FLANDRIENS VAN HET VELD

MICHEL WUYTS. 'Als vijftiger begin ik nog maar aan mijn goede jaren.'

Maandag 26/12, 20.40 – Canvas

Terwijl de liefhebbers nog genoten van de heerlijke verhalen in De Flandriens, dacht interviewer van dienst Michel Wuyts al stilletjes aan een vervolg: De Flandriens van het veld. ‘Een blik op onze veldrijders lag voor de hand’, aldus Wuyts. ‘We hebben voor de wereldkampioenschappen gekozen, omdat daar prachtige verhalen over winst en verlies te rapen vallen.’

Dan denken we meteen aan Paul Herygers…

MICHEL WUYTS: En het schouderklopje dat hij Richard Groenendaal gaf. Dat komen beide protagonisten uit de doeken doen. Dat gebeurde trouwens in Koksijde, waar het wereldkampioenschap dit jaar opnieuw plaatsvindt.

Bij verlies denken we aan de tranen van Sven Nys en Mario De Clercq in 2000. Wat was daar aan de hand?

WUYTS: Dat hele seizoen hadden Nys en Groenendaal, de sterksten van het pak én ploegmaats, elkaar in de vernieling gereden. Met Mario De Clercq vaak als lachende derde. Voor het WK, uitgerekend in Groenendaals thuisbasis Sint-Michielsgestel, had hun ploegleider Jan Raas de wetten gesteld: wie eerst gaat, weet dat de ander hem niet zal achtervolgen. Groenendaal heeft zich van die eerste vlucht verzekerd door al voor de start een psychologisch spelletje met Nys te spelen.

Durf je te stellen dat jij jouw aandeel hebt gehad in de populariteit van het veldrijden op televisie?

WUYTS: De meeste eer komt onze voormalige strateeg Aimé Van Hecke toe. Hij zag na het verlies van het voetbalcontract in 1996 in dat we dat een beetje konden goedmaken door ons op het wielrennen toe te leggen. De VRT had toen de rechten van het WK veldrijden in álle categorieën, maar we zouden enkel dat van de profs uitzenden. Ik heb toen gevraagd om ook dat van de beloften te tonen met de toen nog jonge Sven Nys en Bart Wellens. Geen van hen heeft het podium gehaald, maar toen is wel de kiem gelegd van de lange liefdesrelatie tussen de tv-kijker en onze veldrijders.

Is het niet lullig dat we net top zijn in een discipline waarin je amper andere nationaliteiten aantreft?

WUYTS: Ikzelf heb er geen probleem mee om de beste te zijn in een kleine wereld, en de supporters nog minder.’s Maandags kunnen zeggen dat je met de winnaar hebt gevierd: daar draait het toch om?

Vorig jaar verliet je de Tour na een ongeval van je vrouw. Weet je sindsdien dat je zonder wielrennen kan?

WUYTS: Het heeft me geleerd hoe relatief alles is als wat er echt toe doet – je gezin – in gevaar komt. Mijn focus lag meteen ver van de koers.

Kom jij niet stilaan in aanmerking voor die medaille die iedereen na twintig jaar in de Tour krijgt?

WUYTS: Die eer valt me volgend jaar al te beurt. Nou ja, eer. Ik denk dat ik die uitreiking aan mij ga laten voorbijgaan. Ik ben trotser op de medailles die ik met het lopen van marathons heb verdiend. De aandacht van die Tourmedaille hoeft niet echt, vooral omdat het niet zo veel voorstelt. Ik herinner mij nog dat André Meganck (de stille, maar onmisbare man achter de wielercommentatoren; nvdr.) een paar jaar geleden die medaille kreeg. Hij keek er wel erg naar uit. Voor de uitreiking moest hij naar het startdorp komen, niet evident voor iemand die verslag uitbrengt van bij de finish. Daar bleek de uitreiking dan uitgesteld – André verdiende beter dan dat.

Zie jij jezelf nog afscheid nemen van de sport, zoals jouw voorganger Mark Vanlombeek, die woordvoerder bij vtm werd?

WUYTS: Het liefst van al blijf ik mij bekwamen in wat ik met de De Flandriens-reeksen doe: interviewen. Met ontzag keek ik onlangs naar hoe Barbara Walters president al-Assad van Syrië op de rooster legde. Zij is de tachtig voorbij, ik denk dat ik als vijftiger nog maar aan mijn goede jaren begin.

HANS VAN GOETHEM

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content