DIE BITTEREN TRÄNEN DER PETRA VON KANT****

'DIE BITTEREN TRÄNEN DER PETRA VON KANT.' Fassbinder grand cru.

Maandag 11/6, 22.00 – Arte. Rainer Werner Fassbinder, D 1975

Amper 37 jaar was Rainer Werner Fassbinder toen hij in juni 1982 bij hem thuis dood teruggevonden werd, na een fatale mix van drank, cocaïne en slaappillen. En zo voegde het noeste werkpaard – in het jaar van Die bitteren Tränen der Petra von Kant draaide hij nog twee films en een familieserie in vijf afleveringen – de daad bij zijn gevleugelde uitspraak: ‘Slapen kan ik als ik dood ben.’ Het bed speelt ook een centrale rol in dit fel uitgebeend en bewust sterk gekunsteld melodrama over een van Fassbinders favoriete thema’s: dat liefde slechts een vorm van uitbuiting is.

Het vergulde zilveren ledikant staat midden in het door spiegels, modepoppen en een Titiaanachtige reproductie van naakten verluchte woonatelier van Petra von Kant (Margit Carstensen), een excentrieke en pas gescheiden modeontwerpster. Het wordt zo een theaterpodium voor een bittere sadomasochistische liefdesdriehoek tussen drie vrouwen. De succesvolle modemaakster deelt haar woning met Marlene (Irm Hermann), haar secretaresse en styliste die slaafs en zwijgzaam doet wat haar gevraagd wordt. Hun routine raakt echter verstoord als Petra obsessioneel verliefd wordt op een jong en schijnbaar naïef model uit een lager milieu (Fassbinders muze Hanna Schygulla). Het begin van een perverse relatie en vernederende machtsstrijd waarbij de ambitieuze Petra langzaam wegzinkt in jaloezie en kwelling omdat het model wel van de luxe wil genieten die Petra haar aanbiedt, maar weigert om in een verstikkende lesbische relatie te stappen.

Fassbinder vertrok voor deze sensationeel vertolkte claustrofobische en dialoogrijke film – zijn internationale doorbraak – van zijn eigen toneelstuk. Die theatrale afkomst verraadt hij echter nooit en de altijd elegante camera weet je voortdurend te verbazen, omdat Fassbinder zijn schaamteloos geënsceneerde stijl een sublieme esthetiek meegeeft die zowel artificieel als kitscherig is. Het is voor hem een manier om de door hem bewonderde Hollywood ‘women’s pictures’ van de jaren 40 en 50 uit te kleden. Een deconstructie die overigens haaks staat op zijn eigen raadselachtige verholen aanpak. De biseksuele Fassbinder werd wel eens de ‘Frankenstein der zielen’ genoemd en zijn films waren vaak een maskerade van zijn eigen verlangens en leven, getekend door een soapachtige strijd om dominantie en onderwerping met zijn ‘commune’ van acteur en actrices.

(L.J.)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content