Op haar schoorsteenmantel staan drie Grammy Awards en tegen de muur van haar woonkamer hangen drie platina cd’s. Het was nochtans een lange, winding road om op dit punt te geraken.
Sheryl Crow, geboren in Kennett, Missouri op 11 februari 1962, had een pianolerares als moeder en een advocaat met trompettistenverleden als vader. Die gaven Sheryl en haar broer en twee zussen met de laplepel muzikaal inzicht mee. Zus Kathryn is intussen al zo’n twintig jaar countrysongschrijfster in Nashville. Ze is de co-auteur van It’s So Easy, een van de tracks op de nieuwe cd C’mon C’mon.
Crow studeerde compositieleer aan de University of Missouri en gaf vervolgens twee jaar les aan autistische kinderen, aan een lagere school in St. Louis. Ze engageert zich overigens ook vandaag nog voor degelijk muziekonderwijs en gelooft in de therapeutische waarde ervan. Ze is een van de bekende gezichten die Save The Music van tv-zender VH1 steunt, een programma dat instrumenten doneert aan onderwijsinstellingen.
Al is Crow blij dat ze is ontsnapt aan de bekrompenheid, het racisme en het conservatisme van de kleine stad waar ze is opgegroeid, toch houdt ze van de eenvoudige manier van leven in het zuiden van de VS. Onlangs herontdekte ze haar southern rock roots tijdens een trip naar Detroit met Kid Rock. Samen luisterden ze naar Lynyrd Skynyrd, wat zeker zijn stempel heeft gedrukt op C’mon C’mon.
In ’86 verhuisde Crow naar Los Angeles, waar ze op een auditie Michael Jackson overtuigde om haar als backing-zangeres mee te nemen op de Bad-tournee. Voor haar een redelijk ontnuchterende ervaring, want na drie maanden kende de King Of Pop haar naam nog altijd niet.
Crow gaf songs weg aan Wynona Judd, Céline Dion, Eric Clapton en Lisa Lisa & Cult Jam en nam uit financiële noodzaak nog meer koorzangbaantjes aan. Tot Don Henley, een van haar gelegenheidsbroodheren, haar adviseerde om meer aan zichzelf te denken en resoluut haar eigen ding te doen.
Een eerste poging tot debuutplaat werd door Genesis-producer/technicus Hugh Padgham al te zeer gepolitoerd en Crow kon platenfirma A&M overtuigen om de banden in de prullenmand te gooien, ondanks de investering van 415.000 dollar. Met Tuesday Night Music Club lukte het in ’93 alsnog om uit de startblokken te schieten. Het album was het gevolg van de jamsessies die een vriendenclubje elke dinsdag organiseerde in de studioloft van producer Bill Bottrell.
Jaloers op haar succes en gefrustreerd omdat hun verdienste over het hoofd werd gezien, maakten muzikanten David Baerwald en Kevin Gilbert, tevens haar ex-vriend, Crow zwart in de pers. De verwijten geïncasseerd, nam de zangeres het heft voortaan in eigen handen. Sheryl Crow was een rauwe cd die meteen een ander imago presenteerde: een spooky look met donker geverfd haar en zwarte make-up. Crow, door de wind die ze als hoge boom ving wantrouwig geworden, was het beu the girl-next-door uit te hangen.
De volgende plaat The Globe Sessions had een uitgesproken confessioneel karakter. Zo werd gefluisterd dat de single My Favorite Mistake de neerslag was van haar op de klippen gelopen romance met Eric Clapton. Hij was een van de vele gasten op de liveplaat Sheryl Crow & Friends: Live In Central Park.
Ook de nieuwe cd C’mon C’mon is een gezellig sterrenonderonsje, met bijdragen van Lenny Kravitz, Don Henley, Stevie Nicks, Emmylou Harris, Steve Earle, Dr Dre-bassist Mike Elizondo, Liz Phair en Doyle Bramhall II.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier