De stevig gedocumenteerde historische romans van Amitav Ghosh zijn even verslavend als de opium waarover ze handelen. Na het majestueuze Zee van papaver is er nu het even indrukwekkende vervolg Rivier van mist.
Het geduld van de vele fans van de Indiase schrijver is na vier jaar eindelijk beloond. Het tweede deel van Ghosh’ Ibis-trilogie, over de Chinese Opiumoorlogen, ligt vertaald en wel in de boekhandel. In deel één, Zee van papaver, vertelde Ghosh het aangrijpende verhaal van vijf door het leven getekende opvarenden van opiumvrachtschip Ibis, en schetste hij de rol van de opiumhandel in het 19e-eeuwse Verre Oosten. Zee van papaver speelde zich vooral af in India, bij de producenten van opium; Rivier van mist verlegt de focus naar de ontvangers, naar de Chinese havenstad Kanton. Het is het jaar 1839 en er hangt oorlogsdreiging in de lucht. De onafhankelijke Indiase handelaar Bahram Modi probeert in het Kantonese kwartier Fan-kwei-town zijn mannetje te staan in de door de Britse East India Company gedomineerde opiumhandel. Meer dan eens zit hij gewrongen tussen de ‘heilige’ Britse principes van vrije handel en het verlangen van zijn Chinese gastheren om de opiumhandel met wortel en tak uit te roeien.
Opium was van vitaal belang voor de Britten in India: het vertegenwoordigde een vijfde van hun inkomsten. Tot op vandaag leeft bij veel nazaten van de koloniale bezetter het idee dat het nobele Albion zijn welstand bouwde op de handel in thee; zowel in Zee van papaver als in Rivier van mist doorprikt Ghosh die mythe. Tot halverwege de 18e eeuw was de theehandel belangrijk, maar toen die door allerlei economische tegenslagen onder druk kwam te staan, richtten de captains of industry van de East India Company hun begerige blik op de papaverkweek. Opium mocht dan verboden zijn in China, voor de Britse handelaars was het keizerrijk een perfecte afzetmarkt. In de kroegen van het Londense Soho was opium schuiven toen trouwens even legaal als het drinken van pinten ale. De kolonisten pompten de tot dan bescheiden opiumteelt in India nieuw leven in en verhonderdvoudigden in een paar decennia het aantal hectare waarop papaver verbouwd werd. De East India Company verkocht de opium in ruil voor zilver in China en ontwrichtte er zo de hele samenleving. De Indiase papaverboeren ontvingen een habbekrats.
‘Door de Chinezen te voorzien van de goederen die zij vragen, gehoorzamen wij slechts aan de wetten van de vrije handel’, laat Ghosh een weldoorvoede Brit zeggen. Want er kan ‘geen vrijheid van het geweten bestaan als er geen vrijheid van handel is’. De Chinese keizer probeerde de Britse opiumhandel een halt toe te roepen door in 1839 de haven van Kanton te blokkeren en de opiumvoorraden van de Britse handelaars op te eisen. Pas na een blokkade van zes weken stonden zij hun 20.000 kisten opium af, waarna die door de Chinezen publiekelijk vernietigd werden. De Britse regering reageerde furieus op deze ‘beknotting van de vrije handel’ en stuurde vier fors bewapende stoomschepen om de keizer een lesje te leren.
RIVIER VAN MIST****
Amitav Ghosh, De Bezige Bij (originele titel: River of Smoke), 640 blz., ? 29,90.
JAN STEVENS
SLEUTELZINHet heiligdom van Deeti lag verborgen in een rots, op een afgelegen plek op Mauritius, waar de kustlijnen van oost en zuid samenkomen in de door wind geteisterde top van de Morne Brabant.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier