Ronaldo en Zidane stonden op hun muziek tegen een balletje te trappen, en de groep lag ook aan de basis van de ‘nu jazz’. Maar eigenlijk wil Trüby Trio muziek maken voor supermarkten en liften. ‘De mensen verdienen betere muzak.’
Trüby Trio is een ‘ dream team’. Twee leden, de onafscheidelijke beatverslaafden Christian Prommer en Roland Appel, introduceerden jungle in Duitsland en maakten onder de groepsnaam Fauna Flash Fusion, een album dat zelfs in het Mekka van de drum-‘n-bass Engeland werd bejubeld. Derde lid is Rainer Trüby, een van de beste en dus ook meest gevraagde dj’s van Europa. De drie sloegen in 1997 de handen in elkaar en stonden samen met Jazzanova aan de wieg van de ‘nu jazz’. Met de clubhit A Go Go smolten ze als eersten Brazilian beats en drum-‘n-bass samen tot een hoogst explosief goedje. Op cd-debuut Elevator Music hebben we lang moeten wachten, maar ons geduld wordt rijkelijk beloond. Het album is een gelaagde danceplaat voor fijnproevers.
Elevator Music lijkt een ironische titel. Heel wat lounge en elektronische jazz neigt immers effectief naar geeuwverwekkende muzak. Maar dat is enkel schijn. ‘We zouden graag het muzikale klimaat zien veranderen’, legt Christian Prommer de filosofie achter de titel uit. ‘Waarom kan in liften en supermarkten geen kwaliteitsmuziek gespeeld worden? Mensen moeten daar meer toegang toe krijgen. Ik denk dat ze klaar zijn voor een ander soort entertainment dan ze nu geserveerd krijgen.’ ‘De Duitse commerciële radio programmeert de hele dag door Phil Collins en Marillion’, gaat Rainer Trüby verder. ‘Wie een soulvolle plaat wil horen, wordt bijna verplicht zijn toevlucht tot het internet te zoeken. Wij wíllen niet enkel een elite bereiken. We hopen dus écht dat deze cd elevator music wordt.’
‘Op MTV is de keuze heel beperkt’, vindt Prommer. ‘De gezichten variëren, maar de beat is steeds dezelfde.’ Van dat laatste kun je Trüby Trio niet betichten. Elevator Music bevat gevarieerde muziek die weigert in het ‘nu jazz’-hokje te worden geprangd en uit alle windrichtingen invloeden als latin, house, soul, funk en disco laat aanwaaien. Een reclamespot kan je ook aan de nodige exposure helpen, zo ondervond de groep. Toen de VN een streepje muziek zochten om onder een voetbalspotje met Ronaldo en Zidane te zetten, viel hun keuze op A Go Go, intussen uitgegroeid tot dé klassieker van het drietal. ‘Dat ze ons gevraagd hebben en niet een of andere grote producer is toch een teken dat het klimaat aan het keren ís’, meent Roland Appel.
De speelsheid van ‘ Elevator Music’ is verkwikkend in tijden waarin het gros van de elektronische muziek ernst uitstraalt. ‘Al is de productie elektronisch gekleurd, de sleutel tot heel wat songs was de samenwerking met livemuzikanten’, verklaart Prommer. ‘We wilden het jam-gevoel behouden. De tape loopt non-stop bij ons. Muziek is geen wetenschap. Het gebruik van technologie is wel rationeel, maar het componeren zelf is instinctief. De songs moeten een zekere flow hebben. Wellicht zijn daarom heel wat elektronische producties zo saai. Elke noot is gekunsteld.’ De sterke persoonlijkheden van gastzangers als labelgenoot Joseph Malik, Marcus Begg (Modaji) en de New Yorkse Wunmi (Soul II Soul, Masters At Work) worden op de plaat handig uitgespeeld. ‘Marcus en de Spaanse jazz- en deep house-zangeres Concha Buika zijn de enigen die we actief opgespoord hebben’, verklapt Prommer. ‘Alle anderen belandden bijna per toeval in onze studio. Zo had Wunmi, een goeie vriendin van ons, enkele dagen vrij toen ze in Duitsland toerde. Het grappige is dat alles anders uitdraaide dan we verwacht hadden. Songs die we iemand op het lijf hadden geschreven, bleven onaangeroerd. Tracks die, zo dachten we, een instrumentale bestemming hadden, kregen plots een vocale invulling.’
Een glansrol is weggelegd voor jazzfusion-bassist Raoul Walton, een naar München uitgeweken Amerikaan. ‘Zo’n tien jaar geleden kwam hij naar een Fauna Flash- show kijken’, vertelt Prommer. ‘Hij zag onze muziek meteen zitten. Als je een bassist nodig hebt, bel me maar, zei hij. We stonden perplex, want we kenden zijn enorme reputatie als studiorat. Hij nam ons van meet af aan serieus, terwijl heel wat andere traditionele muzikanten ons destijds weghoonden. Eigenlijk stellen wij ons het liefst op als amateurs. Voor dit soort muziek kan scholing gevaarlijk zijn. Ik ben niet uit op perfectie. Laat ons maar experimenteren en soms op onze bek gaan. Het is evenwel dankbaar om omringd te zijn met rasmuzikanten als Raoul, die de fouten er kunnen uitwieden.’
Als dj’s hebben deze heren de wereld gezien. Rainer Trüby haalt zich de meest bizarre sets voor de geest. ‘Ik herinner me een technofestival in Madrid. Het was heet: rond de 40 graden. Naast het podium waar ik speelde, was de shit cleaning area gevestigd. De stank was niet te harden. (lacht) In Moskou draaide ik in een club, waarvan de organisator een maffiafiguur was. Hij had een 16-jarig Siberisch meisje voor me geregeld, dat mij de hele avond zou ‘onderhouden’. Ze zat zwijgend op een stoeltje naast me, terwijl ik aan de draaitafels stond. Laat in de nacht viel Sean Penn binnen en hij is er uiteindelijk met ‘mijn’ meisje vandoor gegaan.’ (lacht)
Door Peter Van Dyck Foto Guy Kokken
‘Op MTV is de keuze heel beperkt. Verschillende gezichten, maar altijd dezelfde beats.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier