‘Wat een wonderlijke familie zijn we toch!’, noteert Klaus Mann in 1936 in zijn dagboek. ‘Later zal men boeken over ons schrijven, niet over de afzonderlijke leden maar over de hele familie samen.’ Die boeken zijn geschreven, maar met ‘Ein Jahrhundertroman’ is nu ook een televisieserie gemaakt over Thomas Mann en de zijnen, de boeiendste familie van Duitsland.
Door Stefaan Werbrouck, ,
‘Die Manns – Ein Jahrhundertroman.’ Van 1/2 tot 15/2, elke vrijdag – 23.40 – Canvas. Voor een bespreking van de tv-serie: zie tv-tips.
De interesse voor de Manns komt echter niet alleen voort uit hun hoogstaande literaire productie, maar ook uit hun levensloop. De familie houdt het Duitsland en Europa van de 20ste eeuw immers een spiegel voor: zowel in de boeken als in het leven van de Manns komen alle grote conflicten, alle zwaartepunten van de vorige eeuw aan bod: twee wereldoorlogen, de opkomst van het fascisme en het communisme, emigratie en ballingschap, de Koude Oorlog en de tweedeling West- en Oost-Duitsland.
‘Waar ik ben, daar is Duitsland’
Thomas Mann wordt geboren in 1875, als zoon van een koopman en senator en is voorbestemd om zijn vader op te volgen in het familiebedrijf. Als die echter in 1891 onverwacht sterft, wordt de zaak verkocht. Een hele opluchting voor de zestienjarige Thomas, die zich nu volledig op zijn ware liefde kan storten: de literatuur.
Tien jaar later komt na enkele vingeroefeningen Manns eerste grote roman uit: Buddenbrooks, over de ondergang van de gelijknamige koopmansfamilie. Het boek wordt een groot succes en is nog altijd het meest verkochte van Thomas Mann: de oplage tot op vandaag bedraagt zo’n tien miljoen.
Met een bestseller op zak dompelt Mann zich onder in de geborgenheid van het burgerdom. Hij trouwt in 1905 met Katia Pringsheim, een van de beste partijen in München en – dixit zoon Golo Mann – ‘de grootste liefde van zijn leven en diegene die veruit het langst zou duren’. Samen krijgen ze zes kinderen: Erika, Klaus, Golo, Monika, Elisabeth en Michael.
Ook op politiek gebied is Thomas Mann in die tijd op zijn zachtst gezegd wat conservatief. Net zoals zoveel andere Duitse intellectuelen is hij blij als de Eerste Wereldoorlog uitbreekt, omdat de Duitse cultuur zich zo kan verdedigen tegen de oprukkende democratische civilisering. Thomas Mann is niet bepaald een aangenaam persoon in die tijd, zo herinnert zoon Golo zich. Hij laat soms een stoere, krijgshaftige baard groeien, kraamt oorlogszuchtige taal uit en drinkt Kriegsbier uit een martiale beker. Ook de inval in België kan op zijn goedkeuring rekenen. Een en ander levert hem het misprijzen op van broer Heinrich, gevierd literator en een van de weinige Duitsers die zich tegen de oorlog keren.
Na de oorlog ontwikkelt Thomas Mann zich tot een sociale, kritische humanist die de Weimar-republiek onvoorwaardelijk steunt, tot ergernis van de conservatieven in zijn land. In zijn beroemde redevoering Ein Appell an die Vernunft uit 1930 waarschuwt hij voor de nazi’s, na de machtsovername door Hitler wendt hij volledig zich van de ‘nazistische barbarij’ af. Hij keert niet meer terug van een voordrachtentournee en gaat in ballingschap in de Verenigde Staten.
Of hij te lang aarzelde dan wel zich tijdig afkeerde van nazi-Duitsland blijft een bron van controverse, maar zeker is dat Thomas Mann vanaf eind jaren ’30 ‘de stem van het andere Duitsland was, het opperhoofd van de emigratie, de enige en overal zichtbare tegenstander’, aldus criticus Marcel Reich-Ranicki in zijn familiebiografie Thomas Mann en de zijnen.
Als gevierd schrijver en Nobelprijswinnaar is hij de vertegenwoordiger van de Duitse cultuur, een levend symbool van de rijke Duitse traditie, een rol die hij – zijn idealen trouw – ter harte neemt. Als hij in 1938 in New York aankomt, spreekt Mann de beroemde woorden: ‘Waar ik ben, daar is Duitsland. Ik draag mijn Duitse cultuur in mij.’ Niet hij is de verrader van Duitsland, maar de nazi’s.
In de Verenigde Staten is het hele gezin in ballingschap verenigd. Erika en Klaus zijn al eerder aangekomen, Michael arriveert eind 1939, in 1940 volgen nog Golo en Monika. Die laatste heeft zich twintig uur lang moeten vastklampen aan een stuk hout, nadat haar boot door een Duitse onderzeeër getorpedeerd was. Ook Thomas’ broer Heinrich komt het gezelschap in de herfst van 1940 vervoegen.
En de familie betaalt haar schuld tegenover de Verenigde Staten terug. Drie leden – Klaus, Erika en Golo – trekken het Amerikaanse legeruniform aan, terwijl Thomas zelf geregeld in radiotoespraken het Duitse bewind aanvalt, tot ergernis van de migrantengemeenschap in de VS.
Ondanks hun inspanningen komt de familie na de Tweede Wereldoorlog – tijdens het McCarthyisme – echter onder druk te staan, vanwege vermeende communistische sympathieën. Zo komen FBI-agenten bij Erika thuis vragen naar haar banden met Stalin. Als Thomas in 1950 de redevoering Meine Zeit – naar zijn mening de beste rede die hij ooit geschreven heeft – niet mag voordragen wegens het politieke karakter ervan, is voor hem de maat vol. Hij vertrekt samen met Katia en Erika naar Zwitserland, waar hij nog enkele jaren verder werkt. ‘Ik ben voor de Amerikanen te links geworden, voor de Russen te democratisch en voor de Duitsers een farizeeër’, merkt de schrijver bitter op.
De Duitse Kennedy’s
Als Thomas Mann in 1955 sterft, zijn al zijn broers en zussen en enkele van zijn gezinsleden hem al voorgegaan. En niet altijd in de mooiste omstandigheden. De geschiedenis van de familie Mann bestaat immers niet alleen uit literaire prestaties en politieke acties, maar ook uit drugsverslaving, zelfmoord en seksuele escapades.
Een biografie van de familie Mann bevredigt dan ook het voyeurisme in de mens, de verzuchting om een blik te werpen achter de façade van een welgestelde burgerlijke familie. ‘Wat de Windsors voor de Britten zijn, dan zijn de Manns voor de Duitsers, en dan zeker voor de intellectuelen’, aldus Reich-Ranicki. Voor de ‘gewone’ Duitsers is de familie waarschijnlijk veeleer de Duitse versie van de Kennedy’s, een rijke en getalenteerde familie die door het lot uitermate zwaar getroffen werd, maar die ook een model biedt om de eigen ervaringen tegen af te meten.
Door de jaren heen is het beeld ontstaan van de kille, gevoelloze Thomas Mann, de man die nauwgezet zijn imago als cultuurmonument bijschaafde, zich tegenover zijn gezin als de Grote Schrijver gedroeg en de burgerlijke schone schijn ophield. In de dagelijkse omgang bleef Thomas Mann de gedistingeerde Duitse burgerman uit de 19de eeuw.
In zijn korte Lebensabriss uit 1930 schrijft Mann dat hij het aantal mensen dat hij tutoyeert op de vingers van één hand kan tellen. Behoudens een anatomische bijzonderheid heeft de schrijver zijn zes kinderen dus ook met u aangesproken. Zijn dochters – en dan vooral Erika en oogappel Elisabeth – kunnen wel op wat vaderlijke warmte rekenen en denken meestal met tederheid aan hem terug, maar voor de zonen is het leven harder. Golo Mann vertelt bijvoorbeeld hoe hij, als hij een enkele keer alleen met zijn vader moet dineren, vooraf enkele gespreksonderwerpen neerpent, ‘zodat het gesprek niet stokt en er een verschrikkelijke stilte ontstaat’. Als hij dat aan zijn broer Michael zegt, antwoordt die droogweg: ‘Dat doe ik ook.’
Het beeld van de kille vaderfiguur is nu wel wat afgezwakt en ook in de tv-serie is er voldoende plaats voor de ‘zachte’ Thomas Mann. Maar, aldus Marianna Krüll, biograaf van de familie, ‘de Manns moesten de prijs betalen voor het in stand houden van hun burgerlijke façade. En bij sommigen was die prijs heel hoog.’
Voor Klaus Mann was de prijs zeker hoog. ‘Hij was homoseksueel. Hij was verslaafd. Hij was de zoon van Thomas Mann. Hij was drie keer door het lot geslagen.’ Deze zinnen van Reich-Ranicki vormen de bekendste omschrijving van de oudste zoon en meest tragische figuur van de familie Mann.
Op jonge leeftijd heeft Klaus maar één doel voor ogen: beroemd worden. En het wonderkind slaagt daar ook in: op zijn achttiende is hij een gerespecteerd toneelcriticus met drie boeken op zijn naam, op zijn vijfentwintigste publiceert hij zijn eerste autobiografie. De kosmopolitische jongeling verlaat al vroeg het ouderlijke huis, trekt de wereld rond en laaft zich aan de glitter van de roaring twenties en de bijbehorende drugs. Diep vanbinnen is hij echter bodemloos eenzaam, en ondanks de tientallen affaires met jonge mannen niet in staat tot echte liefde. Hij is ‘het zwarte schaap’ (dixit Golo Mann) van zijn vader, die hij in zijn dagboeken een ’totale gevoelloosheid’ verwijt.
In de strijd tegen het fascisme lijkt Klaus echter een doel te vinden. Maar hij en zijn zus Erika worden eind 1931 hard met de neus op de feiten gedrukt als nazi’s, na een voordracht van Erika, de zaal kort en klein slaan. Ze verlaten het land. Het begin van een actieve periode, waarin Klaus sketches schrijft voor het satirische theater Die Pfeffermühle van zijn zus, redevoeringen houdt en het tijdschrift Die Sammlung, de belangrijkste spreekbuis van het anti-fascisme, redigeert. ‘Nooit leefde Klaus intensiever, heviger, beziger dan in de eerste jaren van de emigratie. Daarom ook wel: nooit gelukkiger’, herinnert zich Golo Mann.
Na de oorlogsjaren pendelt Klaus rusteloos tussen Europa en Amerika. Hij wordt steeds eenzamer, depressiever en zijn drugsgebruik gaat omhoog. Ook krijgt hij geen steun meer van Erika, die bij haar vader in Zwitserland zit. Op 21 mei 1949 maakt Klaus Mann met een overdosis slaapmiddelen een einde aan zijn leven. Thomas Mann is op dat moment op tournee in Scandinavië. In zijn dagboek staat op 21 mei het volgende te lezen: ‘Nieuwe Waterman-vulpenhouder. – Slecht in slaap gevallen. – 3 vale dagen buiten. – Tweede capsule, daarna rust.’
Klaus stond dan misschien wel zijn hele leven in zijn vaders schaduw, hij is er wel in geslaagd voor zijn homoseksualiteit uit te komen, iets wat zijn vader Thomas nooit gelukt is. In 1925 schrijft Klaus Der fromme Tanz, een boek dat beschouwd wordt als de eerste homoroman in de Duitse literatuur. Zijn vader reageert met het opstel Ueber die Ehe, een lofzang op het burgerlijke huwelijk waarin homoseksualiteit ‘zonder twijfel immoreel’ wordt genoemd. En terwijl Klaus overal in Europa homoseksuele avontuurtjes beleeft, schrijft vader Thomas zijn geaardheid neer in zijn dagboeken en sublimeert hij zijn gevoelens in de literatuur. Klaus was niet het enige slachtoffer van de burgerlijke façade.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier