ERIK VAN LOOY & TOM LENAERTS: ‘WIJ ZIJN DE NIEUWE KERK’

De quizmasters, in alle betekenissen van het woord, zijn terug. Tom Lenaerts en Erik Van Looy regeren weer over de tv. ‘Wij zijn fossielen: de mensen die al 15 jaar meedraaien, kun je op twee handen tellen.’

Koning Winter is in het land en hij heeft zijn gezanten op tv weer mee: Tom Lenaerts en Erik Van Looy, die de volgende weken en maanden onafgebroken bovenaan de kijkcijferlijsten zullen staan. De eerste met het negende seizoen van De Pappenheimers, dat in de eerste aflevering al boven de twee miljoen ging, de tweede met De Allerslimste, de best of van De Slimste Mens Ter Wereld met alle beste, populairste en/of meest controversiële kandidaten van de afgelopen jaren. Tijd voor een dubbelgesprek.

Erik, jij zat onlangs in ‘De Pappenheimers’. Wanneer ben je het meest zenuwachtig: als kandidaat daar of als presentator in ‘De Slimste Mens’?

Erik Van Looy:De Slimste Mens, absoluut. Het probleem bij mij – en dat is bij Tom wellicht ook zo – is dat het altijd beter moet zijn dan de vorige keer. Ik wou dat ik op routine kon werken, maar dat gaat niet. Vooral de dagen voor de eerste opnames, als heel die machine weer op gang komt, ben ik heel zenuwachtig. Nu dus (Lacht).

Tom Lenaerts: Ik ben het meest nerveus de eerste tien minuten van een opname. Als ik dan voel dat het goed loopt, kan ik me volledig ontspannen. Die opname met Erik, daar klopte alles en dan sta ik echt te genieten.

Van Looy: Je ziet dat ook. Net zoals bij een acteur waar de speelvreugde eraf straalt, kun je aan ons merken dat we plezier hebben. Ik denk dat we allebei heel sfeergevoelig zijn. Waarschijnlijk geldt dat voor elke presentator, maar bij ons is dat nog sterker.

Lenaerts: Omdat je die programma’s op het moment zelf maakt. Zowel bij De Pappenheimers als De Slimste Mens wordt er geweldig veel tijd gestoken in de voorbereiding, maar er blijven veel onbekende factoren, zoals die negen verschillende mensen van wie je niet weet hoe ze zullen reageren. Dat moet ook: als je begint met afspraken te maken, verlies je authenticiteit en ben je een toneelstukje aan het opvoeren. Ik ben helaas een slecht acteur.

Hebben jullie ondertussen trucjes om de sfeer erin te krijgen?

Van Looy: Niet echt. Ik ben geen presentator die de situatie kan rechttrekken als de mayonaise niet pakt. Het enige wat ik kan doen, is mijn vragen sneller aflezen (Lacht).

Lenaerts: Ik ook niet. Dat heeft alles te maken met zelfvertrouwen. Als twee grappen mislukken, moet je een hele goede professional zijn om de derde met evenveel aplomb te brengen. Je voelt je rap een pipo.

Erik, jij hebt ook één seizoen lang ‘De Pappenheimers’ gepresenteerd. Welke quiz is het moeilijkst?

Van Looy: Qua vorm De Pappenheimers, omdat je daar met negen mensen rond je zit. Bij De Slimste Mens hoef ik enkel de drie kandidaten en de jury in de gaten te houden, en die zullen dit jaar op voorstel van Philippe Geubels dichter bij elkaar zitten, zodat ik nog minder moet rondkijken.

De grappen zijn toch ook vaker uitgeschreven, zeker die met de jury?

Van Looy: Een klein gedeelte van die grappen wordt voorbereid, maar steeds minder, zeker sinds de nieuwe juryformule er is. En voor alle duidelijkheid: bij de interactie met de kandidaten wordt er niets op voorhand voorbereid.

Het lijkt wel vaak zo, ook in ‘De Pappenheimers’. Het valt me toch op hoe gevat die gewone Vlamingen daar altijd zijn.

Lenaerts: Net daarom is de sfeer zo belangrijk. Hoe meer de kandidaten op hun gemak zijn, hoe beter ze renderen. We doen twee opnames per dag, om zeven uur en om negen uur, en ’s namiddags spelen we met alle kandidaten al eens een halve quiz van vorig jaar om ze vertrouwd te maken met de studio, de drukknoppen enzovoort. En dan proberen we ze tussen drie en zeven in de watten te leggen, zodat ze zo ontspannen mogelijk kunnen beginnen. Er zijn programma’s waar dagenlang vergaderd wordt over het decor of de look, maar je moet zeker even veel geld, tijd en energie in je deelnemers steken. Tenslotte zijn zij even lang in beeld.

Van Looy: De gewone Vlamingen in De Pappenheimers zijn fantastisch gescreend: het lijkt alsof ze al veel vaker op tv geweest zijn. Het grappige is dat Vera en Tineke (Grootaers en Van Cauwenberghe, die instaan voor de selectie; nvdr.) al vanaf seizoen drie of vier klagen hoe moeilijk het is om goede kandidaten te vinden. En nu zitten we aan reeks negen.

Lenaerts: Maar ze zijn er ondertussen wel twee keer zolang aan bezig, en ze zien ook twee keer zoveel volk als vroeger. De Pappenheimers is eigenlijk een moeilijke quiz vermomd als een gemakkelijk spelletje, waardoor heel veel mensen denken dat ze geschikt zijn. Maar geloof me, iemand die goed kan quizzen maar die ook met zichzelf kan lachen en niet begint te schreien als ik hem ‘ne rossekop’ noem, dat is een zeldzame combinatie (Lacht).

Zijn er nog nooit kandidaten kwaad geworden, Tom? Bij de eerste aflevering van dit seizoen kreeg ik de indruk dat die 19-jarige jongen tegen het einde genoeg had van alle mopjes over zijn jongere vriendin.

Lenaerts: Neen, heb je zijn lief niet horen roepen vanuit het publiek? ‘Ik zit hier wel, hé!’ (Lacht) Jitse was gewoon ontgoocheld dat hij het geld niet gewonnen had. Ik heb daar wel veel reacties over gehad van de kijkers, die vonden dat ik te ver ging. Het is trouwens vreemd: ik denk dat ik na de twee afleveringen van dit seizoen al even veel brieven of mails heb gekregen dan tijdens het hele vorige jaar. Ik vraag me echt af hoe dat komt: is de maatschappij in die negen jaar minder tolerant geworden? Ik denk niet dat ik stouter ben dan vroeger – integendeel: zelfs ik ben ouder en milder (Ironisch). Ik kan maar één ding concluderen: het ligt aan de vergrijzing. Er zijn gewoon meer kijkers die tijd te veel hebben, en die willen tonen dat ze ondanks hun leeftijd met een computer hebben leren werken.

Van Looy: Als je op een e-mail een postzegel zou moeten plakken, zou het al veel minder zijn (Lacht).

Wat is de vreemdste reactie die je al gehad hebt?

Lenaerts: Er heeft ooit iemand aan mijn deur gestaan met een vlag. Ik had een vraag gesteld over Vlaanderen Vlagt, iets in de trant van: ‘Hoe heet de vereniging die met zijn vendelzwaaien altijd gevaarlijke toeren uithaalt bij de aankomst van een wielerwedstrijd?’ En de volgende dag kwam er iemand aanbellen om mij een Vlaamse leeuw cadeau te geven. Het was winter, dus vroeg ik hem binnen en uiteindelijk stond ik daar dan in de gang te discussiëren over het gebrek aan gevoel voor humor en zelfrelativering in bepaalde Vlaams-nationalistische kringen. Terwijl mijn kinderen erbij waren en zich afvroegen waarom papa zich zo druk maakte tegen die vreemde man met zijn vlag (Lacht).

Raar dat hij je adres had.

Lenaerts: Ja, maar iemand anders van Vlaanderen Vlagt wist dat. Echt, er is geen beter georganiseerd netwerk dan dat. Als je er één vraag over stelt, krijg je gegarandeerd ’s anderendaags vijftien mails binnen, uit alle hoeken van het land. Ik zou er alleen al lid van willen zijn voor die keren dat ik eens een loodgieter of behanger nodig heb (Lacht). Maar met de hand op het hart: ik denk echt niet dat ik ooit een van de kandidaten heb gekwetst. Wij komen in vrede, hé. Ik zal wel eens plagen, maar ik ga niemand pákken.

Van Looy: Van de ongeveer tweehonderd kandidaten uit De Slimste Mens kan ik me er maar één of twee herinneren die er niet goed uitkwamen, en ik denk dat ze dat niet eens zelf weten (Lacht).

Dat is wel een kritiek die je soms hoort: dat iedereen er zo sympathiek uitkomt, en dat vooral politici liever bij jullie komen zitten dan in pakweg ‘TerZake’, waar ze kritische vragen kunnen krijgen.

Lenaerts: Is er zoveel verschil met politici die de cafés en de markten aflopen? Je bereikt nu gewoon sneller veel meer mensen. En het argument dat ze op de markt nog persoonlijk contact hebben, betwijfel ik sterk. Ik vind het trouwens helemaal niet erg dat politici ook hun menselijke kant kunnen laten zien, en een politicus die zich kwetsbaar durft op te stellen, krijgt er heel veel voor terug. Miet Smet heeft me ooit gezegd: ‘Wilfried Martens is nooit populair geweest, tot hij het aan zijn hart kreeg en in de kliniek heeft gelegen. Toen pas werd hij een mens.’ Ik ben er ook van overtuigd dat de meeste goede politici het overal goed doen, zowel in TerZake als bij ons.

Zijn er BV’s die zichzelf komen aandienen als kandidaat?

Lenaerts: Eén keer, voor de start van het tweede seizoen, denk ik. En euhm, ook voor het derde, het vierde en het vijfde seizoen. We hebben die mens dan gevraagd in het zesde seizoen (Lacht).

Van Looy: Was het een politicus met blonde krullen?

Lenaerts: Ik weet het niet, ik heb hem nooit zonder broek gezien (Lacht).

En bij ‘De Slimste Mens’?

Van Looy: Ook weinig, maar het gebeurt wel.

Lenaerts: Echt? Mensen die komen zeggen: ‘Als je nog iemand nodig hebt…’?

Van Looy: Ja, zelfs voor dit jaar, wat toch vreemd is (Lacht).

Lenaerts: Als je het concept van De Allerslimste al niet snapt, kun je in het programma toch niet veel komen doen (Lacht).

Was het gemakkelijker om de mensen te overtuigen om mee te doen met ‘De Allerslimste’, nu ze er al eens gezeten hadden?

Van Looy: Ik heb in februari beslist om de beste kandidaten op te bellen, en op twee-drie dagen had bijna iedereen ja gezegd. Tot mijn verbazing: ik had gedacht dat het veel moeilijker zou zijn, vanwege drukke agenda’s en omdat die mensen al een groot stuk van hun vrije tijd opgegeven hebben voor hun eerste deelname. En ook omdat De Slimste Mens zo gemediatiseerd is, meer dan ikzelf en sommige kandidaten soms zouden willen. Toen ik Linda De Win opgebeld heb, was heel die mediastorm net gaan liggen: dan getuigt het toch van moed van haar om meteen ja te zeggen. Aan de andere kant denk ik dat het geen slecht idee was om Bart De Wever en Caroline Gennez toen al te contacteren, voor de verkiezingen. (Lacht). Zij hebben er even over nagedacht, maar toch bijna meteen toegezegd. En zoals Elio Di Rupo weet, is De Wever iemand die zich altijd aan zijn beloftes houdt (Lacht).

‘Hij gaat wel naar ‘De Slimste Mens’, maar niet naar die uitzending’, zei Alexander De Croo op de radio over de afwezigheid van De Wever op het debat na ‘Plan B’.

Van Looy: Ik heb me ook afgevraagd of je in het huidige klimaat wel politici kon uitnodigen. Maar De Allerslimste is een wedstrijd en die moet fair verlopen. Als iemand op basis van het aantal deelnames verdient om mee te doen, kun je ze moeilijk niét opbellen. Ze moeten zelf kunnen beslissen.

Maar De Wever had dus al in februari toegezegd? De laatste weken werd er nochtans druk over zijn deelname gespeculeerd.

Van Looy: Ja, maar er verschijnt heel veel over het programma dat niet honderd procent op feiten gebaseerd is. Ze hebben over Alain Grootaers of Bart Peeters toch ook geschreven dat ze niet zouden meedoen?

Wat gebeurt er als hij en Gennez op de dag van de opnames moeten gaan onderhandelen?

Van Looy: Dan neemt iemand uit de reservelijst hun plaats in. Het zou jammer zijn natuurlijk, maar ik lig er niet van wakker. Ik weet dat die telefoon kan komen. Enfin, die telefoon hoeft niet eens te komen: als morgen blijkt dat er over een paar weken nieuwe verkiezingen zijn, dan weet ik hoe laat het is.

Lenaerts: Dan hebben wij ook een probleem, want enkele afleveringen die al zijn opgenomen mogen dan niet meer uitgezonden worden. De politici weten dus dat ze ons in de shit steken met verkiezingen. Ik ben benieuwd of ze hun verantwoordelijkheid durven op te nemen (Lacht).

Van Looy:(Lacht) Maar er zijn dus slechts vier mensen die niet meedoen: bij Karl Vannieuwkerke en Peter Vandermeersch paste het niet in hun agenda en Greet Op De Beeck zag het echt niet zitten. En ik had in principe ook mogen deelnemen, omdat ik zeven keer in het eerste seizoen heb gezeten. Ik heb nog willen bellen of jij niet even wou presenteren, Tom (Lacht).

Lenaerts: Graag, maar dat ligt financieel misschien moeilijk (Lacht).

Bart De Pauw zei dit voorjaar in ‘De Standaard’ na de tegenvallende cijfers voor ‘De Kinderpuzzel’ dat televisie radio is geworden: iets wat op de achtergrond opstaat terwijl mensen andere dingen doen.

Lenaerts: Ik ontkracht dat volledig. Ik ben het heel vaak eens met Bart, maar nu niet. Er zijn dingen die je kunt bekijken terwijl je nog vier andere dingen doet, maar een goed programma, daar word je helemaal in meegezogen.

Van Looy: Er is toch niets mooiers dan samen met je gezin voor de tv gaan zitten? Ik voel ook dat er steeds meer vraag is naar het soort televisie dat wij maken, waar je samen kunt naar kijken en waar je een goed gevoel aan overhoudt. Hoor mij, ik lijk de Bond Zonder Naam wel (Lacht).

Lenaerts: Eigenlijk zijn wij de nieuwe Kerk (Lacht).

‘De Slimste Mens’ en ‘De Pappenheimers’ zijn de afgelopen jaren alleen maar populairder geworden. Staan jullie nog te kijken van de cijfers?

Lenaerts: Absoluut, en ik vind die ook belangrijk. Maar ze zijn niet de belangrijkste reden om verder te doen. Als we niet zouden geloven dat we inhoudelijk beter kunnen dan het vorige seizoen, waren we al gestopt. We zeggen al zes jaar dat we aan ons laatste seizoen bezig zijn en dat heeft het geweldige voordeel dat je er dan ook aan werkt als was het echt zo (Lacht). Dat zal voor De Slimste Mens ook zo zijn.

Van Looy: Ja, maar ik had wel het gevoel dat dit een mooi moment was om een periode af te ronden. Ik droom al lang van die Allerslimste.

Lenaerts: Als ze jou hadden laten doen, was het drie jaar geleden al zover geweest, denk ik. Jij kijkt er echt naar uit.

Wordt ‘De Allerslimste’ dan het einde?

Van Looy: Dat zien we nog wel. Ik heb al gelezen dat dit het laatste seizoen zou worden, maar daar ben ik zelf niet van op de hoogte.

Het zou toch een beetje vreemd zou om hierna opnieuw met ‘De Slimste Mens’ op de proppen te komen?

Lenaerts: Och, je hebt een heel jaar lang geen nieuwe kandidaten moeten zoeken, er ligt een volledig blik verse BV’s in de rekken (Lacht).

Van Looy: Ik heb ook al een paar mensen in De Pappenheimers gezien van wie ik denk: die zouden niet misstaan in De Slimste Mens. Ik denk dat het format te straf is om het zomaar op te bergen. Dat wil niet zeggen dat we volgend jaar opnieuw zullen beginnen, maar ervan uitgaan dat dit het laatste jaar is, dat lijkt me voorbarig.

Je verwees daarnet naar de steeds grotere media-aandacht voor ‘De Slimste Mens’. Heeft die meegespeeld in de beslissing om een ‘best of’ te maken?

Van Looy: Het heeft er zeker toe bijgedragen. Vorig jaar was echt wel van het goede te veel, met het gedoe rond Linda De Win en ook die toestand rond de naaktfoto van Jelle Van Riet. Het was een fout om die te tonen, dat geef ik eerlijk toe, maar dat kan nu eenmaal gebeuren. Alleen wordt alles rond De Slimste Mens gigantisch uitvergroot, en dat zorgt voor heel veel druk.

Lenaerts: Mensen zeggen: ‘Het is de tol van de roem, je hebt er zelf voor gekozen.’ Neen, je kiest ervoor om zo hard mogelijk te werken om een goed programma te maken, niet voor alles wat erbij komt.

Stel dat je zou mogen kiezen: de kijkcijfers en aandacht van vorig jaar of 200.000 kijkers minder en ook minder aandacht.

Van Looy: Op dit moment denk ik dat ik voor het tweede zou kiezen, maar zeg dat niet tegen de VRT (Lacht). Maar goed, zowel voor Tom als voor mij is die aandacht natuurlijk een luxeprobleem. Je kunt moeilijk zeggen dat je te veel kijkers hebt. Als ik morgen een programma maak en niemand vraagt een interview aan, is het veel erger.

Lenaerts: Maar die aandacht vooraf, de interviews, dat is niet erg hé, Erik. Het is vooral die uitvergroting achteraf, al die gezochte zever die erbij komt. Met De Pappenheimers heb ik daar minder last van: bij ons is het na één aflevering afgerond, terwijl De Slimste Mens wekenlang opbouwt naar een geweldige climax. Je kunt het vergelijken met De Mol. Of met De Parelvissers, waar ook zoveel rond te doen was dat ik op de duur zin kreeg om met een megafoon door de straat te rijden en te roepen: ‘Stop ermee!’

Tom, bij de uitreiking van de Vlaamse Televisiesterren heb je nu al drie keer na elkaar verloren van Erik, zowel in de categorie ‘beste presentator’ als in ‘beste entertainmentprogramma’. Steekt dat?

Lenaerts: Ik zou liever winnen. Dat is het eerlijkste antwoord. Het tweede eerlijkste antwoord is dat ik het pas erg zou vinden als ik al drie jaar op rij verloor van een presentator van wie ik denk: ‘Allez man, die toch niet.’ (Lacht) Mijn filosofie is al dezelfde sinds de Schalkse Ruiters: zolang ik mee kan in de kopgroep, ben ik content.

Van Looy: Ik vind het een beetje gênant, omdat ik zoveel heb geleerd van Tom. Ik ben bij hem begonnen achter de schermen en heel veel van wat ik doe als presentator, heb ik bij hem gezien. Je moet de nederlaag dus relativeren, maar de overwinning zeker ook.

Lenaerts: Weet je waar ik echt trots op ben? Dat wij al sinds 1999, met De Mol, samenwerken, en dat we nu nog altijd de programma’s kunnen maken die wij willen maken. Dat vind ik ongelooflijk. Wij zijn een soort fossielen: de mensen die al 15 jaar in onze sector meedraaien, kun je op twee handen tellen.

Erik, waar is Tom beter in?

Van Looy: Hij is sneller, ik kan hem niet volgen. Het is geen toeval dat hij voor het eerst te zien was in Onvoorziene Omstandigheden, een programma rond improvisatie.

En omgekeerd?

Lenaerts: Zonder twijfel is Erik als presentator veel charmanter. Hij bezit een combinatie van empathie, bescheidenheid en humor waar je niet tegenop kunt. En waar je ook niet jaloers op kunt zijn, omdat het een gave van de natuur is waar hij niet veel aan kan doen.

Van Looy: Ik kan alleen maar hopen dat het betert (Lacht).

DE PAPPENHEIMERS Elke zondag, 20.30 – één.

DE ALLERSLIMSTE MENS TER WERELD Vanaf maandag 6/12, ca. 22.00 – één.

DOOR STEFAAN WERBROUCKFOTO’S SIGFRID EGGERS

TOM LENAERTS: ‘Iemand die goed kan quizzen, maar die ook met zichzelf kan lachen en niet begint te schreien als ik hem ‘ne rossekop’ noem, het is een zeldzame combinatie.’

ERIK VAN LOOY: ‘ Van de 200 kandidaten uit De Slimste Mens kan ik me er maar één of twee herinneren die er niet goed uitkwamen, en ik denk dat ze dat niet eens zelf weten.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content