen een neus te zetten, met Life een typische Neil Young & Crazy Horse-plaat uit.

Hij maakt fans en entourage hoorndol: hij kondigt platen aan, schrapt die plannen, verandert te elfder ure de tracklisting, past titels aan en eist ineens ander artwork. Zijn hoezen hebben één constante. Als hij al afgebeeld wordt, is het telkens wazig.

De koppigheid en hardnekkigheid zijn karakterieel, al heeft de loop van zijn leven een en ander versterkt. Young kreeg op jonge leeftijd de scheiding van zijn ouders te verwerken, op zijn zesde werd hij getroffen door polio, die hem voor het leven een pijnlijke rug heeft bezorgd. De dood van zijn boezemvrienden Danny Whitten en Bruce Berry en de geboorte van twee zwaar gehandicapte kinderen waren mokerslagen. Maar Neil Young is niet alleen de verstokte Loner. Hij is een verwoed Survivor. Vaak gekruisigd, telkens verrezen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content