Elk jaar verkoopt de entertainment-industrie een resem jonge acteursgezichten als ‘de Toekomst van Hollywood’. Na ‘Pearl Harbor’ lijkt Josh Hartnett ook in Ridley Scotts ‘Black Hawk Down’ die belofte waar te maken.

Door Ruben Nollet

‘Black Hawk Down’ vanaf 20 februari in de bioscoop.

Regisseur Ridley Scott heeft de reputatie dat hij zijn acteurs weet te kiezen. Als je dan ziet wie hij voor Black Hawk Down op de generiek heeft gezet, snap je meteen wat voor doel hij voor ogen had. Hier geen Ben Afflecks, Owen Wilsons of Bruce Willissen om het verhaal wat glamour te bezorgen. Een van de boodschappen die Black Hawk Down, de meedogenloze reconstructie van een uit de hand gelopen militaire ingreep in Mogadishu (Somalië) anno 1993, meegeeft, is dat de identiteit van een soldaat weinig uitmaakt als hij eenmaal onder vuur ligt. Als het op overleven aankomt, is iedereen gelijk voor de wet.

Scott moest dus op zoek naar jonge en geloofwaardige spelers die de aandacht van het thema niet zouden afleiden, en Josh Hartnett beantwoordt perfect aan dat profiel. Of de 23-jarige acteur uit St.-Paul, Minnesota nog lang bij bovenvermelde groep zal worden gerekend, is wel de vraag. Na Pearl Harbor verscheen hij al op meer dan één cover en het succes van Black Hawk Down zal zijn faam alleen maar bevestigen.

Nauwelijks vijf jaar geleden zette Hartnett voor het eerst voet aan wal in Los Angeles, nieuwsgierig of hij er acteerplezier zou vinden. Normaal gezien duurt het een tijdje voor je ginds een kansje krijgt, Hartnett mocht meteen opdraven in de Amerikaanse versie van de Britse tv-serie Cracker. Een paar maanden later week hij al uit richting witte doek, met hoofdrollen in de griezelfilms Halloween: H2O en The Faculty. Maar Hartnett wil meer zijn dan een fraai smoeltje. In Sofia Coppola’s regiedebuut The Virgin Suicides en de hippe Shakespeare-update O liet hij zien dat hij echt kan acteren. Daar is het hem ook om te doen, maakt hij tijdens ons gesprek duidelijk, en hij is niet van plan om zijn roem in de weg te laten lopen.

‘Pearl Harbor’ en nu ‘Black Hawk Down’: het grote publiek zal zich Josh Hartnett waarschijnlijk nog een tijdje herinneren als soldaat. Geen probleem voor jou?

Josh Hartnett: Ik snap wel dat het die indruk geeft, maar dit is wel al mijn tiende film. En in elk van die films heb ik een grote rol kunnen spelen. De reden waarom ik Pearl Harbor en Black Hawk Down wou doen, is dat die twee rollen me aanspraken. Bovendien hing er in beide gevallen een geweldig regisseur aan vast, plus een krachtig en betekenisvol script. Veel meer dan dat mag je niet vragen.

Aan de andere kant was je ook geïnteresseerd in Joel Schumachers Vietnam-drama ‘Tigerland’. Blijkbaar is er dus wel meer aan de hand.

Hartnett: Dat is toeval. Gelukkig of ongelukkig – het is maar hoe je het bekijkt – ligt de focus van veel goeie scenaristen momenteel op militaire verhalen. Het militaire leven op zich interesseert me niet meer dan om het even welk ander milieu, maar blijkbaar valt daar veel boeiends over te vertellen. Ik heb de indruk dat er nu weer een golf lichtvoetige films zit aan te komen. Hopelijk zit daar ook iets goeds bij.

Wat is zo boeiend aan militaire verhalen?

Hartnett: Het feit dat je als soldaat in leven-of-doodsituaties terechtkomt, vermoed ik. In die omstandigheden kunnen emoties hoog oplopen. Daardoor zijn die verhalen per definitie groter dan het leven zelf en dus ook heel dankbaar voor een scenarist.

Wat hoopte je uit ‘Black Hawk Down’ te halen dat je nog niet in ‘Pearl Harbor’ gevonden had?

Hartnett: Pearl Harbor was niet bepaald een harde oorlogsfilm. Het was in de eerste plaats een romantisch drama, stijl jaren veertig. Meer een Gone With the Wind dan een Platoon, zeg maar. Veel rauwer dan Black Hawk Down ga je dan weer niet vinden. Hij is veel authentieker, al wil dat niet noodzakelijk zeggen dat je er als acteur ook meer uithaalt. Het zijn gewoon heel verschillende opdrachten.

Je personage in ‘Black Hawk Down’, sergeant Eversmann, leert wat het betekent om een goede leider te zijn. Wat zijn jouw criteria op dat vlak?

Hartnett: Ik wou van Eversmann een soort vaderfiguur maken, al mag je dat niet te letterlijk nemen. Hij is iemand die in die onmenselijke omstandigheden probeerde het hoofd koel te houden en op de mensen in zijn omgeving te letten. Iemand die bovendien zachtaardig en lief trachtte te zijn. Mensen die hem kennen, zeggen dat de echte Matt Eversmann een toffe kerel is, ieders beste vriend. Het was makkelijk om hem te spelen, want niemand heeft me ooit een slecht woord over hem verteld.

Onzichtbaar

De personages die je speelt, zijn meestal nogal ingetogen. Hoe komt dat?

Hartnett: Het is mijn stijl, denk ik. Eversmann is meer een suggestie dan een statement, en dat heeft hij gemeen met veel van de personages die ik al gespeeld heb. Ik vind dat acteurs soms hun aandeel in de film overschatten en dan lijdt het geheel daaronder. Zeker als het gaat om een verhaal dat zich vrij recent heeft afgespeeld, zou ik niet willen dat mijn smoel de aandacht afleidt. Ik wil onzichtbaar worden als ik speel.

Hoeveel inspraak heb je gehad bij het vormen van het personage? Tenslotte is dit nog steeds een Jerry Bruckheimer-productie.

Hartnett: Het was in de eerste plaats een film van Ridley Scott. Hij was degene die elke dag met ons op de set stond. Ridley weet hoe hij zijn acteurs moet kiezen, en daarna geeft hij je veel vrijheid. Omdat hij de scènes zo minutieus construeert, wordt je job als acteur ook veel makkelijker. Je weet perfect wat je te doen staat. Ridley en ik hadden van bij het begin het idee dat Eversmann vooral moest observeren, de boel in het oog houden.

Hij is ook iemand die moeite heeft om zijn plicht en zijn geweten te verzoenen. Zou jij zelf ook zo’n soldaat zijn?

Hartnett: Geen idee. Ik ben nogal trouw aan mijn vrienden en ook aan mezelf. Ik denk dat ik heel snel gewetensproblemen zou krijgen, ja. Ik zou me er waarschijnlijk nooit toe kunnen brengen om op iemand te schieten, laat staan dat ik hem zou kunnen doden. Maar in die situaties sta je voor de keuze: ofwel schiet jij, ofwel loop je het risico dat jij of een van je vrienden het bekoopt. Ik weet niet wat ik zou doen.

Hoeveel wist je af van de situatie in Somalië voor je besloot dat je zou meespelen in deze film?

Hartnett: Weinig, maar ik denk niet dat ik een uitzondering ben. In 1993 was ik ook amper 15. Ik herinner me alleen een foto van Mike Durant, vol blauwe plekken, op de cover van Newsweek. Voor de gemiddelde Amerikaan is alles wat zich toen in Somalië heeft afgespeeld, maar een detail in het licht van de geschiedenis. Dat was ook net waarom ik het een geweldig idee vond voor een film.

We besteden weinig aandacht aan dat soort gebeurtenissen, terwijl op die dag behalve achttien Amerikanen ook duizend Somaliërs het leven hebben verloren. Gigantisch veel mensen, dus. Maar voor ons is zo’n dag niet meer dan een klein vlekje op onze radar, om de heel eenvoudige reden dat het ons dagelijks leven niet beïnvloedt.

Sinds 11 september zijn al die details natuurlijk wel veel belangrijker geworden, en ‘Black Hawk Down’ heeft door die gebeurtenissen opeens ook een heel andere bijklank gekregen. Denk je dat deze film nu meer waarde heeft?

Hartnett: Ik weet het niet. Mijn personage is in wezen niet zo’n grote held. Hij probeert vooral te overleven en zoveel mogelijk zijn vrienden te helpen. Het was er hem zeker niet om te doen, Somaliërs te doden en de macht van het Amerikaanse leger te demonstreren. Dat was wat de film wou zeggen.

Sommige mensen hopen dat Amerika zich na 11 september veel meer bewust zal zijn van hoe het moet aanvoelen om met de rest van de wereld te leven. Toen we besloten om Black Hawk Down te maken, was die boodschap overbrengen een van onze doelen. Nu hoeft dat niet meer. De aanslagen van 11 september hebben de focus van de film compleet verlegd. Nu is het plots een film die ons ervoor waarschuwt , niet te ver te gaan in onze buitenlandse inmenging. Maar dat is mijn visie. Ik ben geen politicus, en ben absoluut niet helemaal op de hoogte van wat in de wereld gebeurt. Ik ben alleen maar een kerel die soms een beetje te veel nadenkt. ( lachje)

Hoe bedoel je?

Hartnett: Dat ik niet altijd evenveel geloof hecht aan wat er in de kranten of op televisie verschijnt. Onze media geven maar één versie van de waarheid. Vraag me niet waarom, maar ik heb de pers nooit echt vertrouwd. Op CNN krijg je de meer liberale kijk op de dingen, op Fox News de conservatieve kijk, en dat heeft allemaal te maken met de eigenaars van die specifieke zenders. De logische conclusie is dat het nieuws niet meer puur het nieuws is. Het is een opinie.

‘Black Hawk Down’ gaat in wezen over een rampzalig afgelopen militaire ingreep. Denk je dat het publiek zin heeft om zoiets te zien?

Hartnett: In de ogen van het leger was het geen ramp. Ze vonden het natuurlijk verschrikkelijk om zoveel manschappen te verliezen, maar uiteindelijk heeft die militaire actie wel haar doel bereikt. Ik hoop dat de mensen die komen kijken begrijpen hoe belangrijk het is om inzicht te hebben in wat zich in de rest van de wereld afspeelt, teneinde alternatieve oplossingen te verzinnen en te vermijden dat mensen elkaar beginnen te beschieten. We moeten leren vooruitdenken, verder kijken dat dit eigenste moment. Daar kunnen we allemaal van profiteren, wij en alle toekomstige generaties.

Mogen mensen films als ‘Pearl Harbor’ en ‘Black Hawk Down’ voor waarheid nemen?

Hartnett: Ik hoop dat iedereen voor zichzelf kan denken en inzien dat Black Hawk Down geen objectieve historische reconstructie is. Dit is een verhaal over Amerikaanse soldaten die opeens in zo’n helse situatie verzeild raakten. En ik denk dat we daar heel eerlijk in zijn. Als je een volledig beeld wil van wat daar precies gebeurd is in Somalië, zal je andere bronnen moeten raadplegen. Wij tonen één kant van het verhaal, en hopelijk ook een gevarieerd beeld.

Maar hij wordt wel verkocht als een accurate film.

Hartnett: Dat is iets anders. Mark Bowden, de journalist die het boek heeft geschreven waarop de film zich baseert, kent wel het hele verhaal. Hij heeft drie jaar in Somalië gewoond om research te verrichten. Hij heeft met alle partijen gepraat. Hij kent de details en hij was constant op de set. Ik denk dus dat de details wel accuraat zijn. Je mag een film ook niet over dezelfde kam scheren als een nieuwsuitzending. In een film is er ruimte voor artistieke vrijheid. Je mag zelfs pertinente leugens vertellen, zolang ze maar een coherent verhaal dienen. Mark Bowdens boek geeft veel details uit de levens van zoveel verschillende mensen dat je niet anders kan dat die informatie versmelten. Een nieuwsuitzending moet zich in principe aan de objectieve waarheid houden.

En je maakt je geen zorgen dat niet iedereen dat verschil zal snappen.

Hartnett: Dat is niet mijn taak. Ik ben een artiest en dus hoef ik me daar niet om te bekommeren. Als je naar een schilderij kijkt, zal je ook nooit volledig begrijpen wat de kunstenaar bedoeld heeft. De kijker geeft zijn eigen interpretatie van wat hij ziet, en daar heeft hij recht op. Natuurlijk hoop je wel dat je publiek er bepaalde dingen zal uithalen. In dit geval: dat het nodig is om de wereld als geheel te leren kennen.

Echte soldaten

Wat was je visie op soldaten en het militaire apparaat voor je aan deze film begon?

Hartnett: Wat ik van het leger dacht, is sterk veranderd nadat ik ter voorbereiding op Pearl Harbor met een paar echte soldaten ben gaan praten. Die gesprekken deden me begrijpen dat je ook in het leger – naast de conservatieve en bekrompen vechtjassen – intelligente, ruimdenkende en verdraagzame mensen vindt. Dat heeft me de ogen geopend. In snap nu dat om het even welke groep per definitie uit heel verscheiden mensen zal bestaan. Daar kan je van op aan.

Heb je na ‘Pearl Harbor’ en ‘Black Hawk Down’ ook een beter idee van wat de functie van een leger is?

Hartnett: Nee, wat dat betreft, zijn mijn gevoelens nog verwarder dan vroeger. Vroeger leek het me zo logisch om gewoon alle wapens neer te leggen. Maar door de omgang met soldaten en officieren ben ik niet meer zo zeker. Ik weet ook wel dat zij maar één klok luiden, maar toch. Je kan er niet omheen dat er mensen zijn op deze wereld die zo op macht belust zijn dat ze over lijken willen gaan. En dat soort mensen kan je ongelukkig genoeg enkel militair op andere gedachten brengen. Als het aan mij lag, zijn morgen alle grenzen verdwenen en liggen we met zijn allen druiven te eten in het gras. ( lacht) Maar ik vrees dat het nogal onrealistisch is. En daarom hebben we een leger nodig. Soldaten zijn er om ons te beschermen tegen de mogelijkheid dat er iets ergs gebeurt, en om het voor anderen mogelijk te maken om te blijven dromen.

Kunnen we nog evolueren, denk je?

Hartnett: Ik hoop van harte dat de wetten van de evolutie ons in de goede richting duwen, maar ik zie het niet bepaald rooskleurig. De enige les die we uit het verleden trekken, is dat we vooral geen lessen trekken uit het verleden.

Was het fysiek gevaarlijk om deze film te draaien?

Hartnett: Er zijn wat gewonden gevallen, maar er gebeurde niks ernstigs. Al ben ik bijna neergeschoten. De geweren die we droegen, waren geladen met losse flodders, maar zo’n losse flodder kan je ook behoorlijk toetakelen als je er van dichtbij door geraakt wordt. Een vriend van me vuurde zo’n geweer af, vlak tussen mijn benen, met de loop griezelig dicht in de buurt van waar het pijn doet. ( lacht)

Tom Matthews, een van de legeradviseurs die op de set waren, zei me dat hij één keer echt bang is geweest voor onze veiligheid, en dat was toen we dicht naast die grote tanks moesten lopen. Als er iemand uitgegleden was, dan had hij de tank over zich heen gekregen. We hebben behoorlijk afgezien tijdens de opnames, moet ik zeggen. Maar niemand klaagde erover, omdat we ons in een gebied in Marokko bevonden waar wij veel meer luxe genoten dan de mensen die er wonen.

Tijdens de opnames verschenen er berichten dat je van plan was om je te gaan inzetten voor ontwikkelingshulp. Hoe staat het met die plannen?

Hartnett: Ik heb ze even uitgesteld. Mijn vriendin had liever niet dat ik na vijf maanden opnames weer naar het buitenland zou vertrekken. Maar ik zal het zeker niet bij die plannen laten.

Reken je daarbij op je groeiende beroemdheid?

Hartnett: Als mensen mijn personage in Black Hawk Down verkeerd interpreteren en me plots gaan zien als iemand die anti-Amerikaanse gevoelens vertegenwoordigt, zou het misschien slecht zijn als ik me met ontwikkelingshulp inliet. Los daarvan kan beroemdheid me niks schelen. In de gebieden waar ik wil helpen, maakt mijn soort roem trouwens geen bal uit.

Of je het nu wil of niet, je hebt na tien films het etiket ‘sekssymbool’ verdiend. Wat moet je daarvan denken?

Hartnett: Ik zou het niet weten. Ik denk zeker niet dat Black Hawk Down het daarvan moet hebben: we zien er niet uit in deze film. Die kapsels zijn afgrijselijk. ( lachje) Ik sta er niet te veel bij stil. Als ‘sekssymbool zijn’ inhoudt dat je bepaalde rollen nooit zal krijgen, dan kan ik dat etiket wel missen. Ik zou het geweldig vinden als ik de wereld mooier kon maken met mijn glimlach, maar ik vrees dat het niet voor morgen is.

Hollywood heeft de reputatie heel oppervlakkig en hol te zijn. Hoe ga je daarmee om?

Hartnett: Ik ga er niet mee om. Ik blijf ver weg van die feestjes. Ik ben ook niet van plan om ooit in Los Angeles te gaan wonen. Voorlopig lukt het me prima om een mooie carrière uit te bouwen zonder te moeten verhuizen. Als in L.A. wonen de voorwaarde is om mijn carrière nog verder uit te bouwen, dan blijf ik liever op het niveau waar ik nu zit.

Krijg je de smaak te pakken als je in twee grote opeenvolgende Hollywood-producties zit?

Hartnett: Ik geef toch de voorkeur aan kleinere films. Meestal worden die op zes tot acht weken gedraaid en voel je je er dus ook veel meer bij betrokken. Aan de andere kant weet ik ook dat sommige verhalen niet op die manier verteld kunnen worden. Neem nu Black Hawk Down: met een kleiner budget en een kleinere ploeg zou je nooit hetzelfde effect kunnen bereiken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content