Ben Van Alboom
Ben Van Alboom Freelance journalist

Twintig jaar geleden zette de zonderlinge ukkepuk E.T. voor het eerst voet op onze planeet. Het buitenaardse wezen zag er niet uit, maar Steven Spielbergs kinderlijke fantasie is uitgegroeid tot een van de grootste publiekstrekkers aller tijden en komt nu in een opgesmukte versie opnieuw in de bioscoop. Een meesterwerk? Goedkoop jeugdsentiment? We vroegen het een schare bekende Vlamingen.

Door Ben Van Alboom

‘E.T. The Extra-Terrestrial’. Vanaf 3 april in de bioscoop met onuitgegeven scènes, verbeterde visuele effecten en een nieuw geremasterde soundtrack.

Dimitri Leue (acteur)

‘Wat me altijd is bijgebleven, is dat ik zeer hard heb moeten huilen. Ik was toen pas acht en was met mijn grootmoeder de stad ingetrokken om naar de film te gaan kijken. Ik heb dan later ook nog het gezelschapsspel gekregen, maar om eerlijk te zijn, heb ik dat nooit goed begrepen. Met de figuurtjes speelde ik eigenlijk gewoon de hele film na. ( lacht) Het plakboek heb ik toen trouwens ook helemaal vol gekregen. Later kwam ik pas tot het besef dat E.T. eigenlijk het verhaal van Christus is: een buitenaards wezen daalt neer op de aarde, geeft zijn leven voor de mens, staat drie minuten later weer op uit de dood en keert terug naar de hemel. Dat ze de gekostumeerde broer van Elliot in de nieuwe versie geen terrorist meer durven noemen, vind ik overigens bijzonder flauw. Het was nu juist nóg beter geweest.’ (Steven Spielberg liet sommige dialogen opnieuw inspreken en koos ervoor om de terrorist door een hippie te vervangen.)

Vincent Bal (filmmaker)

‘De scène waarin Elliot op zijn BMX voorbij de maan fietst, blijft zonder meer op je netvlies gebrand. Ook het wezen zélf heeft me altijd gefascineerd. Want laten we eerlijk zijn: het is echt wel een gedrocht met vervelende voetjes. Ik heb zelfs nooit goed begrepen hoe hij daarop kon lopen. ( lacht) Maar dat hij zo lelijk is, maakte hem natuurlijk ook bijzonder charmant. Over de veranderingen aan het origineel ben ik een stuk minder tevreden. Ik begrijp best dat terroristen voor Amerikanen vroeger wellicht meer een exotisch karakter hadden, terwijl ze er nu met hun neus op gedrukt zijn, maar ik vind niet dat je een klassieker naar de geplogenheden van het heden moet aanpassen. Bovendien zit je dan in een straatje zonder einde, want over nog eens twintig jaar moet je de schaar waarschijnlijk opnieuw bovenhalen om er weer iets anders uit te knippen. Zelfs het verbeteren van visuele effecten vind ik overbodig. Poets een film gerust op, maar blijf er verder af.’

Robbe De Hert (filmmaker)

‘Wat ik het strafste vond, was dat je zag dat er veertien marionettenspelers met een gast van caoutchouc aan het spelen waren en ze er toch in geslaagd zijn om mij te doen janken als hij uiteindelijk sterft. Maar goed, daar zijn Amerikanen simpelweg zeer goed in. Probleem is alleen dat er rond dat soort films zo’n enorme hype gecreëerd wordt dat je er op voorhand al allergisch voor wordt. Ik heb sowieso al een probleem met de grootste gemene deler. Als dan echt iedereen iets goed vindt, krijg ik zeker schrik. Natuurlijk is dat een stuk jaloezie, want ik zou een dergelijke promotiecampagne voor mijn films gerust zelf ook kunnen verdragen. ( lacht) Ik heb het nooit voor Steven Spielberg gehad en E.T. vind ik in feite ook nogal kinderachtig. Om nog maar te zwijgen van het feit dat ik er voortdurend Christus in herken. Van de film heb ik dan ook nooit iets in huis gehaald. Ik heb hier wel nog een fles shampoo van Robocop staan.’

Jeroen Olyslaeghers (auteur)

‘Eigenlijk heb ik E.T. pas onlangs voor het eerst gezien, op video. Toen de film in de bioscoop liep, was ik immers al veertien en voelde ik me er te oud voor. De hype is me daarentegen wel bijgebleven. Wat dat betreft is E.T. de eerste film geweest waar ik me bewust van herinner dat je hem moest hebben gezien. Ik heb de film onlangs dan toch eens bekeken omdat ik A.I., Artificial Intelligence zo interessant vond. Een thema in zijn oeuvre dat me enorm boeit, is de afwezigheid van een vaderfiguur. Dat is vooral in deze film een opmerkelijk gegeven. Met een goedkope editie van Freud ben je dus al een heel eind om naar de films van Spielberg te kijken. Het is alleen jammer, maar minstens even interessant dat hij de afgelopen jaren nog louter dingen maakt die schaamteloos op oscars mikken. Spielberg is meer dan ooit op zoek naar erkenning van het establishment. De veranderingen aan E.T. vind ik best interessant, omdat ze aantonen hoe Amerikanen zonder gêne hun pathologie durven bloot te leggen.’

Stany Crets (acteur)

‘Ik weet nog dat ik enorm ontroerd was, toen ik de film voor het eerst had gezien. Je moet natuurlijk al een hart van steen hebben om daar niet door ontroerd te zijn. Het wezen zag er ook zo sympathiek uit, al is dat waarschijnlijk het juiste woord niet. ( lacht) Maar eigenlijk heb ik op het einde van Jaws óók een traan moeten wegpinken, dus dat overkomt me wel meer. Ik was trouwens ook bijzonder gecharmeerd door het feit dat Debra Winger de stem van E.T. deed. Daarmee was voor mij meteen het bewijs geleverd dat het geen schande is om de Vlaamse versie van een animatiefilm in te spreken. Van het speelgoed van de film moest ik echter niets hebben. In de winkel kon je alleen afgrijselijk lelijke poppen verkrijgen die in de verste verte niet op het origineel leken. Of ik verliefd was op Drew Barrymore? Neen. Nog altijd niet trouwens, want dat meisje heeft een veel te grote kin. ( lacht)

Harry Kümel (filmmaker)

‘Ik heb E.T. altijd een uitstekende film gevonden. Kijk, eigenlijk gaat de film erover dat nogal wat kinderen een ingebeeld speelkameraadje hebben dat als een soort alter ego dienst doet. Steven Spielberg, die altijd een volwassen kind is geweest, illustreert daarmee dus zijn eigen dromen. Daarom vind ik ook dat Spielberg beter bij dat soort films was gebleven. Want in tegenstelling tot zijn recentere werk kent iedereen wel nog hele scènes of flarden dialogen uit zijn vroegere films. Persoonlijk vond ik de scènes met het wezen in de kast het leukst. Dat Spielberg aan de film gesleuteld heeft, vind ik dan weer onaanvaardbaar. Ik kan er echter wel inkomen dat de geluidsband wordt opgewaardeerd met de middelen die we nu ter beschikking hebben. Uiteindelijk verbeter je dan gewoon iets dat er altijd geweest is. Als je daarentegen ook aan het beeld raakt om de film dichter bij het heden te laten aanleunen, ga je ervan uit dat bioscoopbezoekers naar realisme op zoek zijn. En dat is uiteraard niet het geval.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content