‘Ik wil geen liedjes waar ik niet voor honderd procent achter sta. Ze vertellen veel tegelijk. Ze stralen verlies en droefenis uit, maar ook hoop en geluk.’ Adam Duritz is apetrots op de nieuwe cd van Counting Crows.

Door Eddy Hendrix

Hard Candy. Uit op 8/7 (Geefen/Universal)

Concert: Counting Crows, 15/8 Marktrock Leuven

Hij oogt kwiek, monter en scherp. Het is ooit anders geweest. De slonzige dikkerd, met halfafgezakte broek waarmee het bezwete hemd maar geen vriendschap kon sluiten, heeft plaats geruimd voor een netjes uitgedoste kerel in vrijetijdsstijl. Niet dat Adam Duritz het vet er helemaal heeft afgetraind, maar er zijn toch kilo’s verdwenen. De dreadlocks zijn niet langer een kleefboel van haren die zijn gezicht verhullen, ze vormen nu een gekarteld aureool, zoals kantelen een kasteel bekronen.

Hij praat ongeremd en liefdevol over de nieuwe plaat. Je zou anders verwachten, want Duritz is een dromer, een melancholicus. Zijn woordenstroom vind je ook terug in zijn liedjes waarvan de melodie weliswaar de essentie vormt, maar uit de teksten blijkt het belang van het verhaal. Duritz is een novellist, die heel concreet schrijft. Hard Candy is het vierde studioalbum van The Counting Crows. Negen jaar geleden debuteerde de groep met het overweldigende August And Everything After, country-folkrock van een tijdloze klasse, die echo’s opriep van The Band en Van Morrison. Niet alleen een artistieke topper, maar ook een van de best verkochte albums dat jaar in de Verenigde Staten. Duritz heeft er nog steeds geen verklaring voor. Dat het met de verkoop sindsdien minder goed loopt, gaat het ene oor in, het andere uit. Quality time. De rest is secundair. Gelijk heeft hij. Want Hard Candy is andermaal een hartelijke halte in de loopbaan van Counting Crows.

Bij de eerste noot op ‘Hard Candy’ weet je direct: dit moet Counting Crows zijn. Streef je naar een eigen, herkenbaar geluid?

Adam Duritz: Neen, maakt me niet uit. Onze platen verschillen grondig, vind ik, maar ze zijn wel telkens honderd procent ‘wij’. Er zijn altijd mensen die vinden dat het typisch Counting Crows is, en anderen die net het tegenovergestelde beweren. Zelf denken we daar niet over na. Voor dit album was ik meer dan ooit gefocust op de melodieën, en ik vind dat we aardig in de opdracht geslaagd zijn.

Het titelnummer, ‘Hard Candy’, kan men halfweg al probleemloos meezingen.

Duritz: Het is een van de laatste liedjes die we voor dit album geschreven hebben. Ik had het gevoel dat de plaat nog één nummer nodig had. Ik wilde iets emotioneels, maar ook heel catchy. Emotioneel is het zeker. Ik vond een enveloppe met foto’s van mijn ex-vriendin Emilia. Onze allereerste afspraak was op John’s Beach, voor een concert van Neil Young, onze tweede was op datzelfde John’s Beach voor een concert van ons. Mijn vriend Tony heeft daar een foto van haar genomen, ze had een lachwekkende gele hoed op, ze stond vlakbij de zee. Ontroerend beeld. Het riep zoveel herinneringen bij me op dat ik er een liedje over geschreven heb. Het is symbolisch voor dit album. Toen het uit was met Emilia ben ik een hele tijd geïsoleerd geweest. Weinig uitgegaan. Geen vriendinnen. Niks. Op mijn eentje werken aan deze plaat. Er zijn weinig leuke dingen gebeurd intussen, en dus moest ik de vrolijkheid gaan zoeken in mijn herinneringen. Dat is de rode draad van dit album.

Dat is het ambigue van alle Counting Crows-platen: er zit altijd een scheut zonneschijn in, maar ook een sterk gevoel van melancholie en nostalgie. Je stem versterkt die gevoelens nog.

Duritz: De liedjes zijn af. Ze vertellen veel tegelijk. Ze stralen verlies en droefenis uit, maar ook hoop en geluk. Hard Candy is een pijnlijk lied, omdat het over een verloren relatie gaat, maar het beeld van die foto schenkt me telkens nog zoveel voldoening. I didn’t think she returned it.We left New York in a whirl. Die zinsnede betekent ongelofelijk veel voor me. Ze had die gele hoed geleend, en bij het overhaaste vertrek verzuimd om hem terug te geven. Dat zegt zoveel over dat moment. Details, daar gaat het om. Ik vermeld altijd veel plaatsnamen in mijn liedjes. Straten, pleinen, steden, personen. Ik benoem ze. Als je schrijft of zingt: ik was droef, dan betekent dat niets. Hang daar iets concreets aan vast. Het leven is een opeenvolging van de simpele dingen die je doet. Banaliseer die niet. Registreer ze.

