DE IDEALE WERELD

Oh, die eeuwige drang, die ontembare behoefte om op tv te komen. Ik dacht dat de tsunami van reality-tv die had weggespoeld, dat we lichtjes oververzadigd waren van het staren naar onze buurman in een Sloggy terwijl hij gegrilde pieren eet bij een voor de gelegenheid ingehuurde indianenstam. Maar terwijl ik de ruggen van de mensen in het publiek van De ideale wereld overloop, kan ik niet anders dan besluiten: het is een drift, een instinct, sterker dan onszelf. Waarom zou een mens anders in het publiek van De ideale wereld willen zitten?

Mijn vader had zo’n uitdrukking. Er voor Piet Snot bij zitten. Het publiek van De ideale wereld is er een meester in. Soms mag het eens applaudisseren, of lachen. Het hangt ervan af met welk bordje Jelle De Beule precies staat te zwaaien. Verder is het totaal onduidelijk waar mensen het overschot aan tijd halen om zo lang op een stoel in een studio te zitten. Soms denk ik zelfs dat de totale nutteloosheid van het publiek van De ideale wereld bedoeld is als metafysische bespiegeling op de overbodigheid van publiek in tv-studio’s. Ik overdrijf ongetwijfeld.

Veel groter dan wat extra volk in de studio is de impact van de verhuis van De ideale wereld niet. Of het moet zijn dat VIER-figuren zich wat prominenter mogen promoten. In de strijd om krimpende budgetten is alles goed om het doorspoelen van reclame voor derden en voor zichzelf tegen te gaan. En ja, dan neem je al eens een Piet Huysentruyt en een Philippe Geubels als centrale gast, die – kijk eens aan wat een toeval – beiden een eigen programma op dezelfde zender hebben. Het ene loopt al, maar kan een extra kijker of drie gebruiken, het andere komt eraan en zo hebben we met z’n allen weer iets om naar uit te kijken. Verder is De ideale wereld hetzelfde wisselende programma gebleven dat het tot nu was. Soms schraapt het zo intens de pot met dwaze grappen uit, dat het puur door het doorzettingsvermogen waarmee dat gebeurt lachwekkend wordt. Maar gelukkig zijn er ook die zeldzame geniale acties. Die flitsen van onthullende journalistiek. Zeker als de vliegende reporter uitrukt en er door een enkele druk op de bel in slaagt aan te tonen dat smartphone, boordcomputer, automatische grasmaaier noch andere intelligente toestellen ons een fractie slimmer hebben gemaakt.

‘Ik ben de energieambtenaar’, zo meldde hij zich vorige week aan. ‘U moet dertig tot vijftig procent energie besparen.’ Terwijl hij op de arm van zijn benen bril kauwde, staarde hij de bejaarde dame aan. En of ze zich geïntimideerd voelde. ‘Belt u veel?’ ‘Ja, maar dat is gratis.’ ‘Dat verbruikt toch elektriciteit?’ ‘Ah nee, dat is draadloos.’ ‘Dan nog verbruikt dat elektriciteit.’ ‘Echt?’ ‘En dus zul je minder moeten bellen. Wat zeg je eigenlijk aan de telefoon?’ De dame moest het toegeven, terwijl manlief in de achtergrond hevig stond te knikken. ‘Niets belangrijks.’ Voor alle duidelijkheid herhaalde manlief het nog even: ze heeft gewoon tijd te veel. Zo vinden ze ze dus. Hun publiek. Er is al een stoel voor haar gereserveerd.

*** Maandag tot donderdag, VIER

DOOR TINE HENS

SOMS DENK IK DAT DE TOTALE NUTTELOOSHEID VAN HET PUBLIEK VAN DE IDEALE WERELD BEDOELD IS ALS METAFYSISCHE BESPIEGELING OP DE OVERBODIGHEID VAN PUBLIEK IN TV-STUDIO’S.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content