Ah, eindejaar! De champagne! De wensen! De feesten! De lijstjes en de overzichten! Omdat we na twaalf maanden zwaar labeur geen filmsterren meer konden zien of horen, interviewden we voor één enkele keer… onszelf! Het jaar in de film volgens onze recensenten – ‘Er wordt verdomd veel geklaagd in Vlaanderen.’
beste film
Piet Goethals: Dé beste film van 2005? Die was er volgens mij niet. Ik heb ontzettend genoten van de twee Kim Ki-duks (Samaritan Girl en Bin Jip), ben klaargekomen op Three Stories en Café Lumière van Hou Hsiao-hsien en ben verrukt geraakt door A History of Violence, Tarnation en Le temps qui Reste.
Patrick Duynslaegher:Million Dollar Baby, een tegelijk hartverscheurend en hartverwarmend minimalistisch melodrama van de grote Clint Eastwood, een levend icoon van de Amerikaanse cinema die risico’s blijft nemen en zich niks aantrekt van de laag commerciële imperatieven die de huidige Hollywoodcinema blijft beheersen. Ik kan het niet treffender verwoorden dan Paul Schrader: ‘one of the great American chronicles of redemption‘. Mijn top 5 bestond verder uit: Odete (radicale cross gender-fantasie waarin de jonge Portugees Joao Pedro Rodrigues het ridicule riskeert, maar het sublieme bereikt), A History of Violence (bedrieglijk simpele geweldfabel waarin David Cronenberg op briljante wijze de Amerikaanse geweldcultuur kritisch ontleedt), Battala en el cielo (één lange ceremonie van virtuoze en voluptueuze cinematografische hoogstandjes door de Mexicaan Carlos Reygadas), én Garpastum (de jonge Alexei German zet op zijn manier en in een weergaloze balletachtige mise-en-scène de traditie voort van hypnotiserende Russische melancholie). Overigens: de laatste twee films waren enkel te zien op het Filmfestival van Gent en blijven onuitgebracht in de Belgische bioscoop.
Dave Mestdach:A History of Violence: David Cronenbergs heerlijk perfide, emotioneel gechargeerde, meticuleus geregisseerde en leep als metawestern vermomde dissectie van Amerika’s geweldcultuur en nuclear family. Close but no cigar: BinJip (Kim Ki-duk), Vera Drake (Mike Leigh), L’Enfant (Luc & Jean-Pierre Dardenne) en Gabrielle (Patrice Chéreau).
Luc Joris:King Kong uit Wetawood (Peter Jacksons artistiek en digitaal platform in Nieuw-Zeeland) maakt indruk door de schitterende epische mix van CGI en klassiek studiofilmen. Verder: A History of Violence en Crash: twee begeesterende reflecties over respectievelijk geweld, de mythe van de familie, racisme en tolerantie.
Ruben Nollet:Before Sunset (Richard Linklater), Bin Jip (Kim Ki-duk) en Closer (Mike Nichols). Dit jaar werd mijn romantische kant het best in de watten gelegd. Mijn favoriet hangt af van de stemming van de dag. Vandaag is dat Closer.
meest onnozele en/of irritante film
Goethals: Heb me behoorlijk zitten ergeren tijdens die reclamefilm voor de Californische wijnstreek ( Sideways) en werd depressief van verveling bij Wenders’ Don’t Come Knocking.
Duynslaegher:Mr. & Mrs. Smith. De apotheose van alles wat misgaat in Hollywood: arrogante plastic supersterren; special effects die mise-en-scène domineren; infantiel scenario en karaktertekening; het wegvluchten in ironie en parodie, een laffe manier om te kunnen ontsnappen aan echte mensen, echte situaties, echte problemen, echte emoties, echte cinema.
Mestdach: Heb je een half uurtje? Revolver, Doom, Bewitched, Dukes of Hazzard, Just like Heaven…
Joris: Gelukkig aan veel ontsnapt, maar hoogtepunten in onnozelheid blijven Stealth, Herbie Fully Loaded en vooral de hopen banale, ergerlijke onzin die voor de kindermarkt geproduceerd wordt en waarin Vlaanderen zich geeneens onbesproken laat (van Piet Piraat tot Erik en het kleine insektenboek).
Nollet:Be Cool. Schoolvoorbeeld van hoe Hollywood een principe (in dit geval de sequel) belangrijker vindt dan een deftig script en hoe grote sterren er geen graten in zien om zichzelf voor schut te zetten. Zie ook: Bewitched en The Dukes of Hazzard.
Beste DVD Goethals: De fraaiste dvd-box is die van Lars Von Trier, de meest complete box die van Ben Hur, de beste classics zitten in Warners Gangster Box, maar de allerbeste boxen zijn de vier Fassbinder-boxen. Niet alleen omdat ze een treffende bloemlezing van het werk van een van de grootste cineasten van vorige eeuw groeperen; ook het bonusmateriaal is vintage Fassbinder.
Duynslaegher:The Man who Fell to Earth (SF zonder F/X maar met sterke ideeën en dito cinematografisch concept) én Bad Timing (versplinterde dissectie van een fatale seksrelatie in de schaduw van Freud en Klimt): twee seventies-meesterwerken van Nicolas Roeg krijgen de supercinefiele Criterion-behandeling: commentaartracks, geschrapte scènes, achtergronddocumentaires, prachtrestauratie van beeld en geluid, uitgekiende verpakking met begeleidende essays. Het respect waarmee hier met film wordt omgegaan contrasteert nog geen klein beetje met de massaconsumptie van film als toemaatje bij de snoepfabriek in het multiplex.
Mestdach: Fassbinder in vier schitterende verzamelboxen, Truffaut in twee, Von Triers Europa-box, en de collector’s edition van Ben Hur.
Joris: De Fassbinder-collectie met een schitterende reeks zeldzame bonussen en George Stevens’ Giant. De verschillende documentaires op de schijfjes van deze door George Stevens Jr. gesuperviseerde restauratie van de James Dean-klassieker bieden een leerrijke kijk op de making of.
Nollet:The Wire. Een politieserie die geen schrik heeft om zijn tijd te nemen, alle kanten van een onderzoek te tonen en zijn personages grondig uit te werken.
Beste/slechtste Vlaamse film
Goethals:Een ander zijn geluk en Suspect. Slechtste: Naar het schijnt heb ik een paar onverdroten miskleunen gemist. You can’t see them all…
Duynslaegher: Ik heb niet alles gezien, maar wat ik gezien heb, laat geen enkele indruk na. Absoluut dieptepunt: Bloedbruiloft van Dominique Deruddere: irrelevant, nutteloos en zielloos Duits/Vlaams product, en- wat sommigen ook mogen beweren – afgrijselijk slecht geregisseerd.
Mestdach: Suspect, de enige Vlaamse film met enig lef. Slechtste: Bloedbruiloft, de Bond Zonder Naam-versie van de nochtans heerlijk groteske strip van Jean Van Hamme.
Joris:Een ander zijn geluk nog niet gezien, dus dan maar het Frans gesproken Miss Montigny van Miel van Hoogenbempt. Geen uitzonderlijk originele of spraakmakende film, maar – als je de ambitie van de maker bekijkt – wel één waar weinig aan op te merken valt.
Nollet: Geen. De vaderlandse films die ik dit jaar te zien kreeg, werden allemaal met de beste bedoelingen gemaakt, maar schoten op verschillende vlakken tekort. Verlengd weekend te middle of the road, Suspect te hysterisch, Een ander zijn geluk te eentonig. De Studio-100 producties noem ik gemakshalve geen films meer, maar bedrijfsvideo’s.
