De tussenstand
Waar hebt u (m/v) uw visnetkousen ook alweer gelaten? Op de nieuwe Kamping Kitsch Club-compilatie troepen Def Dames Dope, Johny Turbo, Zangeres Martine en Laïs lekker margi samen. Laïs, Jorunn Bauweraerts, echt waar.
Jorunn Bauweraerts: Ik wist van niks, maar keigoed! Laïs bestaat binnenkort vijfentwintig jaar – in november gaan we op tour – en ’t Smidje is toch het nummer dat ons op de kaart heeft gezet. Vooral op die van Polen blijkbaar: waanzinnig hoe populair het daar op trouwfeesten en schoolbals is, onder de titel Taniec belgijski, ‘Belgische dans’.
Van waanzin naar Nick Cave is maar een kleine stap.
Bauweraerts: Hoewel er na de dood van zijn zoon een zachtheid en liefde over zijn persoon is neergedaald. Het geschenk van de pijn, denk ik. Nu ik hem met zijn Conversations-tour in de Roma heb gezien, heeft hij voor mij de status van meester bereikt. Het mooie is dat Nick Cave dat donkere meedraagt: zelfs als hij zijn pijn deelt, wordt het nooit melig. Wie mij ook erg is bijgebleven, is Myrddin De Cauter met het Bow-kwartet. Myrddin is een ongelofelijk straffe flamencogitarist en componist. Afgelopen juni stond hij op het Mid Summer Fest vlak bij Geraardsbergen met een heel mooie mix van zijn eigen flamencostijl en klassieke strijkers.
Geen idee wat we ons in een theatercontext bij Italodisco-recreatiehorror moeten voorstellen, maar jij kunt ons wat wijzer maken.
Bauweraerts: Dat is hoe het Nederlandse performancecollectief Urland zijn voorstelling Urlaub omschrijft. Ik hou enorm van dat soort geflipte theater dat soms over the top is, maar waarin van alles gebeurt. Het stuk gaat over drie vrienden die op vakantie naar de bergen trekken, op zoek naar de stilte. De afspraak is geen gsm’s, maar uiteraard gebruiken ze die stiekem toch en ontstaat er ruzie. Grappig maar ook pijnlijk, want herkenbaar. Je blijft lachen, ook als het onheil erin sluipt. In eigen land vind ik me helemaal terug in de donkere, schattige horrorwereld van Abattoir Fermé en regisseur Stef Lernous. Hij gaat dwars door de menselijke angsten heen en komt zo in een sprookjeswereld terecht waarin alles kan. Dat was heel goed te zien op De Expo Show enkele maanden geleden, een tentoonstelling van decors, kostuums, foto’s en rekwisieten uit de afgelopen twintig jaar.
Jij hebt in het voorjaar zelf een weekend in het leven geroepen: het Ophelia-festival, workshops door en voor vrouwen.
Bauweraerts: Het was al lang een droom om een vrouwenfestival te organiseren, maar ik twijfelde aan de bestaansreden. Hoewel ik het altijd heel fijn vind om, op een vrijgezellenweekend of zo, gewoon onder vrouwen te zijn. Dat geeft vaak een andere energie, is ontspannender. Toen ik vorig jaar in de krant iets over een mannenfestival zag staan, dacht ik: dan begin ik er ook aan! Ik vind het boeiend te zoeken naar diepgang en mystiek zonder in de zweverige zone te belanden. De eerste editie was alvast fantastisch, volgend jaar een vervolg! Zelf gaf ik meerstemmige samenzang en herboristerij. Apart, voor de duidelijkheid. Wie weet wat voor zalf dát anders had opgeleverd! (lacht))
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier