Gert Meesters
Gert Meesters Stripjournalist voor Knack Focus.

EVEN GOED ALS HET BOEK. DE STRIPVERSIE VAN DE POSTMODERNE KLASSIEKER ‘CITY OF GLASS’ VAN PAUL AUSTER IS EEN grensverleggende KRACHTTOER.

KARASIK, MAZZUCCHELLI & AUSTER

ATLAS, 138 BLZ., A 17,5

Broze stad ****

Een bevriende uitgever vroeg Art Spiegelman na het succes van diens Maus om een fonds met vergelijkbare serieuze strips op te starten. Eerst wou Spiegelman schrijvers inschakelen om nieuwe verhalen te schrijven voor goeie tekenaars, maar dat idee kwam niet van de grond. Plan B dan maar, en dat bestond erin om bestaande boeken te verstrippen, hoewel Spiegelman zelf daar zijn twijfels bij had. David Mazzucchelli, een van de meest gerespecteerde Batman-tekenaars, beet aanvankelijk zijn tanden stuk op City of Glass (1985), het eerste deel van de New York-trilogie van Paul Auster. Het project kreeg pas zijn definitieve en indrukwekkende vorm toen Paul Karasik, een oud-leerling van Spiegelman, erbij betrokken raakte.

Het boek City of Glass (1985) was een uitdagende keuze, omdat het notoir avisueel was, een indringende postmoderne genrevermenging met New York als vervreemdend decor. Het verhaal begint in de typische sfeer van een film noir, met een geheimzinnig telefoontje dat een getraumatiseerd schrijver ertoe aanzet om zich als detective voor te doen. Hoewel zijn nieuwe beroep zijn actieve leven aanvankelijk lijkt te bevorderen, leidt het tot het verlies van zijn dagelijkse routine, zijn woning en uiteindelijk zijn identiteit. Tussendoor verwerkt Auster intrigerende, maar geschifte theorieën over een veronderstelde eenheid van taal en werkelijkheid, die verdween met de verdrijving uit de Tuin van Eden. Geheel in overeenstemming met de postmoderne mode van de tijd duikt Paul Auster met zijn gezin zijdelings op in het verhaal en wordt er veelvuldig verwezen naar hoge (Breugel) en lage cultuur (de New York Mets).

De kracht van de stripversie ligt niet in een adembenemende illustratie van een toch al sterke tekst. Karasik en Mazzucchelli kiezen voor een sobere esthetiek, maar gebruiken de beeldtaal van een strip om de ziel van het boek te vertalen. De witruimte in een regelmatig rooster van negen prentjes op een pagina kan zo verworden tot een traliewerk waarachter het hoofdpersonage zich opgesloten voelt. Op een andere pagina verandert een gevelrij in Soho in een grondplan van een labyrint, dat op zijn beurt (door uit te zoomen) een vingerafdruk wordt. Niet oogverblindend, maar als stripvertelling grensverleggend.

Gert Meesters

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content