Beste/slechtste Belgische film
Goethals:L’Enfant was de beste. Er was geen Des plumes dans la tête dit jaar, maar wel Ordinary Man en Calvaire. Dit jaar gingen onze tenen hemeltergend krullen tijdens de visie van het debiele De Mantis van Marc Levie. Sommigen beschikken duidelijk over te veel geld.
Duynslaegher:L’Enfant van Jean-Pierre en Luc Dardenne. Maar ook Calvaire van Fabrice du Welz getuigt dat Wallonië toch een meer volwassen, ambitieuze en authentieke filmvisie heeft dan Vlaanderen, waar platte commercie, het slecht vertellen van onnozele verhaaltjes en de incestueuze BV-cultus de toon aangeven.
Mestdach:L’Enfant van de Dardennes. Niet alleen een rake, ontroerende zedenschets, maar ook een wondermooie sociale parabel. Minder gelauwerd, maar minstens even sterk: Calvaire, het bloeddoortrokken, langs Deliverance, Texas Chainsaw Massacre en les Ardennes profondes laverende debuut van Fabrice du Welz. Slechtste: zie Bloedbruiloft.
Joris: De beste Belgische film is zonder enige twijfel L’Enfant van de gebroeders Dardenne, al blijf ik het moeilijk hebben met de term ‘moeilijke cinema’ waarmee hun films te pas en te onpas gelabeld worden. De Waalse cinema blijft voorts indruk maken door consequente eigenzinnigheid ( Calvaire).
Nollet: Terechte winnaar van de Gouden Palm: L’Enfant is het bewijs dat sociaal geïnspireerde films ook geweldig spannend kunnen zijn. Geen slechte Belgische films gezien.
meest bemoedigende trend
Goethals: De tax shelter blijft hopelijk een nieuwe trend.
Mestdach: De louterende zelfmoordeconomie van Hollywood. Commercieel was 2005 immers een desastreus jaar. Vooral de blockbusters lieten het afweten, waaruit we hopen te concluderen ( for agument’s sake vergeten we even de opkomst van games, dvd en internet) dat zelfs het grote publiek steeds meer verzet aantekent tegen de risicoschuwe en infantiele formulefilmpjes waarop het wordt getrakteerd. Hopelijk leidt die implosie straks tot een hernieuwde opstoot aan lef en creativiteit, een fenomeen dat alvast wordt geïllustreerd door films als Jarhead, Good Night and Good Luck en Munich.
Joris: Het eerste festival over films gerealiseerd met de mobiele telefoon en de evolutie van de gsm als ‘nieuwe camera’ en nieuw vertoningsplatform.
Nollet: De terugkeer van de horrorfilm. Natuurlijk zullen daar automatisch ook miskleunen tussen zitten ( Amityville Horror, Cursed, Boogeyman, Night Watch), maar een maatschappij die zich zo gretig bezighoudt met extreme verhalen is per definitie op de goeie weg.
Beste filmintendant
Goethals: De Robbe. Als geen ander werpt hij de barricades op om de Vlaamse (en zijn) film(s) te verdedigen. Kent u iemand anders die onvermoeibaar voor de Vlaamse filmbelangen opkomt?
Mestdach: Diegene die beseft dat cinema méér is dan een scenario dat eerst door een select clubje bevriende ‘connoisseurs’ moet worden goedgekeurd, die het weinige geld geeft aan films die dat het meeste nodig hebben, die durft te investeren in jong of écht talent, die onafhankelijk kan opereren van politieke kakelprinsen en die realistisch genoeg is om te weten dat een bescheiden Vlaams product nooit opgewassen kan zijn tegen de promolawine van pakweg Harry Potter.
Joris: Het is weinig opportuun om Pierre Drouot nu al te kelderen terwijl hij de job van Luckas Van der Taelen nog maar pas heeft overgenomen. Maar een coherent team van meer dan drie scriptlezers, zoals nu het geval is, zou er toch dringend moeten komen.