Van dubbel gevoel gesproken, in ‘Miami’ lijkt het alsof liefde altijd gepaard gaat met angst.

Duritz: Emilia ging voor zes à zeven weken werken in Azië, terwijl wij toerden. Toen we in Miami waren, is ze overgekomen om me te zien. We ontmoetten mekaar op de luchthaven, het was net zonsondergang. Ik was heel opgewonden, maar tegelijkertijd doemde een angstbeeld op. Zolang iemand weg is, is alles veilig en romantisch. Je kunt geen blunders maken als je geliefde er niet is. Maar als ze thuiskomt, kan het fout lopen. Ik was er enerzijds op gebrand om haar te zien, maar anderzijds was het neerdalen van de zon, het neerdalen van het vliegtuig ook, een metafoor voor het mogelijke verval van onze relatie.

Waarom kwel je jezelf zo?

Duritz: Ik kan niet anders. Minder over alles nadenken vind ik hetzelfde als een blinddoek aandoen. Het is mijn aard. Ik kan het niet helpen.

‘American Girls’ lijkt het meest onbezorgde popliedje van de voorbije zes jaar, maar ook hier is niets wat het lijkt.

Duritz: O nee, het is een gemeen liedje, over een kerel die echt niet deugt. Hij trekt zich niets aan van zijn vriendin. Alle emoties die zij voelt en waarover ze wil praten, vindt hij vervelend gelul. Hij heeft er geen aandacht voor, vindt het zelfs lachwekkend. Hij zegt ook tegen haar: geen probleem als je het aftrapt, ik vind met gemak een ander. In de derde strofe is ze er effectief vandoor. Het liedje zelf is heel opgewekt, vrolijk, lichtvoetig, melodieus, want dat is de attitude die hij aanneemt. Het oogt als een vrijblijvende popsong, maar met een wrange inhoud. Daarom dus een gemeen popliedje.

Sheryl Crow zingt mee. Het is de eerste single van het album. Is het belangrijk dat je voor die eerste single, wat toch de introductie voor de cd is, een bekende naam opvoert?

Duritz: Het is de eerste single omdat het een erg catchy nummer is. Maar het zou niet gewerkt hebben mocht Sheryl er zich niet mee gemoeid hebben. Van oorsprong was American Girls trager. Maar toen we het speelden, konden we niet anders dan het sneller en luider te doen. De strofen zaten meteen goed, maar het refrein bleef wringen. Dat irriteerde me zodanig dat ik het nummer wilde dumpen. Ik wil geen liedjes waar ik niet voor honderd procent achter sta – ik heb nog een aantal schitterende liedjes liggen, nooit uitgebracht omdat we er niet in slaagden ze helemaal te vatten. En ach, uiteindelijk mis je die ook niet.

Toen stelde Jimmy Iovine, de baas van ons label, voor om Sheryl Crow voor de zangpartijen van American Girls te vragen. ‘In plaats van al die venten die met een hoge stem American Girls zingen, kan je beter een vrouw vragen om dat te doen’, zei hij. Sheryl heeft enkele keren naar het nummer geluisterd, dacht even na, en zei, oké, ik heb een idee. Ze zong het in. Was meteen perfect. Liet vervolgens twee harmonieën tegen elkaar opbotsen, wat eigenlijk waanzin is, maar het resultaat was briljant. Daarboven nog wat oooh’s en aaah’s, in een uur tijd had ze het hele lied geherstructureerd. Ze is de meest getalenteerde, de meest veelzijdige achtergrondzangeres die ik ooit heb gehoord, en ze heeft bovendien het nummer van een heel nieuw arrangement voorzien. Dankzij haar werkte het lied wel.

De tweede single wordt wellicht ‘If I Could Give All My Love (Richard Manuel Is Dead)’. Richard Manuel was lid van The Band en pleegde jaren geleden zelfmoord. In de loop der jaren zijn Counting Crows vaak vergeleken met The Band.

Duritz: Ik weet het. Vergelijkingen…( zucht) Neem Angels Of The Silences. Dat nummer heeft niets, maar dan ook niets te maken met The Band. Hard Candy ook niet, Good Times evenmin. En een hele hoop van onze nieuwe nummers niet. Goed, sommige wel. Ik ben een grote fan van The Band. Ik heb één eenvoudige les van hen geleerd: luister naar elkaar. Ga samen in een cirkel zitten, en luister naar mekaars spel. Als de drummer een lichte frivoliteit in zijn spel legt, een kleine hik, bij manier van spreken, dan moet de pianist dat horen en aanvoelen, en erop reageren. En dan moet de zanger ook aanvoelen dat de piano gereageerd heeft op de drum, en zelf zijn zang daaraan aanpassen. Dat moet je niet alleen in de studio vastleggen, zo moet je ook op podium reageren. Dat is optreden, spelen. The Band heeft dat geïntroduceerd. Essentieel.

