DRAG ME TO HELL ***

DRAG ME TO HELL. Gij zult niet carrière maken op de rug van een zigeunervrouwken met een glazen oog.

Dinsdag 20/11, 22.25 – 2BE. Sam Raimi, VS 2009

Ambitieus? Ongeduldig omdat die promotie waar je al zo lang op aast er maar niet komt? Maak in dat geval van je hart vooral geen steen, want anders… Enfin, dat is tenminste de boodschap van Drag Me to Hell, een donkerkomisch schrikfeest over een jonge vrouw die wanhopig probeert aan een zigeunervloek te ontsnappen.

Als regisseur Sam Raimi niet druk in de weer is in Hollywood, zoals met de Spider-Man-trilogie en de alternatieve remake van The Wizard of Oz die eraan komt, keert hij het liefst terug naar het genre waarmee het voor hem allemaal begon in de jaren tachtig: de onstuimige horrorfilm. Raimi, die ook de neonoir A Simple Plan regisseerde, maar vooral het vernieuwende Evil Dead-drieluik en Darkman, heeft er zijn status als auteur aan te danken.

De dame in nood is hier Christine (Alison Lohman), een aardige juffrouw die als bediende in een bank werkt. Ze heeft een al even charmante vriend (Justin Long) maar leidt geen zorgeloos leventje. Op haar werk moet ze bewijzen dat ze ook harde beslissingen kan nemen, tenminste, als ze de begeerde post van assistent-manager wil. Bovendien wringt het dat haar toekomstige schoonmoeder op haar neerkijkt vanwege haar afkomst. Het is allemaal klein bier in vergelijking met de donkere wolken die zich boven haar samentrekken wanneer ze een bejaarde zigeunerin met glazen oog een lening weigert. De vrouw vervloekt haar. Wat volgt, is een race tegen de klok, geworteld in de B-film maar gedraaid met de middelen van een stevig gebudgetteerde studiofilm.

Met de actualiteit in het achterhoofd worden sommige details daarbij onverwacht markant: in een van de meest efficiënte scènes van dit spooky spektakel wordt het interieur van een Ford het decor voor een fraai schouwspel vol cynisme en huiver, eentje dat een nieuwe betekenis geeft aan het begrip kinpijpen zonder gebit. Dergelijke geïnspireerde huivertaferelen vormen het speelse hart van deze verfrissende non-stopgriezel.

Raimi’s horrortrip is even subtiel als diabolisch overdreven. Hij weet fijntjes spanning op te roepen met plots opstekende briesjes of een vlieg die in een neusgat kruipt. Maar er springen evenzeer oogballen uit hun kassen, er zijn maden, slijm en kots, er is manische grafhumor. En Raimi zondigt lekker tegen de moeder van alle Hollywoodregels: het happy end.

LUC JORIS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content