Nollet: Bert Anciaux. Hij kan tenminste de boel in handen houden zonder politieke inmenging.
meest deprimerende trend
Goethals: De verdere infantilisering van het gemiddelde Hollywoodproduct. Het ‘u vraagt, wij draaien’-motto zorgt er ook voor dat de grote bioscoopcomplexen stilaan verworden in kermistenten, waar tussen het vele lawaai, het eten en drinken toevallig films worden gedraaid. De toeschouwer die aan deze peutertuin wil ontsnappen kan bijgevolg in het arthousecircuit terecht: wat in de toekomst misschien een nieuwe trend inluidt. Een heel droevige vaststelling is de steeds vaker opduikende pan & scanversie op dvd. De Beneluxedities van The Aviator en Breaking News zijn recente voorbeelden. Waarom nog pan & scan als het beeldformaat op zowel tv als dvd-speler kan worden ingezet?
Duynslaegher: De onmacht van de Europese film, een overigens hybride concept dat nergens op slaat: een Europese film bestaat gewoon niet, er is alleen nationale en regionale cinema. De recente uitreiking van de Europese Filmprijzen in Berlijn was dan ook een pijnlijke vertoning. Dat Wim Wenders, een van de tenoren achter de European Film Academy, met zijn jongste gedrocht (nota bene in Amerika gedraaid met Amerikaanse acteurs) in aanmerking kwam voor beste Europese film van het jaar, geeft al een idee hoe verziekt het er bij de bureaucraten van de Europese cinema toegaat.
Mestdach: De klassenstrijd in de bioscoop, waarbij het kijkvee door Hollywood (niet langer bestierd door filmmoguls maar door CEO’s die eerder auto’s, wasproducten en babyluiers aan de man brachten) op een steeds cynischer manier wordt ingedeeld, ofwel in popcornvretende idioten die alles slikken wat inspeelt op het reptielenbrein, ofwel in After Eight-biscuits smikkelende snobs die in het arthousecircuit gedreven worden. Het middenveld verdwijnt ook hier, en kijk maar naar de trieste afgang van de Rode Duivels: zonder middenveld kun je onmogelijk presteren. Ook irritant: het recordaantal van bijna 500 films dat dit jaar in de bioscoop werd gedropt, waaronder vooral veel irrelevante en middelmatige formulefilms, spin-offs of sequels. Ronduit stuitend: mainstreamfilms die ingeschakeld worden als forum voor het oprukkende aartsconservatisme van Georgie, Donnie, Wolfie en co.
Joris: Vooruit dan maar. In het jaar dat Maria Rosseels stierf – de moeder van de Vlaamse filmkritiek: de alsmaar kortere filmbesprekingen in de Vlaamse pers.
Nollet: Slechte digitale effecten, met als vlaggenschip Chicken Little, een film die gemaakt lijkt met afgeprijsde software. Dat er toch veel volk naar gaat kijken, maakt het des te deprimerender.
Vlaanderen 2005
Goethals: Mag ik even advocaat van de duivel spelen? Er wordt verdomd veel geklaagd in Vlaanderen. Vaak terecht, maar even vaak ten onrechte. Vlaanderen beslaat een klein taalgebied met een kleine afzetmarkt en is toch een internationale speler. Sommigen van onze animatoren en documentairemakers behoren tot het kruim van de wereldcinema.
We produceren zuivere emocinema ( Buitenspel van Jan Verheyen bijvoorbeeld), zijn gespecialiseerd in auteurscinema (Hilde Van Mieghem, Fien Troch, de tandem Guy Lee Thys – Ivan Boeckmans) en gaan nu zelfs de pseudo-blockbustertoer op met de superproductie Windkracht 10. Al bij al niet slecht voor dat ‘kleine’ Vlaanderen….
Mestdach: Een jaar als alle andere: in Vlaanderen – met zijn petieterige afzetmarkt, beperkte middelen en bescheiden output – is het tenslotte maar normaal dat er amper films worden gemaakt die boven het gemiddelde uitsteken. Stoppen met zeuren dus, en gewoon naarstig verder filmen, al zou meer talent, lef en visie zeker niet misstaan. Waar blijft immers die Vlaamse versie van Calvaire of L’Enfant, bevlogen films die evengoed met een beperkt budget werden gemaakt?
Joris: De provinciale Antwerpse ambities voor een geforceerde fusie tussen film en beeldende kunst en de moeilijke mars vooruit – VAF-troubles incluis – naar een wervelende film- en beeldcultuur.
Nollet: De vaststelling dat we met zijn allen hopeloos het niveau van onze Waalse broeders achternahollen. L’Enfant, Calvaire, Ordinary Man, Ultranova: wij zouden al tevreden zijn met één film van dat kaliber.
R.I.P.
Goethals: Naast Ernest Lehman en Debra Hill (beiden scenarist en producent), de auteurs Arthur Miller en Susan Sontag.
Duynslaegher: Robert Wise, de bescheiden Hollywood-vakman bij uitstek, de superprofessional die meesterwerken maakte in de meest diverse genres: misdaad (Odds against Tomorrow), SF (The Day the Earth Stood Still, The Andromeda Strain), horror (The Haunting), oorlogsepos (The Sand Pebbles), musical (West Side Story, The Sound of Music). Wise maakte niet louter brave familiefilms als The Sound of Music; zo is The Sand Pebbles (een van de favoriete films van Oliver Stone) een van de meest ambitieuze en vermetele superproducties ooit gemaakt, over Amerikaanse militairen die in de jaren twintig in China betrokken raken bij de conflicten tussen communisten en nationalisten (Wise maakte deze film tijdens de oorlog in Vietnam, toen de VS in een soortgelijk conflict in Zuid-Oost-Azië aan het wegzakken was).
Mestdach: Robert Wise, de veelzijdige maker van genreklassiekers als The Day the Earth stood Still, The Sand Pebbles, The Set Up, West Side Story en The Sound of Music.
Joris: Striptekenaar Will Eisner en schrijvers Hunter S. Thompson en Arthur Miller, omwille van hun impact op het medium film. Last but not least: de bedreven vakman en rasechte genrekameleon Robert Wise.
Nollet: Anne Bancroft. Schoonheid, klasse, elegantie en intelligentie in één persoon.
Beste scene
Goethals: Ik heb Eleni pas dit jaar gezien en ondanks de vele scènes die ik uit 2005 bewaard heb, zijn het de bevreemdende tracking shots en travellings van Theo Angelopoulos die door mijn hoofd blijven spoken.
Duynslaegher: De achtervolging in L’Enfant (Jérémie Renier en een jong diefje trachten op hun motorfiets aan een razende automobilist te ontsnappen).
Mestdach: De climactische shoot-out in A History of Violence. Ook memorabel: een partijtje golf als folteroefening in Kim Ki-duks Bin Jip, de pinguïndans van de sociopathische dorpelingen uit Calvaire of de angelieke blik van Catalina Sandino Moreno in Maria Full of Grace.
Joris: Alle zombiescènes uit Romero’s Land of the Dead. De ultieme maffiascène van het jaar: William Hurt in A History of Violence. Plus: de delirante documentaireshock van het jaar, Darwin’s Nightmare.
Nollet: De relatie tussen Julia Roberts en Clive Owen die kapotgaat in Closer. Owen wil per se dat Roberts expliciet uitlegt wat ze zoal heeft uitgevreten met Jude Law. Als ze uiteindelijk toegeeft, bijt Owen haar toe: ‘Thank you for your honesty. Now fuck off and die, you slag.’ Nagel op de kop.
Idio(o)te van het jaar
Goethals: Guy Ritchie. Heb zelden iemand gezien die met zoveel poeha en zelfingenomen pretentie zijn volslagen onkunde bewezen heeft.
Duynslaegher: Alle obsceen vetbetaalde Hollywoodsterren wier macht en invloed meestal omgekeerd evenredig is met hun beperkte talent en die aardig hebben bijgedragen om van het Hollywoodspektakel voor het brede publiek een infantiele bedoening te maken voor popcornvretende zombies.
