Een kikker met een hoek af, daar kick ik op
Al tien jaar behoort Ansatz Der Maschine tot de best bewaarde geheimen in Belpopland. Met hun derde langspeler Heat komt daar hopelijk verandering in. Haast is daar volgens componist, altviolist en bezieler Mathijs Bertel niet bij. ‘Ik amuseer me perfect met het onderweg zijn.’
Kies maar een plek die je inspireert, antwoordde ik toen Mathijs Bertel me vroeg waar het gesprek zou plaatsvinden. En zo stond ik – bandopnemer in de ene hand, paraplu in de andere – op een grijze donderdagochtend tussen de blauwe reigers en de bruine ganzen in het groene gras van het Gentse natuurdomein De Bourgoyen. Het kleurenpalet past wonderwel bij de rijkgeschakeerde derde langspeler van Ansatz Der Maschine.
MATHIJS BERTEL: Eigenlijk had de Bourgoyen in het danklijstje van het album moeten staan. Ik woon hier twee kilometer vandaan en als ik elke dag van nine to five aan het componeren ben, kom ik hier ’s middags joggen om mijn hoofd leeg te maken. De Bourgoyen ligt op vijf minuten van het stadscentrum en toch waan je je hier midden in de ongerepte natuur. Je kunt hier ver kijken zonder glas en beton te zien, en daar hou ik van.
Op de binnenhoes van de cd staat ook een vergezicht.
BERTEL: Dat is in IJsland, vlakbij de Eyjafjallajökull. Voor alle duidelijkheid: de foto in kwestie is genomen vóór de vulkaanuitbarsting en heeft ook niets te maken met alle IJslandse groepjes waarmee ze Ansatz Der Maschine vergelijken, zoals múm. Ik luister liever naar groepen als Sixteen Horsepower en Bright Eyes. Of flamenco, muziek die verder af staat van wat ik zelf doe, dan loop ik geen risico iemand onbewust te kopiëren.
Om het op z’n Jambers’ te vragen: inspireert de natuur je?
BERTEL: In die zin dat ik ervan hou om elektronische geluidjes zo natuurlijk mogelijk te doen klinken. Krekels en andere beestjes, een kikker met een hoek af. Eigenlijk zijn het slechte imitaties, onvolmaakte stoorgeluidjes, maar zet ze samen en ze vormen toch een homogeen geheel. Daar kick ik op. In de natuur is het ook zo (wijst naar de berm): geen een van de blaadjes die van de bomen vallen, is perfect, maar samen op een hoop zien ze er mooi uit. Dan klopt het plaatje.
‘Heat’ is jullie meest liedjesachtige plaatje tot nu toe.
BERTEL: Het is een reactie op alle mensen die zeggen dat we niet in één hokje te duwen zijn. Daardoor duwen ze ons natuurlijk net wél in een hokje! Het cynische lot van een groep in de marge. (Lacht) Ik wilde die niche voor één keer helemaal doorbreken en de luisteraar recht in het gezicht aanspreken. Het was een uitdaging, songs schrijven is uiteindelijk een niet te onderschatten ambacht. Het kan dus goed zijn dat ik de volgende keer opnieuw een donkere, compleet fatalistische plaat maak. (Lacht)
Wat vind je het moeilijkste aan songs schrijven?
BERTEL: Diepte. Ik heb een voorbeeld genomen aan groepen als TV On The Radio en Massive Attack. Hun songs liggen vlot in het gehoor, maar ze zijn niet van plastic: ze bevatten diepte en melancholie. Daarvoor moet je heel minutieus te werk gaan. Goochelen en breien met klanken is in vergelijking veel simpeler, voor mij toch.
Je bent geluidstechnicus van opleiding. Krijgt de klank voorrang bij Ansatz Der Maschine?
BERTEL: Ik begin vaak bij een riffje op gitaar of piano, en zet dat meteen om tot elektronische klanken. Als ik me niet door de sound zou laten inspireren, ben ik bang dat onze muziek haar ziel zou verliezen. Dan is die hoek er misschien niet af. Het mag allemaal niet te proper klinken, dus moet ik onze sound goed bewaken. Het gevaar is: soms ben ik met niets anders bezig en dan verlies ik de essentie uit het oog.
En die essentie is?
BERTEL: Op deze plaat was dat verschillende interpretaties van de werkelijkheid geven. Mijn werkelijkheid, mijn gedachten. Daarom staan er veel verschillende genres door elkaar op: een beetje jazz, klassiek, blues, Aphex Twin-achtige beats… Kijk, voor mij voelt muziek maken soms aan als omgaan met een spraakgebrek. Je maakt iets omdat je het op een andere manier niet uitgelegd krijgt, je springt creatief om met je beperkingen.
Blijkbaar is ‘Ansatz’ – ik heb het opgezocht, een term uit de wiskunde en fysica – en staat het voor ‘een berekende gok’.
BERTEL: Echt? Dat is het eerste wat ik daarvan hoor. (Lacht) Ik heb die naam tien minuten voor ons eerste optreden gekozen. Het is een archaïsche Duitse term van Karl Marx, die vond dat de industriële revolutie de mens in een verlengstuk van de machine veranderde. Toepasselijk, omdat wij net het omgekeerde doen: onze gevoelens vertalen via machines. Nu, die berekende gok zit natuurlijk ook in onze muziek. Samplers en andere machines hebben soms een eigen leven, vooral wanneer we live spelen, komt er enig gokwerk bij kijken. (Lacht)
Alle songs op ‘Heat’ zijn opgedragen aan een bestaand of fictief persoon. De betreurde Mark Linkous van Sparklehorse wordt geëerd met een titel- en woordeloos nummer.
BERTEL: Ik was er het hart van in toen ik het bericht over zijn zelfmoord hoorde. Die man schreef zulke heerlijk kapotte songs, totally fucked up en daardoor zo verschrikkelijk mooi. Dat hij daarvoor zelf vanbinnen zo’n wrak moest zijn, vind ik erg tragisch. Bach was ook zo iemand; prachtige muziek, maar zijn leven was een hel.
Een afschrikkende gedachte, je muzikale helden die lijden voor hun muziek?
BERTEL: Neen, want ik zal nooit zo diep als zij tot de essentie van de muziek doordringen. Ik kan me daarmee verzoenen, hoor. Ik hoef niet op dat niveau te geraken, ik amuseer me perfect met het onderweg zijn. Net zoals ik Bach speel op viool: ik kan het niet zo goed, maar ik doe het toch graag.
‘Le Vent Polaire’ is opgedragen aan de Franse ex-verzetsstrijder en topdiplomaat Stéphane Hessel. Geen vrijblijvende keuze.
BERTEL: Denk je? (Grijnst) Ik heb deze plaat gemaakt in volle politieke crisis en ik moest er dus wel iets van mijn ergernis in kwijt. Ik heb Hessels boek Indignez-vous! gelezen en ik vind het prachtig dat die man zich op zijn 94e blijft engageren. Des te meer omdat zijn ideeën zo massaal opgepikt worden; onder meer door de indignados en de Occupybeweging. Het materialisme en individualisme vieren hoogtij en dat baart me hoe langer hoe meer zorgen. Net als het klimaat, ik kan er echt wakker van liggen. Vandaar dat de titel van het album zo veel verschillende ladingen dekt: Heat kan voor de opwarming van de aarde staan, maar ook voor passie en vuur, en de hoge nood eraan in deze tijden.
Zit er een verzetsmens in jou?
BERTEL: Niet genoeg. Geef toe, een song opdragen aan Stéphane Hessel is nogal een brave vorm van verzet, diep verscholen in de hoop dat journalisten er een vraag over stellen. Waarvoor dank trouwens. (Lacht)
HEAT
Uit op 23/1 in eigen beheer.
DOOR JONAS BOEL
MATHIJS BERTEL ‘MUZIEK MAKEN VOELT ALS OMGAAN MET EEN SPRAAKGEBREK.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier