Oliebaronnen met de politiek in hun achterzak, zakenlui die tot alles in staat zijn om een contract binnen te rijven en Arabische prinsen in de greep van het geld: Stephen Gaghan toont in de thriller ‘Syriana’ hoe de oorlog om het zwarte goud het Midden-Oosten én de rest van de wereld naar de knoppen helpt. ‘Al die zogenaamde leiders zijn even verward als ons. Er is niemand die ons uit deze ellende kan trekken.’
Het zal niemand verbazen dat de wereld bestuurd wordt vanuit geheime meetings achter gesloten deuren. In principe had Stephen Gaghan dus geen enkele kans om ooit het fijne te weten te komen over het huwelijk tussen olie, politiek en terrorisme. Maar met de hulp van Steven Soderbergh, voor wie hij het Oscarwinnende script van Traffic had geschreven, kreeg hij de Warner-studio zover om hem een blanco cheque uit te schrijven, zonder een deadline op te leggen. Gaghan trok daarop naar Robert Baer, een voormalige CIA-agent van wie hij de memoires See No Evil had gelezen, waarin die de oorlog tegen het terrorisme met de grond gelijkmaakt. Baer besloot Gaghan op sleeptouw te nemen en plots gingen allerlei deuren voor hem open. Amerikaanse oliemagnaten, officiers van de Palestijnse factie Al Fatah, leden van de raad van bestuur van wereldwijde investeringsmaatschappijen, Libanese sjeiks, topraadgevers van de Amerikaanse president, tijdens de vier jaar dat Gaghan aan het script voor Syriana sleutelde, kreeg hij een onwaarschijnlijk uitgebreide stoomcursus wereldpolitiek. De reden waarom al die belangrijke mensen in hun kaarten lieten kijken, was simpel, vertelt Gaghan (40): ‘Niemand dacht dat Hollywood ooit het lef zou hebben om een film over zo’n complex en moeilijk onderwerp ook effectief te produceren.’ Maar dat viel dus tegen: volgende week komt Syriana in de zalen, een politieke thriller die aan de hand van een handvol verhalen de gevolgen van het gevecht om olie, geld en macht in kaart brengt. Van een CIA-agent (George Clooney, met baard en twintig kilo verzwaard) die tijdens een laatste klus in het Midden-Oosten enkele onaangename waarheden op het spoor komt, tot een ambitieuze analist (Matt Damon) die na een familietragedie een partnerschap sluit met een idealistische Arabische prins, allemaal spelen ze, meestal zonder het zelf te beseffen, een rol in de vuile strijd van de olie-industrie. Syriana ging in première op het filmfestival van Berlijn en werd daar onthaald als een van de beste én belangrijkste films van dit jaar.
De titel verwijst naar een fictief en abstract Midden-Oosten. Moest dat?
Stephen Gaghan: Ik had geen zin om mijn film al meteen te dateren. Hoe meer ik me in de materie verdiepte, hoe meer ik zag dat alle problemen in wezen veroorzaakt worden door de menselijke natuur. Syriana wijst niemand met de vinger, maar stelt dat we allemaal een beetje schuld dragen. Amerika en de rest van het Westen laten al een halve eeuw oogluikend de praktijken van de Arabische leiders toe omdat ze ons gaven wat we nodig hebben. Paul Wolfowitz (momenteel president van de Wereldbank, daarvoor als onderminister van Defensie de architect van het buitenlandse beleid van Bush; nvdr.) zegt nu dat het gedaan moet zijn en dat Amerika dezelfde normen en waarden moet eisen van zijn handelspartners. Hij zegt dat die landen geregeerd moeten worden door een volksvertegenwoordiging met inbreng van hun minderheden en dat wij die verandering moeten forceren. Als Amerikaan word ik dan razend enthousiast, maar eigenlijk is de situatie dezelfde als twee millennia geleden, toen de Romeinen hun democratie naar Klein-Azië exporteerden. De term ‘Syriana’ staat voor de eeuwenoude droom dat we de wereld naar onze behoeften kunnen kneden en dat het dan allemaal wel in orde komt. We zouden intussen beter moeten weten.
Je hebt met de groten der aarde aan een tafel gezeten. Wat heb je geleerd uit al die interviews?
Gaghan: Om eerlijk te zijn niet veel en dat illustreert perfect het hele probleem dat ik wou aankaarten met mijn film. Ik heb mensen uit alle hoeken van de wereld opgezocht en die gaven allemaal de indruk dat ze precies begrepen wat er aan de hand was. Ik ben bijvoorbeeld gaan praten met Richard Perle, de bekende neoconservatief, en hij gaf me intelligente en overtuigende uitleg over hoe de wereld in elkaar steekt. Maar twee weken eerder had ik in Syrië een leider van de Iraakse stammen uit de westelijke woestijn ontmoet, en die had me op even overtuigende en intelligente manier compleet het tegenovergestelde verteld (lacht). Toen wist ik: niemand weet echt hoe de vork aan de steel zit. Al die zogenaamde leiders zijn even verward als de rest van de wereldbevolking en eigenlijk is er niemand die ons uit deze ellende kan trekken. Dat wou ik vertellen.
Je schetst de olie-industrie als een wereld die bijna ongenaakbaar is, maar wel zijn eigen graf graaft.
Gaghan: Dat is ook zo. De oliebusiness is als een ballon die steeds verder opgeblazen wordt. Op een bepaald moment moet die wel ontploffen. Omdat ze zo succesvol zijn, zien de oliebedrijven niet waar het naartoe gaat. Exxon Mobil streek gigantische winsten op nadat orkaan Katrina toe- sloeg. Oliebedrijven profiteren systematisch van oorlogen en natuurrampen. Hoe kan zoiets? Het is de vrije markt die op hol slaat. Maar het zal niet zonder gevolgen blijven. De mensen worden kwaad.
Waarom leggen die bedrijven zich niet meer toe op de ontwikkeling van alternatieve energiebronnen? Ze weten toch ook dat de voorraad olie zienderogen slinkt?
Gaghan: Omdat de winsten momenteel te groot zijn. Vroeg of laat zal er wel schot in de zaak komen. Het kan niet anders. Mensen zijn overlevers. Als je ons bedreigt, gedragen we ons als ratten die in een hoek gedwongen worden. Ik denk dat we vrij snel de juiste weg zullen kiezen naarmate de poolkappen verder smelten en we met steeds extremere weerverschijnselen te maken krijgen. Het is enkel jammer dat we de voorbije zes jaar niet hebben kunnen rekenen op leiders die ons in de richting van alternatieve brandstoffen voeren. Wij moeten het stellen met iemand die het verdrag van Kyoto naast zich neerlegt omdat hij de Amerikaanse hegemonie niet wil ondermijnen ten voordele van de ontwikkelingslanden. India en China vinden dat ze hun groeiende economie mogen ondersteunen met ongebreideld energieverbruik, Amerika wil het niet toelaten omdat het die landen een te groot economisch voordeel zou geven. Ik kan beide argumenten begrijpen en daarom is de situatie zo interessant.
Van rampen gesproken, hoe schat je de impact van 11 september in op de oliewereld?
Gaghan: Volgens mij is 11 september een gigantisch keerpunt geweest in de wereldgeschiedenis. Een halve eeuw lang bleef Amerika bilateraal de status- quo in het Midden-Oosten steunen, na 11 september besliste het plots om aan de democratie te exporteren. Dat zal enorme gevolgen hebben. Generaal Odom noemde de oorlog in Irak de grootste strategische blunder in de geschiedenis van de Verenigde Staten, en hij was vroeger de veiligheidsadviseur van Ronald Reagan. Tijdens mijn research heb ik enkel argumenten gevonden die hem gelijk geven. Ik heb de wereld rondgereisd om me te informeren en ik ontmoette overal mensen die zich onderdrukt voelen en kwaad zijn op de VS. En wat is het antwoord van de Amerikaanse regering? Ze neemt een stok en begint tegen dat wespennest te kloppen zonder goed te weten wat het zal opleveren.
Je toont ook waarom Arabieren naar terrorisme grijpen. Dat zal je niet in dank afgenomen worden.
Gaghan: Dat is dan maar zo. Kijk, Amerika is een goed land vol goeie mensen. Of toch zeker mensen met goeie bedoelingen. We hebben weliswaar periodes doorgemaakt waar we gemanipuleerd en uitgebuit werden, maar het systeem komt vrij snel tot zijn zinnen in dit land. We hebben van nature gezond verstand en zijn doorgaans gematigd en vrijgevig. We staan altijd klaar om te helpen. Ik denk dat die karakteristieken ook de doorslag zullen geven. Wat we nu meemaken is een storing die van korte duur zal zijn. Het kan niet anders. Toen Eisenhower in 1960 afscheid nam als president waarschuwde hij al voor de macht van het militair-industrieel complex. Hij heeft gelijk gekregen. De macht van de bedrijven en de conglomeraten, de speciale belangen die ze nastreven, het wijst op een oligarchische drang die nu heerst in Amerika. Maar het zou me verbazen mocht dat niet binnenkort weer veranderen. Een of andere catastrofe of openbaring of ontdekking zal ervoor zorgen dat onze ogen weer opengaan. Misschien al bij de volgende verkiezingen.
In de film geef je nochtans de indruk dat de machine veel groter is dan die kopstukken. Waarom zou de nederlaag van één president dan voor een omwenteling zorgen?
Gaghan: Het zal een grote en radicale ommekeer moeten zijn, niet een geleidelijke. Al de gesprekken die ik gevoerd heb, geven me niet de indruk dat de machine vanzelf de juiste weg zal kiezen. Ik heb honderden mensen geïnterviewd en die waren allemaal oneerlijk. Ze verstopten zich achter een ideologie, maar waren allemaal omringd door een geur van eigenbelang. Zodra je dieper groef, was het: ‘O ja, ik word er ook rijk van’, of: ‘O ja, ik heb macht.’ Niemand doet het voor niets. Eén keer dacht ik dat ik iemand gevonden had die echt volledig ideologisch geïnspireerd was, namelijk toen ik in het Witte Huis in gesprek raakte met Paul Wolfowitz. Ik was het oneens met ongeveer alles wat hij te vertellen had maar ik bewonderde zijn onbaatzuchtigheid. Tot ik hoorde dat hij ontslag had genomen om voor anderhalf miljoen dollar per jaar aan het hoofd te staan van de Wereldbank. There you go: als puntje bij paaltje komt, draait het altijd om de vraag wat het jou zal opleveren.
SYRIANA: VANAF 1/3 IN DE BIOSCOOP
Ruben Nollet
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier