Pijpen, beffen, rukken en penetreren in alle mogelijke holten: zijn we per abuis een pornobios binnengestapt? toch niet: expliciete seks kan voortaan ook in respectabele films. Hoed u voor een erectie tijdens de projectie.

‘New York is de plek waar mensen komen om vergeven te worden, én om te neuken.’ Aldus de voormalige burgemeester, die zijn dagen slijt in Shortbus, een club waar ‘mooie en gebrekkige’ mensen komen om te genieten van muziek, gezelligheid en seks. In de gelijknamige film van John Cameron Mitchell – dé verrassing van het voorbije Festival van Cannes – wordt die seks ook expliciet in beeld gebracht. Een jongen pijpt zichzelf op de vloer van zijn appartement tot het sperma van zijn gezicht druipt. Een Canadees-Chinese seksconsulente – ‘Ik prefereer het woord relatietherapeut’ – laat zich in alle houdingen penetreren door haar echtgenoot, maar bereikt geen orgasme. Een dominatrix mept een rijkeluiszoontje tot zijn zaad een Jackson Pollockreplica toegevoegde waarde verleent. Er wordt afgezogen, afgetrokken en penissen verdwijnen in allerlei lichaamsopeningen. En toch is het géén porno.

Spuiten en slikken

Niet-gesimuleerde seks is lang zeldzaam geweest in ‘gewone’ cinema. Tot eind jaren 90 waren er slechts een paar verdwaalde voorbeelden: in verschillende genres, geschoten op verschillende continenten, door makers met heel verschillende intenties. Om te beginnen in twijfelachtige cultfilms als John Waters’ Pink Flamingos (1972) en de blaxploitationfilm Sweet Sweetback’s Baadasssss Song (1971). De eerste was een feest van wansmaak, met dank aan de corpulente travestiet Divine, die urineert in het openbaar, hondenstront opeet en haar zoon oraal bevredigt. Melvin van Peebles’ blaxploitationfilm is vooral gedenkwaardig om zijn ongewone financiering: de regisseur-acteur vroeg ‘workers compensation’ aan voor de geslachtsziekte die hij tijdens het maken van de film opliep. De vergoeding werd toegekend, waarop Van Peebles ze aanwendde om de film te voltooien.

Het ‘serieuze’ werk kwam uit Japan. Nagisa Oshima’s Ai No Corrida ( In The Realm of the Senses, 1976) vertelt het in 1936 waargebeurde verhaal van de des- tructieve relatie tussen een rijke, getrouwde man en zijn dienster Sada Abe. De relatie ontaardt in wurgseks waarbij Sada Abe haar meester vermoordt en hem vervolgens ontmant. Voordien hebben we Tatsuya Fuji zien klaarkomen in de mond van actrice Eiko Matsuda, en is er zelfs een ei in een vagina verdwenen om daarna ‘gelegd’ te worden. De film werd goeddeels met Frans geld bekostigd om de Japanse wet te omzeilen.

Kutfilms

In Europa bewogen kwaliteitsacteurs als Malcolm McDowell, Peter O’Toole, John Gielgud en Helen Mirren zich tussen de neukende figuranten in het door blootblad Penthouse gefinancierde Caligula (1979). Een beruchte film die door alle betrokkenen – behalve de geldschieter – achteraf als een tragische misser werd beschouwd. Maar wel een misser vol incest, necrofilie, verkrachtingen en orgies.

Sinds eind de jaren 90 lijkt ‘echte seks’ echter opgang te maken in arthouse-films: de lossere moraal zit daar voor iets tussen, maar het is vooral een uiting van het bredere streven naar ‘authenticiteit’ en de vragen die een seksgeobsedeerde maatschappij oproept. Bovendien is het een van de laatste middelen die filmmakers kunnen toepassen om de kijkers nog te kunnen choqueren.

Catherine Breillat heeft een heel oeuvre gebouwd rond seks en de (vrouwelijke) seksualiteit. In haar film Romance (1999) gaat Caroline Ducey op zoek naar seks, omdat de man van wie ze houdt haar niet kan/wil behagen. Het mondt uit in een deprimerende affaire met een collega-leerkracht, die haar tot sadomasochistische spelletjes verleidt. Anatomie de l’enfer (2004) is zo mogelijk nog treuriger. Een vrouw snijdt tevergeefs haar polsen over in het toilet van een homobar. De man die haar vindt, vraagt waarom. ‘Omdat ik een vrouw ben’, is het mysterieuze antwoord. Wat daarna allemaal gebeurt, tart elke verbeelding – niet alleen de seks, maar ook het loodzware filosofische gejeremieer erover. Filmcriticus Roger Ebert: ‘Je wou dat ze de zaak wat zouden verluchtigen middels een man die kippen de kop afbijt.’

Californication

Voorzichtig openden zich de sluizen. In Amerika tastte Vincent Gallo met The Brown Bunny (2004) de grenzen af: daarin liet hij zich pijpen door hoofdrolspeelster Chloë Sevigny. Lars von Trier deed een toefje echte seks in The Idiots (1998), al bekende hij later dat hij de Dogma 95-regels overtrad door voor het meest expliciete shot (een penis in een vagina) een stand-in te gebruiken. In Intimacy (2001) van Patrice Chéreau ontmoeten een man en een vrouw elkaar elke week in een grauw appartement, om als vreemden seks te hebben. Er wordt geneukt en gepijpt, maar in een kille, harteloze sfeer. Batalla en el Cielo (2005), van Carlos Reygadas, vertelt het verhaal van een armlastige chauffeur met obesitas die omgang heeft met de jonge, aantrekkelijke dochter van zijn werkgever. De film opent en sluit met een shot van het huilende meisje, dat de man pijpt tot hij in haar mond klaarkomt. Waarom wordt niet duidelijk.

Evenmin vrolijk is Larry Clarks Ken Park (2002). In een godvergeten gat in Californië valt voor de jeugd niets te beleven, dus gaan de verveelde tieners maar over tot extreme daden. Een jongen wurgt zichzelf met de ceintuur van een badjas, terwijl hij zich tot een orgasme rukt. (Later zal hij met messteken zijn grootouders ombrengen – de jongen is nogal in de war.) Een tiener beft de moeder van zijn vriendin, al gebruikt de vrouw de skater ook als middel tegen verveling. Zijn eigen verveling verdrijft hij via een triootje met een vriend en weer een ander meisje. De vriend is van huis weggelopen nadat zijn vader hem bijna verkracht heeft, het meisje leeft onder het juk van een rouwende, godsvruchtige weduwnaar, die in zijn dochter een nieuwe echtgenote ziet.

Ook in Baise-Moi, de controversiële roadmovie van Virginie Despentes en Caroline Trinh Thi, gaan voor twee reizende vrouwen seks en moordlust hand in hand. Uit wraak op een maatschappij die hen marginaliseert verleiden ze mannen, die ze daarna ombrengen.

Geilen niet toegelaten

Wat al die films verbindt, is naargeestigheid. En dat suggereert een laatste taboe: het taboe op leuke, gewoon lekkere seks. Want zonder grimmige toonzetting en misantrope moraal ligt het verwijt van edelporno op de loer. Filmkeuringen houden niet van films waar je geil van wordt – daar plakken ze het liefst een X-rating op. Maar als je er depressief van wordt of ervan over je nek gaat, is het een ander verhaal. Dan is het kunst.

Baise-Moi, zo zeiden de maaksters, is géén porno, want het is geen film ‘om bij te masturberen’. En dat klopt. In porno gaat het om duidelijkheid. Standjes en cameraposities zijn zodanig gechoreografeerd dat we optimaal zien hoe geslachtsorganen of hulpstukken lichaamsopeningen binnendringen. De belichting maakt elke fantasie overbodig – er is geen schemergebied tussen verborgen en expliciet. En er is geen context. En seks zonder context is dramatisch oninteressant.

Toch is er een duidelijke overeenkomst tussen porno en arthouseseks. In porno zijn de acteurs machines van vlees: gebruiksvoorwerpen. Tussen de spelers (en tussen film en publiek) ontstaat geen emotionele band; de seks is onpersoonlijk. Dat is ze in de meeste arthousefilms ook. Het werk van Catherine Breillat en films als Intimacy, Batalla en el Cielo of Baise-Moi: ze onderstrepen het onvermogen om wezenlijk emotioneel contact te maken. Seks is naargeestig, geestdodend en leeg. En zijn er emoties, dan zijn het de ‘verkeerde’: haat, agressie, eenzaamheid, frustratie. In porno noch arthouse is seks een liefdevolle bezigheid tussen twee mensen die het samen oprecht leuk hebben. ‘Ernstige’ cineasten gaan daarin nog een stap verder door seks in een destructieve context te plaatsen. Er worden verbanden gelegd met geweld, onderdrukking, moordlust. En zo niet, dan is het een botvieren van intense verveling en existentiële leegte. Wat hebben de kids in Californië anders dan een potje neuken?

Artsploitation

Er schuilt een zekere hypocrisie in die houding. Regisseurs als Breillat en Reygadas komen uit ‘gegoede kringen’; Breillat is succesauteur en professor, Reygadas is gediplomeerd jurist, rijkeluiszoon en ex-rugbyinternational. Om dan films te maken over de gewone man en zijn verwrongen seksleven, riekt naar betutteling en snobisme. Om een filosofisch punt te scoren, worden karakters ingezet die een karikatuur van seks ten beste geven. Ziedaar de mens, de onaangepaste, treurige mens! Maar waar is het poëtische, bevrijdende, verbindende, opwindende en ronduit heerlijke van seks?

Kijken naar scènes waarin acteurs ‘het’ doen, laat mede daarom de vieze smaak van exploitatie achter. Het is een ander soort exploitatie dan de sociaal-economische druk die pornosterretjes maakt. Het is de dwingende hand van een ‘artistieke’ geest en diens ‘visie.’ Is de magie eenmaal uitgewerkt, dan kijken acteurs en actrices niet zelden met gemengde gevoelens terug op een film. Maruschka Detmers verklaarde spijt te hebben van haar blowjob in Devil in the Flesh (1989), die de rest van haar carrière negatief beïnvloed heeft. Vrijwel alle participanten in Caligula liepen naderhand te koop met hun onvrede. Baise-Moi-hoofdrolspeelster Karen Lancaume, ooit een echte pornoactrice, pleegde zelfmoord. Ook Chloë Sevigny bewees met haar blowjob vooral Vincent Gallo een dienst, niet zichzelf. Enkel haar grote talent redde haar na The Brown Bunny van een verdwijning in de obscuriteit. En ex-model Margo Stilley zat geregeld te janken op de set van Michael Winterbottoms 9 Songs (2004), omdat ze niet langer seks wilde hebben met ‘die vreselijke vent’, Kieran O’Brien. Al verklaarde ze in de pers ‘deel te willen zijn van een film die iets prachtigs in een prachtig licht plaatst. Het is lekker en leuk. Iedereen doet het en als je het veilig doet – we waren safe sex aan het promoten! – en met iemand van wie je houdt, dan is het geweldig.’

Seks is normaal

Eerlijk is eerlijk: Stilley kan voortreffelijk acteren want uit haar spel spreekt vooral dat laatste. 9 Songs is dan ook de eerste speelfilm die een oprechte poging doet om de schoonheid van seks tussen échte mensen te tonen. Een Amerikaanse studente ontmoet tijdens een dampend optreden in een Londense concertzaal een Britse jongen. De twee beginnen een relatie, waarvan wij vooral de zeer expliciete seksuele weerslag te zien krijgen. Tussen muzikale bijdragen van bands als Elbow, Franz Ferdinand en pianist Michael Nyman door, zien we ze neuken, beffen, pijpen en aanrommelen in bad; we zien hoe ze elkaar (liefdevol) vastbinden en (liefdevol) vieze praat uitslaan. Wat Winterbottom ondanks de vele gebreken van zijn film gelukt is, is die seks warmte en intimiteit te geven. Alleen wanneer de relatie tussen de twee in zwaar weer komt, wordt ook de seks beladen. Maar het blijft geloofwaardige seks, geen verwrongen seks als symbool voor dito wereldbeeld. En dat is knap. Want wanneer je van seks theater voor publiek maakt, gaat al snel de essentie – intimiteit – verloren.

Shortbus gaat nog een stap verder, en is ronduit een verademing. Het is een goed gemaakte, volwassen film, met échte karakters, die niet leven vóór de seks, maar wel op een integere manier bezig zijn mét seks. Het is een film die ontroert en vertedert; zozeer dat je zelfs vergeet dat je naar ongekend expliciet materiaal zit te kijken. De verhaallijnen – vooral die van de homoseksuele jongen die zijn geliefde aan een nieuwe man probeert te helpen vooraleer zelfmoord te plegen – hebben een emo- tionele punch die je niet verwacht in zo’n fuckfest. Ook is het bij vlagen een vrolijke, grappige, kleurrijke film; een ode ook aan New York en zijn typische grootstedelijke melancholie. De makers van de deels geïmproviseerde film hebben seks weer normaal gemaakt, zelfs abnormale seks. Maar ook abnormale seks, zo bewees seksuoloog Kinsey al, is normaal.

Daarbij komt de film op een goed moment. Regisseur en auteur John Cameron Mitchell omschrijft zijn film als een verzetsdaad tegen het oprukkende conservatisme. ‘Het Bush-tijdperk gaat over repressie en angst. Als we daar niet middels elections wat tegen kunnen beginnen, dan maar met erections.’

Wanneer aan het eind van de film in de hele stad de lichten aan- en uitflakkeren – waarbij onze gedachten onwillekeurig richting terrorisme gaan – volgt snel de geruststelling: niks aan de hand, we zijn samen, we genieten van elkaar. En ook dat is een soort orgasme.

Door Auke Hulst

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content