En ook dat we moesten opnemen in een huis. Dat heeft Robbie Robertson me lang geleden, voor de opnames van de eerste plaat, gesuggereerd. Ik heb dat toen ergens laten vallen in een van mijn eerste interviews. Sindsdien zijn wij The Band. Zoals mijn stem ook tot in den treure met die van Van Morrison vergeleken wordt. Belachelijk. Van is een geniale zanger, ik sta daar mijlenver van verwijderd. Bovendien schrijf ik niet zoals hij. Ik heb me voorgenomen te vertellen dat ik voor deze plaat veel naar Miles Davis geluisterd heb. Dan zal de pers massaal schrijven dat ik de nieuwe Miles Davis ben.

Dáárom dat je een trompet op ‘Carriage’ laat opdraven!

Duritz: Precies, om jullie op het verkeerde been te zetten. Carriage is een moeilijk liedje, maar wel het nummer dat me ervan overtuigde dat heel het album om herinneringen draait. Het nummer gaat over gebeurtenissen van zeven jaar geleden. Ik had een relatie met een meisje, maar die liep spaak. Toch hebben we mekaar nadien nog één nacht ontmoet, en is ze zwanger geraakt. Vreemd, want ze had problemen met vruchtbaarheid, een totale verrassing dus. Ze wilde heel graag de baby, daar hebben we veel over gepraat. Ik was er niet klaar voor, en wij waren geen koppel meer. Dat kind moest zijn leven beginnen met ouders die al uit elkaar waren. Twee maanden later had ze een miskraam. Vreselijke herinnering, ik heb daar ook een enorm schuldgevoel over.

Het vreemdste bij het uiteenspatten van relaties is niet de bitterheid, maar wel dat je een tijd centraal in iemands leven hebt gestaan, en nadien haast onbestaande bent. Waarom is het zo moeilijk om goede vrienden te blijven, na het gezamenlijke besef dat een relatie niet werkt? Gelukkig ben ik er vrij goed in geslaagd om een hechte band te onderhouden met de meeste van mijn ex-vriendinnen, maar voor veel mensen lukt dat niet. Carriage gaat daar over, en over de miscarriage, natuurlijk.

‘Good Time’ is muzikaal een van de meest avontuurlijke nummers van het album.

Duritz: Voor mij een typisch Counting Crows-nummer. Want mijn normen daarvoor zijn anders dan die van buitenstaanders. Mr. Jones, Rain King en Richard Manuel Is Dead, dat noemen ze typische nummers. Ik niet. Voor mij zijn de wezenlijke Counting Crows-liedjes I’m Not Sleeping, High Life, Round Here, IWish I Was A Girl, Good Time. Nummers waarin een reeks bizarre elementen mekaar in één song ontmoeten, en het toch met mekaar blijken te vinden. Dat je een bass & drum soul groove à la Isaac Hayes plots laat aanschurken tegen een banjo, een warme Rhodes-piano en akoestische gitaar. Waarna het opnieuw naar een soul groove gaat, om dan een knaller te krijgen van een verderfelijke elektrische gitaar. Die interessante combinatie en botsing van instrumenten die je niet gewend bent, dat is voor mij typisch Counting Crows. Dat maakt ons uniek. We staan overal voor open.

Het lijkt erop dat je vasthoudt aan het gebruik van traditionele instrumenten, maar je bent niet vies van spitstechnologie en sampling.

Duritz: Nee hoor, op Hard Candy is behoorlijk wat gesampled. Dat boeit me mateloos. Neem de strijkers en de blazers op dit album: 90% daarvan is fake. So much fun! De jaren ’80 hebben een slechte reputatie, omdat de synthesizers toen vaak schabouwelijk slecht gebruikt werden. Terwijl het een instrument is waar je zoveel kanten mee uit kunt. Als je er gemakzuchtig mee omspringt, krijg je er alleen maar povere klanken uit.

The Blue Nile, die wisten het wel. Zij haalden een heel orkest uit een synthesizer. Magistraal! Soms heb je echte strijkers nodig voor een strijkerpartij. Omwille van het unieke klanktimbre. Maar het hoeft niet altijd. In Miami zijn er twee passages die absoluut met echte strijkers moesten. Dat voel je aan. Miami klonk als een heavy Pixies-nummer, maar met die strijkers erbij was het alsof Pixies iets van Sergeant Pepper’s Lonely Hearts Club Band speelden. Ik heb nachtenlang met de sampler gestoeid. Het is me wel gelukt er hele blazerpartijen uit te krijgen: trombones, hobo’s, trompetten en jachthoorns. Een hele fanfare, man. Te gek.

Ethan Johns en Steve Lillywhite zijn de producers. Lillywhite is al sinds de jaren ’80 een wereldproducer, voor o.a. The Smiths, Kirsty MacColl, U2, Simple Minds, The Pogues, Ultravox, XTC. Is er een bepaald album dat hij gedaan heeft waarvan je dacht, zo moet ‘Hard Candy’ ook klinken?

Duritz: Nee, ik bezit 40 albums waarvan hij de producer is, ze klinken stuk voor stuk geweldig. Dus ik was heel erg blij dat ik met hem kon werken. Dat gevoel heeft zich nog versterkt toen we mekaar ontmoetten. Steve is een bijzonder charmante kerel, met enorm veel talent. Maar ook Ethan is fantastisch. Ik had net met hem de laatste hand gelegd aan het album Gold van Ryan Adams. Dus wij kenden mekaar al.

Ryan Adams is er zelf ook bij. Voor velen is hij een van de beloftes van vorig jaar, maar jij volgt hem al lang.

Duritz: Ik volg hem al van toen hij nog bij Whiskeytown zat. We zijn bevriend. En beiden geobsedeerd door muziek. Wij willen van alle genres op de hoogte blijven. De beste platen van vorig jaar waren voor mij die van Ryan, N.E.R.D. en The Strokes.

Hoe blijf je bij, als geobsedeerd muziekliefhebber?

Duritz: Ik luister nauwelijks naar de radio. Zeker niet naar de gesegmenteerde radio’s, waarop je maar één genre kunt beluisteren. Ik koop veel muziektijdschriften. Q en Mojo publiceren bijzonder veel cd-recensies. Ik omcirkel wat me aanspreekt en dat koop ik ook. Ik lees interviews met artiesten die ik niet ken. Het kan gebeuren dat ik alleen al op basis daarvan hun cd koop. Zonder één nummer gehoord te hebben.

Het debuut van Counting Crows, ‘August And Everything After’, was overrompelend. Niet alleen artistiek, maar ook commercieel. Hoe ben je daar als jonge groep mee omgegaan?

Duritz: Goed, eigenlijk. Al was het ook voor ons een bom dat het zo liep. We rekenden op 100- à 200.000 verkochte exemplaren. Het zijn er tien miljoen geworden. Maar we zijn er kalm bij gebleven. Ik vraag me wel af waarom wij in de prijzen vielen en een man als Ryan niet. Ik denk dat het radiolandschap gunstiger was toen wij begonnen. Ryan zit gevangen tussen de formats. Hij valt er tussenin. Dat is dodelijk. Vreselijk voor iemand met zoveel talent. Hij is een ongelofelijk goede songschrijver en een briljante zanger. Misschien weet hij zelf nog niet goed wie hij is en wat hij in zich heeft. Hij exploreert nog, zowel andere muziek, als zijn eigen muziek. Hij moet keuzes maken. Maar dat is moeilijk als je zoveel beheerst. Hij is het slachtoffer van zijn eigen talent. Voorlopig, hoop ik. Zijn beste werk moet nog komen.

Heb je jezelf ooit moeten verantwoorden voor het commerciële succes dat je te beurt viel?

Duritz: Sommige mensen zijn daar stikjaloers op, maar ze kunnen me wat. Ik voel niet de behoefte om me tegenover hen te verantwoorden. Dat ze barsten. Ik leg alleen verantwoording af aan mezelf, mijn ma en mijn pa. Als mijn moeder me ter verantwoording roept, dan ga ik bij haar op de sofa zitten, en vertellen.

Trouwens, wij hebben geen tien miljoen exemplaren verkocht. Jullie hebben er tien miljoen gekocht. Don’t blame me! Wij maken gewoon een plaat. Jullie maken er een reusachtige plaat van. Weet je wat het ergste is als je succes hebt? Je verwacht dat de mensen uit de plaats waar je bent opgegroeid apetrots op je zijn. Maar dat is niet zo. Dat heb ik helaas moeten ervaren. Ze hadden een hekel aan me. Verschrikkelijk. Het was zo erg dat ik verhuisd ben. Ik was boos, teleurgesteld, gedesillusioneerd. Ik heb er altijd de lokale muziekscene gesteund, ben in de lokale clubs opgegroeid, heb er zoveel voor gedaan. En dan keren ze je de rug toe. Nou, dan ik hen ook!

‘Het vreemdste bij het uiteenspatten van relaties is niet de bitterheid, maar wel dat je een tijd centraal in iemands leven hebt gestaan, en nadien haast onbestaande bent.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content