Wie denkt dat de post-Sovjetcinema even desolaat is als het decor van Andrej Tarkovski’s Stalker, vergist zich deerlijk. Vijf beeldenstormers die er, net als Andrej Zvjagintsev, ook buiten moedertje Rusland toe doen.

PAVEL LUNGIN – °1949

Lungin werkte in Moskou als scenarist tot hij op zijn veertigste zijn regiedebuut mocht maken met Taxi Blues (1990), een ‘bromance’ met de uiteenvallende Sovjet-Unie als achtergrond die in Cannes de regieprijs won. In 1992 scoorde hij opnieuw een arthousehit met Luna Park, een drama over een skinhead die zijn Joodse roots ontdekt. De in Frankrijk residerende Rus trok in 2009 weer naar Cannes met Tsar, een historisch epos over Ivan de Verschrikkelijke.

ALEKSANDR SOKOEROV – °1951

Hoewel de Siberische arthousetsaar ook in het Sovjettijdperk al films maakte die in de regel in de ban werden geslagen, brak Sokoerov internationaal pas echt door in de jaren negentig. Aanvankelijk lag de invloed van zijn mentor Andrej Tarkovski er dubbeldik op, al wist hij met poëtische parabels als Mother and Son (1997) en Father and Son (2003) gaandeweg een volstrekt eigen intens picturale stem te vinden. Andere bekende titels uit Sokoerovs oeuvre zijn Russian Ark (2002), een trip door het Hermitage Museum die uit één enkel shot bestaat, én de Goethe-interpretatie Faust waarvoor hij vorig jaar in Venetië de Gouden Leeuw kreeg.

TIMUR BEKMAMBETOV – °1961

‘Wat Hollywood kan, kunnen wij ook.’ Dat is altijd al het motto geweest van de in Kazachstan geboren Timur Bekmambetov, het goudhaantje van de nieuwe Russische mainstreamcinema. In 2004 sloeg de ex-reclamefilmer de lokale box office aan diggelen met Night Watch, een fantasy-epos vol blitse special effects en kinetische actie. Na de hitsequel Day Watch (2006) mocht Bekmambetov zijn succesformule ook in Amerika uitproberen, wat in 2008 de actiethriller Wanted opleverde met Angelina Jolie, James McAvoy en Morgan Freeman in de hoofdrollen. Met de horrorpastiche Abraham Lincoln: Vampire Hunter heeft pulpkoning Bekmambetov straks opnieuw een Hollywoodfilm klaar, zijn eerste in 3D.

ALEKSEI FEDORCHENKO – °1966

De in de Oeral geboren econoom herschoolde zich na de val van de Sovjet-Unie tot directeur van de Sverdlovsk Film Studio en produceerde inmiddels meer dan tachtig films. Bovendien staat Fedorchenko ook achter de camera zijn mannetje. Zo gooide hij in 2005 hoge ogen met zijn fictiedebuut First on the Moon, een mockumentary over de ‘vergeten’ maanlanding van de Russen in de jaren dertig. Dat alternatieve geschiedenis zijn dada is, bewees Fedorchenko ook vorig jaar met zijn derde langspeler Silent Souls. Daarin wil een man zijn vrouw begraven volgens de eeuwenoude gebruiken van de Merya, een verdwenen volk dat in de middeleeuwen de streek rond Moskou bevolkte.

ALEKSEI POPOGREBSKY – °1972

In 2003 maakte de Moskoviet een fraai debuut met de picturale roadmovie Roads to Koktebel, waarmee hij het internationale festivalcircuit afschuimde. In 2007 bevestigde hij zijn talent met het meer intieme praatdrama Simple Things, al bleef die film bij ons onder de radar. Zijn derde langspeler raakte vorig jaar wel in de Belgische bioscoop: het psychologische suspensedrama How I Ended this Summer, over twee meteorologen in een afgelegen poolstation.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content