Op 1 mei zullen hordes One Direction-fans het Sportpaleis vullen, dat in amper tien minuten uitverkocht was. De hits van het Britse vijftal waren tot nog toe goed voor 125 miljoen euro. De boyband verleden tijd? Er zijn weinig fenomenen hedendaagser én tijdlozer: het verhaal achter vier beroemde voorbeelden.
ONE DIRECTION
1/5 in het Sportpaleis, helemaal uitverkocht.
Eigenlijk is de boyband sinds de jaren zestig nooit meer helemaal weg geweest. De ene na de andere vermaledijde manager bouwt daarbij voort op beproefde succesformules. Maar boybands daarom afschilderen als eenheidsworst zou kort door de bocht zijn. Elk nieuw blik mooie jongens moet immers voldoen aan de specifieke eisen van het tijdperk waarin het is ontstaan. Net als elk ander zorgvuldig gemarket product zijn boybands onderhevig aan vraag en aanbod, vormen ze steeds het antwoord op een veranderende markt. The Osmonds klinken niet hetzelfde als Westlife, en dat heeft meer te maken met de tijdgeest dan met de producers achter hen. Boybands ontstaan misschien minder organisch dan hun collega’s in de indiescene, maar het is niet omdat ze zorgvuldig uitgekiende producten zijn dat ze slechte producten zijn.
Een belangrijke sleutel tot tienersucces: totale overgave. Overgave aan je manager, die het daadwerkelijk beter weet, maar ook overgave aan je fans. Het doelpubliek, de tieners moeten het gevoel krijgen dat ze hun jongens daadwerkelijk bezitten, dat het hún muziek is, zij het omdat die typisch is voor hun tijd (The Monkees), zij het omdat ze de groep kunnen imiteren (New Kids on the Block), zij het omdat ze zich aangesproken voelen (The Backstreet Boys), zij het omdat ze het lot van de boyband in eigen handen lijken te hebben (One Direction). Vier boybands, vier tijdgeesten, vier manieren om je fans door het lint te doen gaan.
THE MONKEES
De jaren zestig glinsterden van het succes van The Beatles. Enkel marketeers die naam onwaardig raakten niet geïnspireerd door de triomftocht van de lads from Liverpool. Toen Richard Lester in 1964 de Fab Four in beeld bracht in de fantastische prent A Hard Day’s Night ging bij filmmaker Bob Rafelson een lichtje branden. Samen met Bert Schneider bedacht hij het concept van The Monkees, een televisieserie over een jonge muziekgroep die in de voetsporen van The Beatles wil treden.
Aanvankelijk wilden Rafelson en Schneider een echte jonge band casten – er wordt gefluisterd dat The Lovin’ Spoonful nog groter zou zijn geworden als ze hadden toegehapt – maar ze kozen uiteindelijk voor vier ‘gewone’ jongens. Micky Dolenz, Michael Nesmith, Peter Tork en Davy Jones gaven gezichten aan de bandleden van The Monkees terwijl producer Don Kirshner de jongens van songs zou voorzien.
Hun eerste single, Last Train to Clarksville, verscheen in augustus 1966, een paar weken voor de eerste aflevering van The Monkees op tv kwam. Het werd meteen een monsterhit. The Monkees waren vertrokken voor enkele woelige jaren van stardom.
Dankzij een gehaaid team van songwriters, onder wie Carole King, Neil Diamond en Cynthia Weil, vergaarden The Monkees niet alleen succes maar zelfs een beetje muzikale status. John Lennon sprak positief over de band en vergeleek hen zelfs met The Marx Brothers. Jimi Hendrix speelde met zijn Experience zelfs – heel even – in hun voorprogramma.
De geruchten dat The Monkees geen instrument konden bespelen (of konden zingen) en de bijnaam PreFab Four bleven echter hardnekkig aan hun kleven, zelfs nadat ze Kirshner de laan hadden uitgestuurd en ze eigenhandig albums als Headquarter en Pisces, Aquarius, Capricorn & Jones Ltd hadden afgewerkt.
Nee, The Monkees zullen nooit zoveel lof toegeworpen krijgen als The Beatles, ook al hebben ze ontzettend veel nummeréénsingles geproduceerd en nog veel meer meisjesharten veroverd, maar ze stippelden wel de succesformule uit waar vele boybands gretig gebruik van zouden maken.
