DOX: KLEINE MENSEN, DROMEN EN WENSEN

NATHALIE MESKENS. 'In Nepal zal geen kind 'speeltijd' zijn favoriete vak noemen.'

Maandag 29/8, 20.45 – Acht

Nu de winkels weer volgestouwd liggen met boekentassen, pennenzakken en kaftpapier van allerlei pluimage en uw kroost u de oren van het hoofd zeurt om de exemplaren met de beeltenissen van Hello Kitty, Toy Story en Bakugan, kan het geen kwaad om er nog eens aan herinnerd te worden dat er nog steeds kinderen zijn die bovenal gewoon naar school willen gaan. Cunina-ambassadrice Nathalie Meskens trok met Sophie Vangheel, stichter-voorzitter van de organisatie, naar Nepal en kwam terug met de docu Kleine mensen, dromen en wensen.

Wat doet Cunina precies?

Nathalie Meskens: Cunina zet zich al meer dan twintig jaar in om de toegang tot en de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren in arme, moeilijk bereikbare gebieden in vijf ontwikkelingslanden. In Nepal bijvoorbeeld moeten kinderen zes à zeven dagen stappen om de dichtstbijzijnde school te bereiken, wat betekent dat velen van hen niet gaan. Door scholen op te richten, leraren op te leiden of didactisch materiaal te voorzien probeert de organisatie meer kinderen naar school te krijgen en het onderwijs te verbeteren. Voor meisjes en jongens met bijzondere aanleg worden in België peetouders gezocht. Een peetouder betaalt de onderwijskosten van één kind en steunt met zijn bijdrage meteen ook de Cuninaprojecten.

Vanwaar jouw engagement voor de organisatie?

Meskens: Ik ben al enkele jaren peetouder van Cunina en steun voor dertig euro een meisje in de Filippijnen. Maar: ik wilde méér doen. Toevallig had Cunina ook opgemerkt dat ik een BV ben. (Lacht) Ik was dus heel vereerd dat ze mij als ambassadrice wilden, zeker omdat ik de organisatie ken en vertrouw. Door in Nepal een documentaire te draaien kan ik tonen dat wat ze doen écht werkt.

Wat krijgen we in ‘Kleine mensen, dromen en wensen’ dan te zien?

Meskens: Sowieso stellen we Nepal en de projecten van Cunina ter plekke voor. Centraal staan de dromen van kinderen daar én hier. Op basis van die typische poëzieboekjes van vroeger vertellen ze wat ze met hun leven willen doen. Natuurlijk zijn er zowel in Nepal als in België kinderen die dokter of piloot willen worden, maar wat erg opviel, was dat kinderen daar toch meer begaan zijn met het helpen van andere mensen. Ze beseffen dat zij gelukzakken zijn omdat ze dankzij Cunina naar school kunnen gaan en ze willen iets terugdoen. Daar zal je geen kind horen zeggen dat ‘de speeltijd’ zijn favoriete vak is. (Lacht)

Ben je geschrokken van de situatie in Nepal?

Meskens: Goh, zo’n inleefreis is heftig omdat de levensomstandigheden beperkt zijn. Maar voor alle duidelijkheid: Cunina brengt geen noodhulp. Het is niet onze bedoeling om mensen in tranen naar hun portefeuille te doen grijpen. Zeker met Kleine mensen, dromen en wensen willen we een mooi, hoopvol beeld schetsen van wat ontwikkelingssamenwerking kan betekenen. Dat gezegd zijnde vind ik dat iemand die het zelf goed heeft het aan zichzelf en anderen verplicht is om zich voor minder fortuinlijke mensen in te zetten – tot ergernis van sommige familieleden die ik steeds opnieuw probeer te mobiliseren. (Lacht)

Eerlijk: krijg je bij het zien van al die kinderen geen zin om er eentje mee naar huis te nemen?

Meskens: (Lacht) Mij lijkt het beter om ze te laten waar ze zijn en daar kansen voor hen te creëren. Ik ben niet zo’n adoptiefreak dat ik echt geprikkeld word om hen naar België te brengen. Al moet ik toegeven dat dat tijdens mijn reis naar Haïti lastiger was, omdat de situatie daar veel schrijnender is. En eerlijk: bij elk kind dat me daar in de ogen kijkt, krijg ik het gevoel dat ik het alles wil geven wat ik heb, gewoon om het uit die shit te helpen.

BARBARA DE CONINCK

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content