Glamour en gruwel, seks en suspense, hufters en hoeren: James Ellroys spijkerharde misdaadroman ‘The Black Dahlia’ leek Brian De Palma op het lijf geschreven. Resultaat: een virtuoze, heerlijk perfide film noir uit Hollywoods donkerste krochten.

Ruim drie jaar hebben we moeten wachten op Brian De Palma’s verfilming van James ‘LA Confidential’ Ellroys op feiten gebaseerde noir-roman The Black Dahlia (1987). Het was het wachten waard. De vaak gefêteerde en nog vaker verguisde New Hollywoodveteraan – 65 is de maker van Scarface, The Untouchables en Carlito’s Way inmiddels – leverde een venijnige, sexy en heerlijk ouderwetse film noir af; een in whisky, zweet en sigarettenrook gemarineerde retrothriller die met bravoure de donkerste steegjes van het oude Hollywood induikt. Of beter: de Bulgaarse sets en decors die daarvoor doorgaan.

Het is daar dat we kennismaken met Bucky Eichert (Josh Hartnett) en Lee Blanchard (Aaron Eckhart), twee gelooide flikken die anno 1947 op zoek gaan naar de lustmoordenaar van B-actrice Elizabeth Short (Mia Kirschner); bijgenaamd ‘de Zwarte Dahlia’. Tenminste, voor zover beide heren zich niet laten afleiden door trofee-echtgenote Kay Lake (Scarlett Johansson) of de mysterieuze Madeleine (Hilary Swank), femme fatale met dienst. Wat volgt, is een elegante suspensethriller vol psychoseksuele obsessies, opspattend geweld, dubbelgangers, groteske uithalen, barokke camerabewegingen en cinefiele knipogen waarbij de noir-connaisseurs er de referenties aan Angel Face, Dark Passage, The Postman always rings twice, Sunset Boulevard of Notorious er zo uithalen. Hoezo, een atypische Brian De Palmafilm?

Lange tijd zag het ernaar uit dat David Fincher (‘Se7en’, ‘Panic Room’) deze film zou regisseren. Hoe lastig was het om het roer over te nemen van een andere regisseur als de film al quasi volledig is gecast?

Brian De Palma: Daar heb ik weinig last van gehad. Ik heb wél last gehad van slinkende budgetten, zeurende producenten en nog een miljoen andere zaken. Maar het roer overnemen, dat vormde géén probleem. (lacht) Mijn bedoeling was Ellroys roman, die ik al lang kende en al een keertje eerder had bewerkt, zo accuraat mogelijk te verfilmen. Ik had met andere woorden een solide basis en een goed script om van te vertrekken en ik voelde me sowieso met zijn thema’s verwant. Lust, verraad, overspel: het zijn archetypische noir-thema’s die ik in verschillende van mijn vorige films ook al heb verkend. En wat de cast betreft: ook daarover ben ik honderd procent tevreden.

Zou je Josh Hartnett zelf hebben gekozen? Velen vreesden dat hij te licht zou wegen voor zo’n complexe rol.

De Palma:Give the kid a break. Hij heeft misschien nog niet zo veel goeie films op zijn palmares, maar hij is ook nog maar net begonnen en bovendien heeft hij het schitterend gedaan in een rol die véél minder blits is dan de andere en dus meer zelfbeheersing vergt. Hij straalt zo’n Gary Cooper-achtige integriteit uit en dat was precies wat ik nodig had, aangezien zijn personage – Bucky – zo ongeveer de enige is die zijn geweten laat spreken in een milieu dat zo corrupt is als de pest. En zijn toewijding was aandoenlijk: die jongen heeft twee jaar in een boksclub zitten zwoegen om te kunnen overtuigen in de boksscènes, ook al duren die in de film amper drie of vier minuten. Oké, dat hij twee jaar moest trainen heeft vooral te maken met het feit dat de opnames telkens werden uitgesteld, maar hij had ook gewoon kunnen stoppen met boksen.

Tijdens de opnames werden hij en Scarlett Johansson verliefd op elkaar, waarmee ze meteen hét glamourduo van Hollywood werden. Is dat een zegen of een vloek voor een regisseur?

De Palma: In het begin had ik het niet eens door, maar ik ben dan ook geen romanticus. Pas toen Scarlett na haar opnames vrijwillig naar de set in Bulgarije terugkeerde, begon er een lichtje te branden. ‘Heeft dat meisje écht niks beters te doen?’, vroeg ik me af. Heel even dacht ik nog dat het misschien om mijn onmetelijke wijsheid en spirituele kracht was. (lacht) Het kwam mijn film goed uit: de ingehouden lust spat gewoon van hun scènes af. En het deed ook de dynamiek met Aaron (Eckhart) – die in de film een bizarre driehoeksrelatie heeft met Josh en Scarlett – extra uit de verf komen.

Vind je zulke gossipvragen vervelend?

