De actiereeks ’24’ ligt in de VS onder vuur omdat er te veel in gefolterd wordt en omdat ze het beleid van Bush zou legitimeren. Met de eindmeet van seizoen vijf in zicht vroegen wij ons af: hoe reactionair is Jack Bauer?

‘You’re going to tell me what I want to hear or else…’: het is samen met ‘We’re running out of time’, ‘ You have to trust me’ of (ook al moet hij naar de andere kant van Los Angeles) ‘I’ll be there in 10 minutes’ een van de zinnetjes die Jack Bauer het vaakst uitspreekt in de tv-serie 24. En voor degene tegen wie hij het zegt, voorspelt het meestal niet veel goeds, want dan volgt er een scène waarin Jack met alle middelen een bekentenis probeert los te krijgen. In de afgelopen seizoenen heeft hij – ik som hier even uit het blote hoofd op – mensen gewurgd, geslagen, gestoken, geëlektrocuteerd, verbrand én beschoten, en in een van de meest schokkende scènes uit de hele reeks liet hij een vermeende terrorist zelfs geloven dat enkele Amerikaanse soldaten zijn vrouw en kinderen executeerden om hem te breken.

Al een paar weken woedt er in de VS – waar momenteel het zesde seizoen loopt – een hevig debat rond dergelijke folterscènes. Een mensenrechtenbeweging heeft onderzocht hoe dikwijls er in de laatste jaren martelingen te zien waren op tv, en kwam tot de conclusie dat sinds de aanslagen van elf september het cijfer serieus gestegen is. En terwijl folteringen voor 9/11 het privilege waren van de bad guys, zijn het nadien bijna uitsluitend de helden uit de tv-series die ongeoorloofde technieken toepassen. Vooral Jack Bauer en kompanen worden met de vinger gewezen: in de eerste vijf seizoenen van 24 telde men 67 folterscènes – ruim de helft van het totale aantal martelingen dat werd gespot – en in zowat alle gevallen leverden die bovendien ‘bruikbare’ informatie op.

Martelen voor beginners

In het tijdschrift The New Yorker verscheen onlangs een uitgebreid portret van Joel Surnow, de bedenker van 24. Daarin wordt verslag gedaan van een bezoek dat enkele hoge militairen vorig jaar hebben gebracht aan de set van de serie. De groep, bestaande uit de decaan van de beroemde militaire academie in West Point en drie van de meest ervaren ondervragers uit het leger en de FBI, wilde spreken met Surnow en de andere schrijvers over de vele folteringen. Zij hadden immers gemerkt dat de Amerikaanse soldaten onder invloed van 24 marteling steeds meer als een legitiem middel beschouwen. De studenten aan West Point verwijzen naar de reeks als hun lesgevers hen vertellen dat folteren illegaal is en geloven door 24 ook dat martelen nuttig kan zijn, zelfs al zeggen alle experts het tegenovergestelde. De militairen in Irak kijken eveneens aandachtig naar de dvd’s, op zoek naar tips en trucjes. ‘Soldaten zagen een aflevering,’ zei een oud-ondervrager die tot 2005 in Irak zat, ‘gingen de ondervragingskamer binnen en deden daar dan alles na.’

The New Yorker legde ook de innige band bloot tussen Joel Surnow en de conservatieven in de VS. Surnow is een volbloed Republikein (een kleine minderheid in Hollywood), een grote fan van Ronald Reagan én een verdediger van Joseph McCarthy, de senator die in de jaren 50 een heksenjacht ontketende op Amerikanen met communistische sympathieën – hij stelt die sujetten trouwens op één lijn met de leden van Al-Qaeda vandaag. Hij is er dan ook zeer trots op is dat zijn geesteskind zo populair is bij het leger. In zijn kantoor hangt zelfs een Amerikaanse vlag, gekregen van enkele soldaten, die nog boven Bagdad heeft gewapperd. Gevraagd naar zijn visie op de toestand in Irak, out hij zich als een criticus van Bush, maar dan niet om de redenen die je zou verwachten. Surnow vindt dat de Amerikanen zich meteen na de val van Hoessein hadden moeten terugtrekken, maar wel nadat ze ‘een ander monster aan de macht hadden geholpen die de bevolking onder controle kon houden zonder agressief te zijn tegenover ons’.

Vriend van het Witte Huis

Surnow is dus niet meteen Prince Charming. Maar hij onderhoudt uitstekende contacten met vooraanstaande conservatieven én enkele belangrijke mensen uit de regering-Bush, zoals vice-president Dick Cheney of voormalig minister van Buitenlandse Zaken Donald Rumsfeld, allebei trouwe fans van 24. Vorig jaar mocht Surnow zelfs gaan lunchen in het Witte Huis met Karl Rove, de vice-stafchef van Bush en de grote strateeg van zijn campagnes, en woordvoerder Tony Snow.

De conclusie van The New Yorker en enkele andere critici is dan ook simpel: 24 is een vehikel van de regering-Bush, waarin de War on Terror gelegitimeerd wordt. Met de wilde plots over sinistere buitenlanders die allerlei plannen bedenken om het land te ontwrichten, houdt de reeks de Amerikanen bang voor het terrorisme. Het concept met de tikkende klok zorgt ervoor dat Jack Bauer bij zijn acties telkens moet kiezen tussen de veiligheid van het land of de mensenrechten, tussen een terrorist martelen of hem op een wettelijke manier ondervragen en dus tijd verliezen. In de werkelijkheid komen volgens experts dergelijke scenario’s met een race tegen de tijd echter nooit voor, en zou folteren in die omstandigheden zelfs nog nuttelozer zijn dan anders, omdat een terrorist dan weet dat hij het maar een paar uur moet volhouden. Maar in 24 gaat de voorkeur altijd uit naar folteren. Als er dan in het vierde seizoen een mensenrechtenadvocaat bezwaar maakt tegen die praktijken, wordt hij net niet weggelachen. De reeks toont volgens de critici dus het gevecht tegen terrorisme zoals Bush dat heeft gedefinieerd: een strijd voor het overleven van de VS waarbij het doel de middelen heiligt.

Is de reeks dan simpelweg propaganda? Neen, daar is ze toch iets te complex voor. Er zitten wel een hoop conservatieve en zelfs sinistere trekjes in, maar dat hangt voor een groot deel samen met het genre. Een tv-serie over geheim agenten die terroristische complotten moeten bestrijden, zal sowieso rechtser zijn (en wellicht ook spannender) dan een reeks over Amerikaanse hulpverleners die in de derde wereld de harten van de bevolking voor zich proberen te winnen. Toch is 24 allesbe-halve een ‘ Rambo voor het kleine scherm’, want de verhalen bevatten ook heel wat elementen die eigenlijk ingaan tegen het wereldbeeld van Bush.

Extremisten van alle slag

Er is bijvoorbeeld de keuze van terroristen. De ‘bad guys’ in 24 beslaan een veel breder palet dan enkel het moslimextremisme. We hebben al Serviërs gehad, Mexicaanse drugsdealers en in het vijfde seizoen Russische separatisten. Dat laatste overigens tot woede van Bart De Wever, die in de roadmovie Weg van België zei dat 24 zo alle separatisten in een slecht daglicht plaatst. (Als ik hem via deze weg gerust kan stellen: ook al ben ik het vaak oneens met zijn stellingen, toch geloof ik niet dat De Wever ooit met een kalasjnikov in de hand een luchthaven zal binnenstormen op zoek naar zenuwgas. Het zou natuurlijk wel grappige beelden opleveren, zeker als ook Geert Bourgeois meedoet.)

Alleen in het vierde seizoen lagen islamextremisten aan de basis van de dreiging. Dat zorgde meteen voor groot protest in de VS: de terroristen waren immers moslims die al jarenlang in het land woonden en zich voordeden als normale, geïntegreerde burgers – iets wat gewone moslims stigmatiserend vonden. Alleen kreeg Jack Bauer verder in het seizoen wél de hulp van de zoon van mastermind Habib Marwan, die zo goed geïntegreerd was dat hij het plan van zijn vader niet meer kon steunen – zeker toen die zijn Amerikaanse vriendin ombracht. Wat op het eerste gezicht dus een vooroordeel leek, werd uiteindelijk een pleidooi voor hoe contact tussen culturen voor wederzijds begrip kan zorgen.

Aandachtige lezers (en 24-kenners) zullen misschien opwerpen dat moslims ook in het tweede seizoen een hoofdrol spelen. Dat klopt, maar in die jaargang blijkt uiteindelijk dat de terroristen enkel de speelbal zijn in een groot complot van Europese en Amerikaanse oliebedrijven, om met behulp van gefabriceerd bewijsmateriaal een invasie uit te lokken in het Midden-Oosten en zo de prijzen van ruwe olie de hoogte in te jagen. Dat tweede seizoen werd in de VS trouwens uitgezonden net voor de invasie van Irak, op het moment dus dat velen zich afvroegen of de bewijzen van Bush wel stevig genoeg waren om een inval te verantwoorden. Hoezo legitimering?

Het vijfde seizoen gaat zelfs nog een stapje verder, want daarin is ook de president zelf een betrokken partij: onder invloed van enkele machtige figuren zet die een ingenieus plan op poten om de Russische separatisten (sorry, Bart) zenuwgas te laten lossen in Moskou, zodat het Amerikaanse leger daarna de regio kan binnentrekken en de olietoevoer verzekeren. Als dat mislukt, is hij bereid om Amerikaanse burgers op te offeren in naam van het staatsbelang en zijn eigen hachje. Geef toe: het zijn verhaallijnen die je toch eerder zou verwachten in een film als Syriana of de nieuwe prent van Oliver Stone.

Linkse nachtmerrie

Het ‘conservatieve’ 24 lijkt in het vijfde seizoen veeleer een linkse nachtmerrie van hoe het zou zijn als een rechtse president zijn macht misbruikt. Vergelijk maar eens met die andere belangrijke politieke serie van de laatste jaren, The West Wing, een reeks die altijd het etiket ‘links’ heeft meegekregen. Daarin wordt president Bartlet ook geconfronteerd met terrorisme, en op een bepaald moment geeft hij zelfs het bevel om een vermeende terrorist – tevens minister van een fictief oliestaatje – uit de weg te ruimen. Het verschil: Bartlet heeft geen verborgen agenda en doet het enkel om Amerika’s veiligheid te vrijwaren. Met wie zou Bush dan het liefst geassocieerd worden: Bartlet of president Logan uit 24?

Dan blijft nog de vraag: als Surnow een rechtse zak is, waarom zitten er in zijn serie dan zoveel linkse denkbeelden? Enerzijds omdat Surnow de reeks niet alleen pent en het team scenaristen ook een hoop Democraten bevat. Anderzijds om 24 spannend te houden. Een reeks als deze heeft een hoop ’twists and turns’ nodig, en om niet in herhaling te vallen, moeten de schrijvers alle mogelijkheden uitputten. Jack Bauer heeft in de eerste vier seizoenen al zoveel verschillende vijanden tegen-over zich gehad, ook uit eigen rangen, dat het bijna logisch was dat hij ooit eens tegenover de machtigste man ter wereld zou komen te staan. ‘De enige politieke keuzes die wij maken,’ zo vertelde een scenarist onlangs in een interview, ‘maken we in functie van het verhaal.’ Met andere woorden: het is maar televisie. Als Joel Surnow daarmee kan leven, moeten de critici er misschien ook niet meer achter zoeken.

Door Stefaan Werbrouck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content