Mestdach: Tom Cruise. Met War of the Worlds (beste blockbuster van het jaar!) had Cruise eindelijk nog eens een goeie film te pakken, maar de manier waarop hij zich dit jaar als Scientology-profeet aanstelde en zijn georchestreerde huwelijk met Katie Holmes – even doorzichtig als de negligé van Sophia Loren – was toch vooral onvoorstelbaar gênant en bovendien gevaarlijk. Met obsceen rijke reli-fanaten weet je tenslotte maar nooit. Die van South Park zeiden het al: ‘Just come out of the closet, Tom!’
Joris: George W. Bush. Hoe je het ook draait of keert: je komt hem overal tegen in de bioscoop. De impact van zijn nieuw-conservatisme is enorm.
Nollet: Michael Eisner. De Disney-bons die eerst uit pure eigendunk weigerde een nieuw contract te sluiten met Pixar en dat dacht goed te maken met een inspiratieloos onding als Chicken Little. Na Eisners ontslag knoopte Disney trouwens meteen opnieuw de onderhandelingen aan met Pixar.
Beste dialoog / quote
Goethals: Dialoog tussen Robert Downey Jr. (Harry Lockhart) en Val Kilmer (‘Gay’ Perry) in het heerlijke Kiss Kiss Bang Bang: ‘Still gay?’ – ‘No, knee-deep in pussy. I just love the name so much I can’t get rid of it.’
Mestdach: ‘How could you possibly fuck that up?’ Gangster-baas Richie (William Hurt) nadat zijn hele entourage door Viggo Mortensen werd neergemaaid in A History of Violence.
Joris: ‘Regisseurke van mijn kloten. Wat ga je doen? Me slaan met uwen handdoek?’ Gene Bervoets in Suspect nadat Robbe de Hert hem heeft uitgescholden voor kinderverkrachter.
Nollet: ‘Just a bit of harmless brain alteration. That’s all.’ Wallace in Wallace and Gromit: The Curse of the Were-Rabbit.
U kijkt voor 2006 nu al uit naar
Goethals: Brian De Palma’s verfilming van James Ellroys The Black Dahlia. Ben benieuwd wat de openingsscène wordt: de boksmatch of het lijk? Ik gok op het eerste.
Duynslaegher: Er is een handvol Hollywoodfilms op komst die warempel ergens over gaan, kritische ideeën ventileren over wat er in deze wereld (en niet in de enclave van Beverly Hills) leeft, en die direct, of indirect commentaar geven op de huidige Amerikaanse politiek, moraal en ideologie. Zoals daar zijn: Munich van Steven Spielberg (over de geheime vergelding door de Israëli’s tegen de Palestijnse terroristen die tijdens de Olympische Spelen van 1972 elf Israëlische atleten vermoordden), Syriana van Stephen Gaghan (olie, CIA, Midden-Oostenpolitiek), Good Night and Good Luck van George Clooney (over radio-reporter Edward R. Murrow die senator McCarthy’s heksenjacht tegen communisten aan de kaak stelt; een film die duidelijk zinspeelt op het huidige klimaat van angst en intimidatie), Jarhead van Sam Mendes (observatie van jonge soldaten tijdens de Golfoorlog), Brokeback Mountain van Ang Lee (gay cowboys die de codes van mannelijkheid en individualisme in de westerncultuur in vraag stellen).
Joris: De homo-western Brokeback Mountain van Ang Lee (naar het magnifieke kortverhaal van Annie Proulx), Michael Manns Miami Vice en The New World, Terrence Malicks kijk op de geboorte van Jamestown anno 1607 en de clash tussen de Powhatan-indianen en kolonisten.
Nollet: Nieuw werk van zowel Donnie Darko-regisseur Richard Kelly als Requiem for a Dream-maker Darren Aronofsky.
(D.M.)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier