Irréversible, zowat de enige film in de Officiële Competitie van Cannes die de gemoederen wat wist op te hitsen, werd bij de prijsuitreiking compleet genegeerd. Maar niet getreurd, Gaspar Noé haalt zijn gram wel in de bioscoop.
Door Ruben Nollet
‘Irréversible’ vanaf 5 juni in de bioscoop
Drie jaar geleden, toen de Franse cineast Gaspar Noé zijn harde langspeeldebuut Seul contre tous kwam voorstellen in België, begreep hij niet waar hij al die bijval verdiend had. Meer nog, hij was ontgoocheld. ‘Ik had gedacht dat de film maar een heel beperkte release zou krijgen,’ zei hij toen, ‘maar nu kan iedereen hem zien. Daarom alleen al kan je Seul contre tous moeilijk een choquerende film noemen. Blijkbaar zijn de mensen niet echt geschokt. Misschien dat mijn volgende project daar wél in slaagt. Ik wil ooit een film maken die nergens vertoond mag worden.’
Als we mogen voortgaan op de reacties die de nieuwe film in kwestie, Irréversible, heeft uitgelokt toen hij in Cannes zijn genadeloze brutaliteit aan de wereld openbaarde, is Noé op de goeie weg. De Zweedse distributeur, die de film op basis van Noés naam had gekocht, besloot prompt om het contract op te zeggen. Zowel tijdens de persvisie als tijdens de officiële middernachtvoorstelling liepen kijkers in drommen de zaal uit, geschokt door de onverschrokkenheid waarmee Noé een wraakactie en een verkrachting in beeld brengt.
De commentaren achteraf logen er niet om. ‘Noé is een vrouwenhater!’ ‘Noé is alleen geïnteresseerd in goedkoop choqueren!’ tot zelfs ‘Noé is een fascist!’. Oud nieuws voor de filmmaker (zoon van een internationaal gerenommeerde Argentijnse beeldhouwer), die zijn hele carrière al dat soort reacties te horen krijgt. Komt ervan als je buiten de lijntjes kleurt. Wat de wereld van zijn films denkt, zal Noé overigens worst wezen. Hij is een door en door onafhankelijke beeldenstormer, die in de traditie van surrealisten zoals Buñuel zijn ding doet, buiten alle geldende waarden en normen om.
‘Irréversible’ verdeelt het publiek in twee kampen: ofwel ben je onder de indruk, ofwel haat je de film. Was het je doel om zulke extreme reacties uit te lokken?
Gaspar Noé: Ik begrijp dat hij dat effect heeft, maar dat was niet mijn reden om hem te maken. Ik wou gewoon een film maken die ik zelf wou zien. Ik weet nog dat ik halverwege Straw Dogs, tijdens de verkrachtingsscène, de zaal ben uit gelopen omdat ik het niet meer uithield. Later ben ik die film opnieuw gaan bekijken en nu heb ik heel veel respect voor wat Peckinpah daar bereikt. Idem voor Salo van Pasolini. Als je de beestachtigheid van de mens wil beschrijven, moet je ervoor gaan. Dan kan je geen halfslachtige poging doen. Net zoals je ervoor moet gaan als je de meest beschaafde en sentimentele kant van de mens wil tonen. In mijn film heb je die twee extremen.
Als ik het goed begrepen heb, begint de film bij de hel en eindigt hij in de hemel.
Noé: Hij begint bij de pure barbaarsheid en eindigt bij de beschaving. Het gaat van louter destructie naar de drang om leven te scheppen.
Waarom is je idee van de hel een SM-club voor homoseksuelen?
Noé: Omdat mijn idee van de hel een wereld zonder vrouwen is. Zo’n plaats had een gevangenis kunnen zijn of een kazerne, maar ik heb uiteindelijk gekozen voor een homoclub. Meer moet je er niet achter zoeken. De personages gaan een man zoeken in een milieu waar er louter mannen zijn.
Daarom dat de prostituee die hen de weg toont half man half vrouw is?
Noé: In die scène zijn het allemaal travelots, semi-transseksuelen. We hebben de straten afgeschuimd naar echte she-males. ( grijns)
‘Le temps détruit tout’, luidt de slogan van de film. Wat bedoel je daar precies mee?
Noé: Die woorden komen niet van mij, maar van Ovidius. Dat heeft hij een tweeduizend jaar geleden geschreven in zijn Metamorphoses. Het is een bekende spreuk. Ik heb hem in mijn film opgenomen omdat ik op een gegeven moment op zoek was naar een Latijnse titel. Ik wou dat hij in de vier windstreken dezelfde titel kreeg. Seul contre tous heette in het Engels I Stand Alone en had in het Japans weer een andere titel.
Dat wou ik deze keer vermijden door iets te vinden dat iedereen kon begrijpen, zoals Delicatessen of Batman. De oplossing leek iets in het Latijn, omdat het een van de weinige echt internationale talen is. En achteraan mijn Latijns woordenboek stond een reeks aforismen. Waaronder Tempus edax rerum, ‘de tijd verslindt alle zaken’, beter bekend onder de verwoording ‘de tijd vernietigt alles’. Dat leek me een geschikte titel voor deze film. Achteraf, toen ik beslist had om hem toch Irréversible te noemen, kon ik het niet over mijn hart krijgen om Ovidius’ spreuk zomaar te laten vallen en heb ik hem op het eind gezet. Aangezien het verhaal achterstevoren wordt verteld, krijg je hem dus bij het begin te zien.
Als de tijd echt alles vernietigt, wat voor nut heeft het dan om creatief te zijn en een film te maken?
Noé: Het is een manier om te overleven. Ik verdien hiermee mijn brood. Enerzijds doe ik het dus om aan bepaalde elementaire fysieke behoeften te voldoen. Anderzijds geniet ik er ook mateloos van. Ik had er zelfs voor betaald om dit te mogen maken. Eenmaal de machine op gang was getrokken, had ik de indruk dat ik elke dag naar een feest ging. Voor ik begon, had ik geen idee hoe het zou zijn om met sterren zoals Monica Bellucci en Vincent Cassel te werken, maar het is alsof je met een Rolls-Royce mag rijden. Ik keek elke avond uit naar de volgende dag. Ik stond ervan versteld hoe professioneel ze zijn. Zelfs al vroeg ik hen om instinctief te improviseren of om ladderzat te doen. Elke keer kwamen ze op hun pootjes terecht. Irréversible heeft me de voldoening van echte improvisatie gegeven en tegelijk ook de voldoening van een perfect mechanisme. De laatste sequens is bijvoorbeeld gefilmd met Steadycam, wat het gevoel geeft van een perfect afgestelde carrousel.
In de homoclub zien we op een bepaald moment een masturberend personage dat verdacht goed op jou lijkt. Of vergis ik me?
Noé: Nee, dat ben ik zelf. Ik heb het uit pure ijdelheid gedaan. Ik ben ook maar een mens. Ik vond het wel amusant om een cameo te doen in mijn eigen film. De scène was al helemaal gefilmd, maar omdat ik toch nog een bijkomend shot nodig had om de continuïteit van het donker in de homoclub te verzorgen, zag ik mijn kans. Bovendien deed het me wel plezier om mijn pik te kunnen tonen. Het probleem was alleen dat ik mijn camera-assistent, mijn regie-assistent en mijn producent tegenover me had toen we het shot inblikten. Drie mannen dus. En hoezeer ik ook mijn best deed om me met de ogen dicht te concentreren op de meest sensuele vrouwen die ik me kon inbeelden, lukte het me niet om mijn erectie lang vol te houden. Het hielp natuurlijk ook niet dat ze alle drie onnozel stonden te doen. Daarom dat ik in de film niet in supervorm ben, als je begrijpt wat ik bedoel.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier