‘Brokeback Mountain’ moest voor Ang Lee een film worden waar niemand naar wou gaan kijken, maar dat is even anders uitgedraaid. De intimistische western over een verboden liefde tussen twee cowboys WERD de afgelopen weken bedolven onder de prijzen en is dé favoriet voor de Oscars begin maart. ‘Ik kan me identificeren met homoseksuelen; ik ben net als hen een outsider.’

Ang Lee had een goede reden om Brokeback Mountain te maken: hij was moe. Na het wervelende martial arts-epos Crouching Tiger, Hidden Dragon en de mislukte blockbuster The Hulk had hij nood aan iets kleins en onopvallends. ‘Iets waar niemand naar wil gaan kijken’, aldus de 51-jarige Taiwanees. Hij koos voor een kort verhaal van E. Annie Proulx over twee cowboys die in de vroege jaren 60 schapen moeten helpen overwinteren op de flanken van Brokeback Mountain in Wyoming. Tijdens hun verblijf worden ze verliefd op elkaar, maar die passie zullen ze tijdens hun hele leven geheim moeten houden. Voor de schijn trouwen ze allebei met een vrouw, maar twintig jaar lang blijven ze elkaar ontmoeten op de plek van Brokeback Mountain, zogezegd om te vissen. Langzaam vernietigt hun liefde niet alleen hun eigen leven, maar ook dat van de mensen in hun naaste omgeving. Brokeback Mountain werd al vlug een ‘gay western’ genoemd, maar die omschrijving doet de film veel te kort. Ang Lee’s nieuwste is immers een universeel liefdesdrama, over verlangen, verlies en de kansen die je mist. Of zoals Lee het zelf zegt: ‘Dit is een romantische tragedie in de stijl van Romeo & Julia. Alleen zijn de geliefden dit keer toevallig van hetzelfde geslacht, waardoor hun problemen van een andere aard zijn.’ Desalniettemin zorgde Brokeback Mountain hier en daar voor controverse. In enkele ultraconservatieve regio’s in de Verenigde Staten werd de film uit de bioscoop gebannen en ook Maleisië wou er liever niet aan. Bij de critici is hij wél een doorslaand succes: Brokeback Mountain kreeg de Gouden Beer in Venetië, was de grote winnaar op de Golden Globes en is met acht nominaties ook de favoriet voor de Oscars, die op 5 maart worden uitgereikt.

Dat Ang Lee het korte verhaal van Proulx zou verfilmen stond eigenlijk in de sterren geschreven. Onderdrukte gevoelens en verborgen verlangens zijn immers zowat zijn handelsmerk geworden. De schrijver met writer’s block in zijn debuut Pushing Hands, de handenwringende vrouwen in de Jane Austen-verfilming Sense & Sensibility, het koppeltje dat in Crouching Tiger, Hidden Dragon uit respect voor een overledene hun liefde opzijschuift, het lijken allemaal wel voorlopers van Ennis Del Mar (Heath Ledger) en Jack Twist (Jake Gyllenhaal), de twee gedoemde cowboys uit Brokeback Mountain. En wat is The Hulk anders dan een man die ontploft omdat hij zijn woede niet meer onder het tapijt kan vegen? Kortom: deze film was bestemd voor Lee.

Wanneer wist je dat je dit verhaal wou verfilmen?

Ang Lee: Vlak nadat ik het gelezen had. Ik zat toen echt met een krop in de keel. Iets had me heel diep geraakt, en dat heeft me niet meer losgelaten. Het is die romance die de twee hoofdpersonages gemist hebben, die ontgoocheling die ze hun hele leven meedragen. Die verloren kansen zijn zo onvatbaar dat je ze niet kunt definiëren. Je kunt ze alleen proberen te benaderen. Zijn we bereid om ons op te offeren voor wat ons na aan het hart ligt? Het is die negatieve kant die me aantrekt, hoe ze ten onder gaan aan hun gevoelens. Bovendien hadden die cowboys geen idee hoe ze met hun emoties moesten omgaan. Ze hadden geen taal of woordenschat om het uit te drukken. Dat is een ijzersterk uitgangspunt voor een dramatisch verhaal.

Volgens sommige critici zou Jack een echte homoseksueel zijn die ook in het dagelijks leven het gezelschap van mannen zoekt, terwijl Ennis eerder een romantische ziel is die toevallig verliefd werd op een andere man. Maakt dat voor jou iets uit?

Lee: Ennis’ seksuele oriëntatie is voor mij ook een raadsel en die vraag heeft me heel lang beziggehouden. Uiteindelijk heb ik besloten om het mysterie te bewaren, al hadden Heath Ledger en ik er wel een duidelijk idee over. Maar ik wist dat het publiek het personage van Ennis niet zou willen zien als een even expliciete en actieve homoseksueel als Jake. Ennis is zo’n merkwaardige figuur, voortdurend in gedachten verzonken. Je weet nooit wat hij denkt. In de loop van het verhaal kom je bijvoorbeeld te weten dat zijn vader hem ooit als kind uit zijn bed haalde om hem het lijk te tonen van een doodgeslagen homoseksueel. Hij loopt met andere woorden al zijn hele leven rond met angst en de enige manier waarop hij daarmee kan omgaan, is via geweld. Een typisch westernthema eigenlijk. Ennis is veel complexer dan de vraag of hij nu wel of niet homoseksueel is.

Heb je veel met Heath Ledger en Jake Gyllenhaal moeten praten om er zeker van te zijn dat jullie op dezelfde golflengte zaten?

Lee: Over wat het betekent om een cowboy te zijn, de evolutie van de personages, daar hebben we het natuurlijk uitgebreid over gehad. Maar ik heb mensen uitgekozen die te allen prijze wilden meespelen, omdat ik ervan uitging dat goede acteurs die echt zin hebben in zo’n complexe rol wel weten hoe ze het moeten aanpakken. Over de vrijscènes hebben we uiteindelijk ook niet veel gediscussieerd. Zulke scènes probeer ik per definitie zo weinig mogelijk te analyseren. Iedereen komt naar de set, je overloopt een paar technische details en voor de rest laat je de acteurs hun gang gaan. Zij zijn professionelen. Ze weten wat ze te doen staat. Op die manier blijft het ook fris. De acteurs hebben schrik en dat helpt om die scènes geloofwaardig te maken.

In de jaren 60, het decennium waarin ‘Brokeback Mountain’ zich voor een groot stuk afspeelt, woonde je in Taiwan. Was homoseksualiteit daar minder een probleem?

Lee: Dat zou ik niet durven te zeggen. Een van mijn ooms, met wie ik goed bevriend ben geworden, is homo en hij heeft het daar altijd moeilijk mee gehad. Hij vertelde me hoe zijn vader hem ooit het huis uit schopte. ‘Ga naar het ziekenhuis en maak dat je geneest’, kreeg hij te horen. ‘Anders kom je hier nooit meer binnen.’ En mijn oom is er inderdaad nooit meer terug geweest. Ik heb Ennis niet op hem gebaseerd, maar ik heb wel vaak aan hem gedacht. Net als Ennis is hij een erg mannelijke figuur. Hij houdt van worstelen en staat zelfs aan het hoofd van een armworstelfederatie.

In ‘The Wedding Banquet’, je film uit 1993, moesten twee mannen hun liefde voor elkaar ook verbergen door te trouwen met een vrouw. Toeval?

Lee: Niet echt. Ik kan me echt identificeren met homoseksuelen, omdat ik weet hoe het voelt om een outsider te zijn. Ook in de visie op de wereld die homoseksuelen soms hebben, vind ik mezelf terug. Voor hen is het immers de ‘normale’ wereld die gek is (lacht).

‘The Wedding Banquet’ was een komedie. Heb je nu eindelijk de moed gevonden om dat thema op een ernstige en emotionele manier te behandelen?

Lee: Dat zou kunnen. Een homoseksuele cowboy opvoeren in een parodie is gemakkelijk, kijk maar naar Blazing Saddles, maar een film als Brokeback Mountain vergt lef. Ik had schrik om dit verhaal te vertellen en ik heb die angst elke dag opnieuw moeten onderdrukken. Nu, bij The Wedding Banquet was ik ook bang omdat ik toen het mainstreampubliek uit Taiwan moest confronteren. Achteraf bleek dat niemand er problemen mee had. Homoseksualiteit wordt er niet gezien als een zonde, maar als een sociale conventie die vlot opgelost kan worden. Amerika is een heel ander paar mouwen, ook al omdat ik in dit geval de seksuele kant niet buiten beeld kon laten. Bij The Wedding Banquet hoefde ik me niet met de psychologische gevolgen bezig te houden, Brokeback Mountain gaat veel dieper. Dit is een echt romantisch liefdesverhaal.

Eén thema dat in je films telkens terugkeert, is dat van de onderdrukte gevoelens. Enig idee waar dat vandaan komt?

Lee:(knikt) Van mijn opvoeding. Mijn vader was de directeur van een middelbare school, een van de beste in Taiwan. Ik ben grootgebracht in een academische omgeving, ver verwijderd van alles wat met kunst te maken had. Kunst was verboden en de entertainmentindustrie werd gezien als het laagst mogelijke niveau in de samenleving. Ik heb me lang diep geschaamd omdat ik geen zin had om aan de universiteit te studeren en liever films wou maken. (lacht) Ik voelde me nutteloos. Omdat ik voortdurend zat te fantaseren, was ik een stil, verlegen en introvert kind dat al zijn gevoelens opgesloten hield. Uiteindelijk ben ik toch de opleiding drama begonnen in Taiwan. De allereerste keer dat ik op het podium kwam, kwam al die energie er plots uit. En blijkbaar heb ik het nodige talent om films te maken. Toen ik aan Sense & Sensibility begon, sprak ik nauwelijks Engels en omdat ik niet veel zei, dachten al die welbespraakte Britten dat ik onbeschoft en arrogant was. (lachje) Maar het is toch een geslaagde film geworden.

Je hebt al een komedie gemaakt, een kostuumdrama, een blockbuster, een martial-artsepos en nu een western. Heb je het nodig om genres af te wisselen?

Lee: Ik sta daar niet bij stil. Ik ga te werk zoals een acteur: ik zoek iets wat me aanspreekt, verken de wereld waarin het verhaal zich afspeelt en vertrouw voor de rest op mijn instincten. Ik heb zelf niet het gevoel dat ik extreem van register verander. Het komt heel natuurlijk. Wat nog niet betekent dat ik mijn films willekeurig kies. Met elk van de verhalen die ik verteld heb, voel ik me diep verbonden.

Als kunst taboe was tijdens je jeugd en je de cinema pas laat ontdekt hebt, welke films hebben dan een diepe indruk op je gemaakt?

Lee: Ik ben opgegroeid met Hollywoodfilms en Chinese cinema, maar ik kwam vooral onder de indruk van de Italiaanse cinema van vlak na de oorlog, de neorealisten zoals De Sica, Rosselini en Visconti. De vroege films van Fellini ook. Ik heb altijd een hechte band gevoeld met die verhalen. Melodrama ligt me. Soms is dat mijn grote troef, soms toon ik daar ook mijn beperkingen. Als ik geen melodramatische toets geef aan een film, heb ik de indruk dat ik niet mijn best heb gedaan. Wat ik zo bewonder aan films als Ladri di biciclette is dat ze niet alleen geweldige melodrama’s zijn maar dat ze ook het medium overstijgen naar een verfijnder, socialer, filosofisch en spiritueel niveau.

Heb je nog andere talenten dan cinema?

Lee: Ik denk het niet. Cinema is mijn leven, samen met mijn gezin. Het is mijn manier om bezig te zijn met de wereld. Als ik een film maak, besteed ik daar meteen een jaar of twee van mijn leven aan, dus ik kan er niet luchtig over doen. Ik moet er integer mee bezig zijn. Als ik een Amerikaanse film maak, werk ik wel binnen een Amerikaans systeem en met Amerikaans geld maar tracht ik het over het echte leven in Amerika te hebben. En dat staat doorgaans loodrecht op wat ik van Amerikaanse films en televisie heb geleerd. In elk van de vier films die ik in de States heb gemaakt, zitten thema’s die typisch Amerikaans zijn, maar die ik nog nooit in een andere film had gezien. Zowel The Ice Storm als Ride with the Devil, The Hulk en Brokeback Mountain zijn door en door Amerikaanse verhalen die verteld moeten worden en het is belangrijk dat het op de juiste manier gebeurt. Als mens weet ik namelijk dat alles wat uit Amerika komt automatisch een wereldwijde impact heeft.

Met ‘The Hulk’ heb je zelf ook van Hollywood geproefd. Kwam de ervaring overeen met het beeld dat je van die plek had?

Lee: Het was onwerkelijk. Niet omdat de mensen er artificieel waren of zo, maar als ik er kom, wordt er alleen over film gepraat. Andere onderwerpen hoor je niet. Ik heb altijd het gevoel dat ik het contact met de realiteit verlies. Voor de rest maak ik eigenlijk geen onderscheid tussen Hollywood en de rest van de wereld. Films zijn films, of het nu gaat om een goedkope onafhankelijke productie of een peperdure blockbuster. Ik heb The Hulk benaderd als een heel persoonlijk verhaal. De enige echt commerciële producties die ik gemaakt heb, zijn mijn eerste films in China. Maar omdat ze niet Engels gesproken zijn, kunnen buitenlanders ze enkel in alternatieve bioscopen bekijken. Dat was niet de bedoeling. (lacht)

Maar is het toeval dat je na ‘The Hulk’ en ‘Crouching Tiger, Hidden Dragon’ nu met een film komt die elke actie vermijdt?

Lee: Na die twee films had ik echt een rustperiode nodig, want ik was eerlijk gezegd een beetje uitgeblust. Sterker nog: ik was zwaar depressief door alle rompslomp die zulke gigantische producties meebrengen. Uitgerekend mijn vader heeft me toen weer moed ingesproken en gezegd dat ik weer een film moest maken. Kort daarna is hij gestorven, maar ik ben er zeker van dat hij nu van boven glimlachend naar beneden kijkt.

‘BROKEBACK MOUNTAIN’: VANAF 22/2 IN DE BIOSCOOP

EXTRA OP WWW.FOCUSKNACK.BE: ONZE VROEGERE INTERVIEWS MET ANG LEE.

FOCUSTRAKTEERT: WIN 10 EXEMPLAREN VAN HET BOEK ‘TWEE COWBOYS’. ZIE PAGINA 6.

Ruben Nollet

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content