De lichtjaren

Eerste zin Twee voeten zinken in het zand.

Een koppel late twintigers krijgt een pakje. Geen idee wat erin zou kunnen zitten of van wie het zou kunnen zijn, en wanneer ze het openmaken is de verrassing compleet: een heremietkreeft. Interessant beest, maar je moet er natuurlijk wel voor zorgen en dus kopen ze een aquarium, wordt er voeding aangeschaft en blijkt het beest bij thuiskomst zoek. Het is in de verluchtingskoker gekropen van het oude hotel waar het koppel woont, waar het met zijn scharen tegen de wand tikt en iets lijkt te willen vertellen.

De lichtjaren, de debuutroman van Jens Meijen, die we kennen van de met de C. Buddingh’-prijs bekroonde dichtbundel Xenomorf, speelt in de nabije toekomst. De temperatuur loopt op, wie kan is naar het noorden verhuisd en de rest verkommert in steden die steeds meer in verval raken. Meijens wereld is de huidige op speed, waarin de rare trekjes van vandaag een neurotisch karakter hebben aangenomen. Fantastisch is bijvoorbeeld het cafétafeltje met uitzicht op een oud kasteel dat gereserveerd is voor klanten met meer dan duizend volgers op Instagram en waar een kleine luidspreker op staat waar muziek van Ed Sheeran uitkomt. Je wilt niet geloven hoeveel mensen een foto posten met de commentaar ‘magic moment’.

Maar Meijens roman gaat niet over de naar de knoppen draaiende aarde. Nee, hoe zijn generatie daarmee omgaat, de late twintigers, dat is het eigenlijke onderwerp van het boek. Het contrast tussen de drugs dealende Dimitri die een foto van een brandende Jan Palach aan zijn muur heeft hangen en Marco, de beleggingsadviseur die bekent bloedgeil te worden van een mooi opgestelde portfolio en alleen voor de happy few werkt, zou niet groter kunnen zijn. Is dit een plek om kinderen in groot te brengen, vragen de hoofdpersonages van de roman zich af, als ze überhaupt nog in staat zijn om er te krijgen natuurlijk.

Maar waar komt die kreeft vandaan, dat is dus de vraag die de roman drijft en die Meijen de kans geeft ons mee te tronen naar een parallelle wereld, verbonden met de onze door een fistelachtige tunnel. Lars von Triers Melancholia, daar doet De lichtjaren aan denken, maar dan zonder die van buitenaf aanstormende vernietiging. Meijen zet liever in op een van binnenuit ontspruitende redding.

De lichtjaren ****

Jens Meijen, De Bezige Bij,

240 blz., ? 21,99.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content