De Palma: Welnee. Ik draai al veertig jaar mee in deze branche en ik weet hoe het mediaspelletje werkt. Dat gedoe met Josh en Scarlett betekent extra publiciteit voor The Black Dahlia en aangezien ik aan deze film drie jaar van mijn leven heb gegeven, zul je me daar niet over horen klagen. Ik word met de jaren ook milder. Vroeger had ik een rothekel aan die promotournees omdat journalisten alleen maar in filmsterren geïnteresseerd zijn en het interview met de regisseur er slechts bij nemen uit beleefdheid – om er vervolgens niks mee te doen. Zonde van mijn tijd, vond ik. Nu kan het me geen fluit meer schelen. Ik had vandaag niks beters te doen en de zon schijnt, dus waarom zou ik niet antwoorden op vragen over Josh en Scarlett? Wie weet kom ik ook nog eens in die roddelblaadjes.

Vind je dat je te weinig respect krijgt? Je hebt klassiekers gemaakt als ‘Carrie’, ‘Scarface’ en ‘The Untouchables’, je voerde samen met Coppola en Scorsese de New Hollywoodgeneratie aan en je hebt zelfs die ‘a long time ago in a galaxy far away’-intro van ‘Star Wars’ geschreven, dus ook de popcornvreters kennen je. En toch worden je films vaak apathisch of negatief onthaald.

De Palma:I just don’t bother. Ik ben nooit een meeloper geweest en dus ook nooit een populaire jongen. Sommige critici zijn me gunstig gezind en noemen me een invloedrijk auteur, anderen hebben een hekel aan me en verwijten me oppervlakkigheid, sensatiezucht en een ongezonde Hitchcockobessie. Ik heb daar inmiddels vrede mee. Wat The Black Dahlia betreft, kan ik alleen maar vaststellen dat het een spannend verhaal is met een goeie mix aan actie, romantiek, humor en suspense. Bovendien doen er goeie en bekende acteurs in mee. De film heeft dus alles om een hit te worden, maar misschien wordt het wel een dikke flop. Het zou mijn eerste niet zijn, maar toch zit ik hier nog altijd. Zo gauw krijgen ze me niet klein.

Is de commerciële druk dan niet groter dan vroeger?

De Palma: Toch wel. Maar ik heb gewoon de best mogelijke film gemaakt en wat er verder gebeurt, hangt van de kritieken en vooral van de marketingafdeling af. Ik hoop alleen maar dat het dit keer geen drie jaar duurt voor ik een volgende film kan maken, hoe The Black Dahlia het ook mag doen aan de kassa. Ik word een dagje ouder, dus heb ik niet veel tijd meer te verliezen.

Je bent toch al bezig met ‘Capone Rising’, de sequel op ‘The Untouchables’?

De Palma: En met Toyer, een misdaadthriller met Colin Firth die waarschijnlijk mijn eerstvolgende film wordt. Wat Capone Rising betreft, zou ik nog niet te vroeg juichen. De voorbereidende gesprekken gaan de goeie kant uit, maar zolang we geen grote ster aan boord hebben, trekken de studio’s hun portemonnee niet. Dat gold ook bij The Black Dahlia. Zelfs Josh Hartnett of Scarlett Johansson wegen niet zwaar genoeg als je in Hollywood nog een ernstige film voor volwassenen wil maken. Als je voor een project als dit een serieus budget wil, dan heb je gewoon een Johnny Depp of een Brad Pitt nodig. Treurig.

Is het ooit anders geweest?

De Palma: In de jaren 70, toen de regisseur nog de ster van de film was. Het heeft weliswaar niet lang geduurd en achteraf beschouwd was dat halve mirakel ook alleen maar te danken aan de economische crisis, Vietnam en enkele andere factoren waardoor de studio’s even de kluts kwijt waren, maar bijna tien jaar lang hebben Scorsese, Coppola en ik toch min of meer de films kunnen maken die we wilden. Nu zou je films als The Godfather of Apocalypse Now niet eens meer mogen maken. The Black Dahlia kost nog niet half zoveel en toch moesten we al uitwijken naar Europa.

Naar Bulgarije dan nog: hoe kwamen jullie daar in vredesnaam terecht?

De Palma: Het was de enige plek waar we de decors konden bouwen en het nodige personeel inhuren zonder ons budget te overschrijden. Geen klachten over: de Bulgaren hebben ons hartelijk ontvangen en onze production designer Dante Ferretti (de huisdecorateur van Martin Scorsese en dus de ontwerper van ‘The Aviator’, ‘Gangs of New York’ en ‘The Age of Innocence’, nvdr. ) heeft daar nog maar eens bewezen dat hij een absoluut genie is. Wanneer je op zijn sets wandelde – hij heeft er vier volledige straten uit het ouwe LA perfect nagebouwd! – wás je gewoon in het Hollywood van de jaren 40. Of tenminste: het Hollywood uit de films van de jaren 40.

Bepaalde beelden zijn toch in het echte Los Angeles opgenomen?

De Palma: Relatief weinig. We hebben een paar dagen gedraaid in City Hall, Sunset Boulevard en een aantal andere iconische plekken waar we niet omheen konden. Omdat ze zo vaak voorkwamen in Ellroys boek, of omdat ze een cruciale rol speelden in de echte moord op Elizabeth Short. Meer LA was trouwens niet bruikbaar: niks ziet er daar nog uit zoals in de forties.

