Spoiler alert – maar niet heus: de Dahmer uit de graphic novel Mijn vriend Dahmer van de Amerikaanse tekenaar Derf Backderf is Jeffrey Dahmer, seriemoordenaar (zeventien jonge mannen in totaal), necrofiel en kannibaal. ‘En hij was zeker niet de enige op onze school met wie iets raars aan de hand leek.’

Voor wie nu meteen naar de winkel holt teneinde zich te kunnen verlustigen in pagina’s vol bloed, zweet en halfvergane lichaamsdelen: bespaar u de moeite en wend u tot de gespecialiseerde websites. Het boek neemt je mee naar de middelbareschooltijd van Dahmer in Bath, Ohio, eind jaren zeventig, meer dan een decennium vóór hij berucht zou worden als ‘de grootste seriemoordenaar sinds Jack the Ripper’.

Het zal je vriend maar wezen.

DERF BACKDERF: De titel is natuurlijk lichtjes provocerend – zo gaat dat nu eenmaal met boektitels – maar niet ironisch. Ik heb Dahmer een hele tijd als een vriend beschouwd. Het is te zeggen, een zoals je er vele hebt in die onnatuurlijke biotoop die een middelbare school is. Je bent op elkaar aangewezen zolang je op school zit; sommige vrienden blijf je je hele leven zien, de meesten verdwijnen voorgoed uit je leven zodra de allerlaatste schooldag is afgelopen.

Dahmer en ik zaten in dezelfde klas, zaten samen in de refter en brachten na school de nodige tijd met elkaar door. Ik kwam ook wel eens bij hem thuis – aardige lui, zijn ouders, ondanks hun eigen problemen. Mijn andere vrienden en ik vonden het oprecht hilarisch hoe Dahmer door de school bewoog en erg overtuigend de spastische tics van iemand met hersenverweking imiteerde – zijn manier om onze aandacht te trekken. We hadden een Dahmer-fanclub, waarvan ik de voorzitter was. Hij vond dat zelf allemaal geweldig. Het is pas later, toen hij op school aan het drinken sloeg, dat we het gevoel kregen dat hij niet helemaal spoorde en we een beetje afstand begonnen te houden.

MIJN VRIEND DAHMER IS EEN MENGELING van wat Backderf zich herinnert en van wat hij achteraf te weten kwam door gesprekken met oude schoolvrienden en -bekenden, door het uitpluizen van nieuwsberichten uit die tijd of uit de transcripties van interviews van FBI-agenten en psychologen met Dahmer na diens arrestatie. Het boek is niet Backderfs eerste versie van het relaas van de vriendschap – diverse pogingen hielden hem meer dan twintig jaar bezig – maar hij beschouwt dit wel als de definitieve.

Dahmer was een van die schoolvrienden die Backderf na highschool niet meer zag. De allerlaatste pagina’s van het boek tonen hoe Backderf in 1991 – hij was toen al professioneel cartoonist – wordt opgebeld door zijn vrouw, die journaliste is. Ze meldt hem dat haar hele redactie op haar kop staat omdat er net iemand is opgepakt wiens appartement vol gruwelijk verminkte lijken lag. Frappant: als ze Backderf vertelt dat de dader iemand is die bij hem in de klas heeft gezeten, roept hij eerst de naam van een ándere klasgenoot.

Er zat dus nog iemand in je klas die je tot zoiets in staat achtte.

BACKDERF: O, Dahmer was zeker niet de enige puber met problemen of met wie iets raars aan de hand leek, dat klopt – je wilt niet weten hoeveel waanzin er in Amerika sluimert. En je kunt natuurlijk moeilijk iederéén gaan opsluiten – als je dát allemaal op voorhand zou weten… Alleen is hij uiteindelijk helemaal ten onder gegaan aan zijn eigen gekte, terwijl al die anderen nu waarschijnlijk nog gewoon bij hun ouders in het souterrain wonen, vanwaaruit ze, al dan niet onder invloed van medicatie, naar voorbijgangers schreeuwen.

Misschien was Dahmer ook wel zo geëindigd als hij hulp had gezocht toen het nog kon, maar toegeven als zestienjarige, in dié tijd, dat je niet alleen homoseksueel bent maar ook nog eens steeds dwingender wordende gedachten koestert, waarin je het met dode mannen doet?

Had het ook anders kunnen lopen?

BACKDERF: Eerlijk gezegd denk ik dat niks hem had kunnen redden, daarvoor was hij te ziek in zijn hoofd, hij zou zichzelf uiteindelijk hebben vernietigd, maar misschien hadden die moorden wel vermeden kunnen worden. Het is zo tragisch allemaal.

EEN STEEDS WEERKERENDE WAT-ALSvraag in het boek is inderdaad ‘wie had iets kunnen doen (maar deed het niet)?’. Zowat iedereen, zo lijkt het wel, maar Backderf neemt het vooral de volwassenen kwalijk. Eén keer wordt Dahmer betrapt op bier drinken op het schoolterrein, waarna hij voor de keuze wordt gesteld: óf zijn ouders worden op de hoogte gebracht, óf hij krijgt tien tikken. Hij kiest voor een pak slaag, en daarmee is de kous af voor de schoolleiding.

BACKDERF: We hebben het hier over iemand die zich de laatste twee jaren op school elke dag klem zoop omdat hij dacht zo de stemmen in zijn hoofd te kunnen stoppen. Je gaat mij niet zeggen dat niemand van die leraren daar ooit iets van gemerkt heeft. Het kon ze gewoon niet schelen. Dahmer was al bij al geen lastige leerling, zette de boel niet op stelten of zo, dus vonden ze het allemaal best. Dat laatste jaar op school was sowieso een lachertje, je moest al heel erg je best doen om niet afgestudeerd te raken. En Dahmer was absoluut geen dommerik: zelfs stomdronken haalde hij meestal nog voldoendes. Desondanks was school al die tijd ook wel wat hem nog enigszins bijeenhield. Het was de enige plek waar hij nog wat mensen zag, iets had wat op sociaal contact leek. Het is echt geen toeval dat hij pas zijn eerste moord pleegde toen dat allemaal ineens wegviel.

MIJN VRIEND DAHMER

Verschenen bij uitgeverij Scratch.

DOOR BART SCHOOFS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content