Donderdag 3/12, rond 22 uur, één

Applaus, applaus! Geen man die de laatste tijd zoveel enthousiast handgeklap in ontvangst nam als publieksopwarmer Sven de Leijer. Elke donderdag mocht de man immers aanschuiven aan de tafel van Michiel Devlieger in De Laatste Show, alwaar hij onder de noemer Goed Gezien zijn bevindingen op televisioneel gebied uit de doeken kwam doen. Deze week is zijn rubriek aan zijn laatste aflevering toe, en zodra De Slimste Mens de plaats van De Laatste Show heeft ingenomen, gaat hij weer achter de camera én voor zijn tv zitten.

Het was de eerste keer dat je echt met je hoofd op televisie kwam. Een meevaller?

Sven de Leijer: Tot nu toe wel, ja. (Lacht) Ik vind het vooral leuk omdat ik iets kan doen wat ik graag doe. Dit is echt mijn ding. Alleen, als publieksopwarmer sta ik voor een publiek van honderd man, in De Laatste Show gaat het gemiddeld om zeshonderdduizend kijkers. Als ik op mijn bek ga, maakt dat dus wel een verschil.

Word je intussen al herkend bij de bakker?

De Leijer: Aangezien ik op dit moment amper buitenkom, valt dat goed mee. (Lacht) En als ik al reacties krijg, zijn die overwegend positief. Ook van de tv-figuren die ik in mijn rubriek laat opdraven, ja. Nadat ik het over het kapsel van Goedele Wachters had gehad, heb ik viavia gehoord dat ze daar best om kon lachen.

Naar verluidt zou je zowat twaalf uurper dag tv-kijken. Meen je dat?

De Leijer: Mijn gemiddelde ligt toch zeker tussen de acht en de twaalf uur. Maar nu kijk ik beroepshalve en word ik ervoor betaald. Mij zal je dus niet horen klagen! En ja, niet alles is even goed op televisie, maar sommige dingen zijn zo slecht dat ze daarom net weer leuk worden. Ik wil elk nieuw programma zeker een keer gezien hebben, en vaak blijf ik dan toch nog hangen. Trouwens, gisteravond had ik me voorgenomen eens géén tv te kijken en toch betrapte ik mezelf erop dat ik alweer langs de honderd zenders van mijn digitale abonnement zat te zappen.

Zat je als kind ook het liefst binnen voor het scherm?

De Leijer: Goh, ik ben de laatste jaren toch meer en meer beginnen te kijken, puur uit nieuwsgierigheid eigenlijk. Thuis staat de televisie gewoon voortdurend aan. Al herinner ik me wel nog levendig programma’s als Morgen Maandag en Het Huis van Wantrouwen. Ik ben ook maar toevallig in het tv-wereldje gerold: ik stond achter de toog in het stamcafé van Rob Vanoudenhoven en had samen met hem enkele benefieten georganiseerd. Hij vroeg me of ik geen publieksopwarmer wilde worden.

Stel, ík wil publieksopwarmer worden. Over welke kwaliteiten dien ik tebeschikken?

De Leijer: Wel, ik weet nog dat ik als kind graag in de belangstelling stond. (Lacht) Diegene die bij het kampvuur van de scouts in het midden stond – of toch ongeveer – dat was ik. Ik probeer eigenlijk vooral een mens te zijn aan wie ik me zelf niet zou storen. Je kunt het altijd met humor proberen, maar probeer vooral niet te hard. En als je ziet dat iemand uit het publiek het niet echt waardeert als je hem persoonlijk aanspreekt, moet je vooral niet volharden in de boosheid. Al heb ik het geluk dat ik blijkbaar een vriendelijk gezicht heb: mensen schijnen van mij veel te verdragen.

Heb je intussen nog plannen om meer ‘voor de schermen’ te werken?

De Leijer: Die vraag is me de laatste weken erg vaak gesteld, en tot ieders ongeloof zeg ik telkens hetzelfde: neen, ik heb absoluut niet de ambitie om een tv-persoonlijkheid te worden. Michiel Devlieger hoeft dus niet voor zijn postje te vrezen. (Lacht) Daar heb ik trouwens niet het talent voor, net zoals ik ook geen ingenieus plan zou kunnen bedenken om het land te redden. Laat de echte presentatoren zich maar bekommeren om de dingen die echt belangrijk zijn. Ik zal ondertussen wel de clown uithangen.

Barbara De Coninck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content