Je volgt trouw het boek van Ellroy, zei je. Maar je hebt er wel die porno-screentest van Elizabeth Short aan toegevoegd waarin ze ondervraagd wordt door een regisseur.

De Palma: Da’s meteen mijn enige inbreng. Met permissie van Ellroy trouwens. Aanvankelijk was hij er weliswaar tegen, maar gelukkig heeft James een heerlijk pragmatische houding in die dingen. Zo van: ‘Ik heb mijn geld gekregen, dus zoek het verder zelf maar uit.’ (lacht)

Waarom heb je er die scènes aan toegevoegd, jezelf castend als de regisseur die haar buitenbeelds vragen stelt en instructies toeblaft?

De Palma: Omdat het de enige mogelijkheid was om de zwarte Dahlia – van wie je alleen het lijk te zien krijgt en die je verder enkel via de woorden van anderen leert kennen – een gezicht en een persoonlijkheid te geven. In de roman is dat misschien niet nodig. Maar het geeft de film meer textuur, vind ik. Je krijgt in die screentest een mooie, intelligente maar hopeloos verwarde starlet te zien, een meisje van wie je weet dat ze gruwelijk zal worden vermoord en verminkt. Als kijker raak je zo emotioneel meer betrokken en begrijp je ook beter waarom Bucky en Lee zo obsessief op zoek gaan naar de moordenaar. Wat mijn eigen stem betreft: ik was sowieso diegene die de scènes met Mia regisseerde, dus waarom mijn stem laten dubben? Ik vond het uiteraard ook leuk om er op die manier een persoonlijke touch aan toe te voegen.

Zoals Hitchcock ook altijd deed?

De Palma: Moet dat echt, die honderdduizendste Hitchcockvergelijking? (grijnst)

Zijn die scènes gebaseerd op archiefmateriaal van de echte Elizabeth Short?

De Palma: Nee. Er zijn wel verschillende foto’s van haar bekend, het autopsierapport natuurlijk en zelfs enkele filmpjes waarin ze even door het beeld floept, maar daar blijft het bij. Ik heb hier dus zelf mijn vintage-pornofilmpje moeten verzinnen, al ben ik gelukkig een kenner. Ik heb een uitgebreide collectie porno uit de jaren 40 en daarvoren. Heel inspirerend materiaal, en soms ontroerend eerlijk en naïef. (lacht)

Ook die revuescène met KD Lang in die lesbische nachtclub blijft me door het hoofd spoken.

De Palma:(glimlacht)Don’t you just love that scene? Waarschijnlijk heb ik mijn fantasie een beetje de vrije loop gelaten en bestond er in het Hollywood van de jaren 40 niet echt zo’n grote, hippe dansclub met naakte Bulgaarse danseressen. (schatert) Who cares? Het is Hollywood en dus per definitie zo fake als de pest. En mocht er wel zo’n gayclub hebben bestaan, dan zag hij er precies zo uit. Daar ben ik van overtuigd.

Er zitten nog een paar van die grappige, bijna burleske scènes in die fel afsteken tegen de donkere, cynische en gewelddadige teneur van het verhaal. Vind je dat geen riskante combinatie?

De Palma: Misschien, maar dat contrast zit ook in het boek van Ellroy en dat wilde ik trouw blijven. Het is grap en gruwel ineen, een zwarte komedie met een diep tragische onderstroom. Kennelijk hebben wel meer journalisten daar problemen mee, maar ik verwijs hen graag naar Sunset Boulevard, Angel Face, The Big Sleep en tal van andere noirklassiekers. Ook die hebben dat schizofrene, wilde, gekunstelde en uitzinnige in zich. En zeg nu zelf: gaan mensen naar de bioscoop omdat ze een perfecte afbeelding van het dagelijkse leven willen zien? Of gaan ze omdat ze opgewonden of ontroerd willen worden door een manipulatie of perversie van die werkelijkheid?

Ze gaan in elk geval minder naar de bioscoop. Is cinema aan het uitsterven?

De Palma: Het gaat niet de goede kant op. Omdat de studio’s louter geldmachines geworden zijn die niet langer geleid worden door filmmogols met kennis van zaken en een hart voor cinema maar door bikkelharde CEO’s en marketeers. Vandaar dat er tegenwoordig meer kwaliteit te vinden is op tv dan in de bioscoop. Daar hebben ze nog een studiosysteem waar vakmannen aan het werk zijn die snel, efficiënt, op een hoog niveau en op commando kunnen produceren. Ik kijk weinig tv, maar van mijn dochter heb ik een tijd geleden Lost en The Wire gekregen op dvd en die vond ik in elk geval uitstekend. Wie weet moet ik straks maar eens sollicteren bij de tv.

‘THE BLACK DAHLIA’

16, 18 en 19/10 op het filmfestival van gent

vanaf 8/11 in de bioscoop

EXTRA OP WWW.FOCUSKNACK.BE

VROEGERE INTERVIEWS MET BRIAN DE PALMA

DOOR DAVE MESTDACH

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content