The Monkees – of althans de mensen achter de band – herkenden als geen ander de populaire tendensen van dat moment en speelden daar handig op in. Het geheim zit hem in de timing. Naast Petula Clark en vollenbak Humperdinck hadden The Monkees amper concurrentie op singlesgebied, aangezien knallers als The Beatles, Cream en The Who zichzelf steeds serieuzer begonnen te nemen en in de studio doken voor iets experimentelere albums. Resultaat: The Monkees wisten met hun vrolijke riedels vakkundig enkele hordes oppervlakkige aanbidsters van The Beatles af te snoepen, mensen die fan waren van de aanstekelijke refreinen van She Loves You, maar verloren liepen in de constructies van Eleanor Rigby. Popmuzikanten die destijds hun artistieke vrijheid opeisten, werden door hun fans zelden goed onthaald. The Monkees maakten daar met hun toegankelijke sound dankbaar gebruik van.
NEW KIDS ON THE BLOCK
New Kids on the Block ontstond als de blanke tegenhanger van het r&b-quintet New Edition op een woelige bladzijde van de entertainmentindustrie. De economische crisis had begin jaren tachtig lelijk huisgehouden en scoren was dus uitermate belangrijk. In de bioscopen deden franchises als Star Wars en Indiana Jones de kassa rinkelen en de muziekindustrie teerde op megasterren als Michael Jackson en Madonna, en ook de new wave en megarockbands als Queen brachten geld in het laatje.
Toen halverwege de jaren tachtig popsensatie Duran Duran over haar hoogtepunt heen was en Wham! ermee ophield, besloten platenbonzen dat het tijd was om maximaal te investeren in een nieuwe boyband, die diende grootgebracht volgens de beproefde methode van The Monkees, The Osmonds en de Bay City Rollers. Leuke jongens, catchy tunes met een vleugje new beat en hiphop. En héél erg veel gillende meisjes.
De New Kids verschenen ten tonele in een periode van allesoverheersend escapisme. Onder de altijd aanwezige dreiging van de Koude Oorlog zetten jongeren hun pessimisme om in ongegeneerd materialisme. De merchandisingmachine achter New Kids spuwde heelder ladingen posters, T-shirts, poppen, potloden, brooddozen en kaftpapier uit. De fans verslonden het allemaal even gretig. Een ander afzetkanaal was muziekzender MTV, die toen echt populair werd. New Kids kreeg zo de kans zich volledig visueel te promoten via dure clips en ingenieuze styling.
Aangezien de jongens het bestaande takenpakket makkelijk aankonden – er goed uitzien en een beetje zingen – besloten hun managers dat het tijd werd om hun poulains met een extra klusje op te zadelen: dansen. Gedaan met enthousiast over en weer schuifelen, de nieuwe jongens van de buurt kregen zorgvuldig uitgekiende choreografieën op hun bord die vlot scoorden op het televisiescherm en daarop tot bloedens toe in menige meisjeskamer ingestudeerd werden. ‘Het dansje’ bepaalde voortaan mee het hitpotentieel en aan het bestaande boybandsuccesrecept – een gevoelige jongen, een versierder, een exotisch type en een bad boy – werd nu ‘een jongen die een achterwaartse salto kan’ toegevoegd.
BACKSTREET BOYS
Exact twee decennia geleden – het feest, op 20 april, wordt kracht bijgezet met een nieuw album, een tour en een film – bracht Lou Pearlman de jonge A. J. McLean, Howie Dorough, Nick Carter, Kevin Richardson en Brian Littrell samen tijdens audities in zijn woonkamer. Die ‘Backstreet Boys’, naar een populaire ontmoetingsplaats voor tieners in Orlando, moesten koste wat het kost de nieuwe popsensatie worden. De jaren negentig hebben heel wat boybands voortgebracht, onder meer ‘N Sync, Boyz II Men, 5ive en Boyzone, maar niemand evenaarde de Backstreet Boys. Dankzij de uitgekiende marketing zijn ze tot op vandaag de best verkopende boyband ooit.
Aan de oppervlakte verschilden de Backstreet Boys niet zoveel van hun voorgangers: vijf verschillende types met dansbenen en een bovengemiddelde toonvastheid. Hun muziek surfte op de populaire stromingen van dat moment, hiphop en r&b, maar hun sound was gepijnigder, hun lyrics wanhopiger, hun stemmen verborgen vaak een ingetogen kreun, om van de geconstipeerde blik in hun ogen nog maar te zwijgen. De achtergrond waartegen de Backstreet Boys in de markt gezet werden, was namelijk Nirvana, Soundgarden, Pearl Jam en The Smashing Pumpkins, bands die de vrolijke neonkleuren van de rave counterden met gitzwarte teksten, vunzig je-m’en-foutisme en onversneden melancholie. De Backstreet Boys klinken rauwer dan hun voorgangers, lenen zelfs de typische start-stoptechniek van hun grungetijdgenoten en de rapintermezzo’s van populaire zwarte muziek om hun doorgewinterde formule eigentijds te laten lijken. Hapklaar hartzeer, zo u wilt.
Hartzeer is echter van iedereen, en de Backstreet Boys beperkten zich niet uitsluitend tot tienermeisjes. Er doen verhalen de ronde over de geaardheid van minstens drie van de vijf BSB’ers, en dat heeft nooit in hun nadeel gespeeld. Kurt Cobain speelde in die periode overigens ook met zijn seksuele voorkeuren door op de rode loper op te draven in een krokusgele baljurk en te claimen dat ‘iedereen gay is’. Ook Bowie en Prince zagen de nineties als hun persoonlijke experimenteertuin en Billy Corgan en Beck bezorgden zowel meisjes als jongens slapeloze nachten. Het mag duidelijk wezen dat de marketeers achter de Backstreet Boys goed opgelet hebben. Het homo-erotische sfeertje rond BSB strekte zich uit van hun natgeregende blote basten in hun clips tot de nauwgezette minimalisering van de woorden ‘girl’ en ‘woman’ in hun lyrics. I’ll Never Break Your Heart is een universele belofte die geslacht, seksuele voorkeur en ras overstijgt.
ONE DIRECTION
Vreemd genoeg scoort One Direction met net die eigenschap waaraan het zijn voorgangers ontbrak: authenticiteit. Hoewel de band even prefabulous is als The Monkees hebben hun fans niet het gevoel dat ze iets onechts ondersteunen. Meer dan 14 miljoen Britse kijkers zagen hoe Harry, Zayn, Liam, Louis en Niall elkaar ontmoetten tijdens de selecties van The X Factor en door Simon Cowell bij elkaar gebracht werden. Of niet? Natuurlijk is ook deze groep niet organisch ontstaan, maar fans hadden hun lot toch zélf in handen gehad, door te stemmen tijdens de verschillende liveshows?
Directioners hebben het gevoel dat ze het succes van de band eigenhandig gestuurd hebben door hun muziek op hun Tumblrs te delen en hun kledingstijl te analyseren via Twitter. Via die sociale media komen ze ook ‘in contact’ met hun idolen zoals dat nog nooit mogelijk is geweest. Plots zijn tieneridolen bereikbaar en hebben hun fans naast blinde idolatrie ook vriendschapsgevoelens, en dat zou de houdbaarheidsdatum van de band(leden) wel eens positief kunnen beïnvloeden.
Die vriendschap komt bovendien terug in de clips van de jongste popsensatie. De jongens dollen over het strand, stoeien op fietsjes of op surfplanken, lijken gewoon pret te hebben. Indruk maken hoeft niet meer door Sexy te zijn. De leden van One Direction stoten niet met hun pelvis, kreunen niet suggestief, trekken zelfs hun shirt niet uit, omdat vandaag de dag de banden tussen seks, vriendschap en relaties vervaagd zijn en jongens en meisjes meer casual met elkaar omgaan. Het ‘serieuze’ is verdwenen en daarmee ook het georkestreerde. Wanneer de boys van One Direction een poging doen tot gecoördineerde dansroutines is er altijd wel eentje die al lachend de passen vergeet of ze overdreven uitvoert. One Direction komt natuurlijker en oprechter over dan eender welke gemanagede boyband voor hen, en laat dat nu net hun marktstrategie zijn.
Authenticiteit is immers een belangrijke waarde in deze tijden waarin onafhankelijke bloggers boven journalisten geplaatst worden, sociale media en reality-tv onze schermen domineren en ‘echte’ producten en merken zoals Vlaamse kost, Levi’s en moestuintjes weer aan populariteit winnen. Trying too hard is very nineties.
DOOR KATRIN SWARTENBROUX
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier