DE EIGENZINNIGE Michael Moore STAAT op het punt om met ‘Fahrenheit 9-11’ een nieuwe golf van verbijstering door de filmzalen te jagen. De ban die nu al door Disney over de film is uitgesproken, belooft alleszins vuurwerk. Door Jo Smets FOTO KRIS DEWITTE

Het is misschien wel de film waar Cannes’ beau monde nog het meest naar uitkijkt. Wie herinnert zich niet de extase van de Franse intellectuele elite over Bowling for Columbine ten tijde van Cannes 2002, of de staande ovatie van 13 minuten die de film te beurt viel toen hij door de Cannes-jury met een speciaal voor de gelegenheid gecreëerde prijs werd bedacht? ‘Niet sinds Norman Mailer of Gore Vidal hebben we nog zo’n export van anti-Amerikanisme gekend’, schreef de Londense Sunday Times mees- muilend. Toen Moore vorig jaar op de oscaruitreiking ook met de goudgekleurde dildo voor beste documentaire ging lopen, was het hek helemaal van de dam. The Wall Street Journal schreef nog vóór de happening zelf plaatsvond: ‘Mijnheer Moore zou een Academy Award verdienen indien er een oscar voor Beste Cinematografische Oplichting zou bestaan. Als Bowling for Columbine een komedie is, dan weten de meesten van zijn fans dat niet. Ze denken echt dat ze naar iets aan het kijken zijn dat in ruwe overeenstemming is met de realiteit.’ Rechts Amerika brak voorwaar uit de onverstoordheid waarmee het jarenlang het Amerikaanse volk bedroog en beloog, en eiste – breek nu onze klomp – de waarheid!

Moore lachte in zijn vuistje. Wacht maar, dacht hij. In Fahrenheit 9-11 zou de triomfantelijke satirische televisiemaker en auteur van Stupid White Men en Dude, Where’s My Country? zijn boze oog richten op het antwoord van president George W. Bush op de aanslagen in New York. ‘De basis van de film ligt in de vraag wat er is gebeurd met dit land sinds 11 september, en hoe de regering-Bush die tragische gebeurtenis heeft gebruikt om zijn eigen politieke agenda door te duwen’, aldus Moore. De familie Bush zou tot twee maanden voor 9/11 nog nauw contact hebben gehad met de Bin Ladens. Die hebben hun Amerikaanse soortgenoten – uit de geprivilegieerde, pseudo-aristocratische olieklasse – pakken financiële steun gegeven. De explosieve inhoud van de documentaire maakt nu al, nog voor de film uit is, brokken. Walt Disney Company heeft dochterbedrijf Miramax – tijdelijk? – verboden om Fahrenheit 9-11 te verdelen, omdat het vreest op de tenen te trappen van Jeb Bush, broer van en de gouverneur van Florida, en zo de gunstige belastingvoorwaarden die het bedrijf daar geniet te verliezen. Op Cannes blijft de documentaire wel op het programma staan.

Van Michael Moore echter de linkse hoop in bange dagen maken, is – daar hebben de conservatieve knorpotten gelijk in – te veel ernst op een hoopje gooien. Niet dat het algemene punt van Moores bijtende fuck-you-mentaries geen bestaansreden heeft of de strengste analyse niet weerstaat. Het is alleen zo dat Moore geen ‘documentaires’ maakt volgens de criteria waaraan ‘documentaires’ zouden moeten voldoen, althans niet in het prietpraatje dat we allemaal mooi op school hebben geleerd. Je mag niets ensceneren, je mag uitspraken niet uit zijn context rukken, je moet verschillende bronnen raadplegen, et cetera. Niks van, zegt Moore. Als ik zin heb – zo hoor je hem denken – om een maand lang een scène voor te bereiden waarin ik toon hoe je in een bank een rekening opent en er prompt een geweer bij krijgt, dan doe ik dat. Of het nu zo is dat je meestal tien dagen op de geweren moet wachten, en dat je die helemaal niet in de bank zelf maar in een andere stad bij een wapenhandelaar moet ophalen, dan doe ik de waarheid geen geweld aan. Ik drijf de zaken op de spits om een punt te maken, wat een gefrustreerde commentator van de rechtse pers ook moge beweren.

Rechts Amerika zit grondig verveeld met Moore, en dat is niet omdat hij een politiek ‘sterke’ of ‘eerlijke’ tegenstroming vertegenwoordigt – die wordt meestal gewoon genegeerd door rechts. Amerika is al lang voorbij het stadium van eerlijk debatteren, en dat heeft Moore als geen ander begrepen. Rechts-conservatieve commentatoren die nooit hun hand hebben omgedraaid voor een tendentieuze berichtgeving en aan overduidelijke desinformatie deden, worden nu gedwongen zich in allerlei bochten te wringen. Ze moeten nu, in hun analyses van wat Moore vertelt, zwaaien met termen als ‘waarheid’ en ‘correctheid van berichtgeving.’ En dat terwijl ze vroeger hun eenzijdige columns konden goedpraten met de stelling dat geen mens vandaag nog iets heeft aan verouderde linkse kritiek op grond van concepten als ‘waarheid’ of principes als ‘rechtvaardigheid’, ‘gelijkheid’ of ‘vredelievendheid’. Nu echter een satirische filmmaker uit het ‘linkse’ kamp zich van ‘slinkse’ technieken bedient om ‘de boodschap’ aan de man te brengen, zitten ze in de rechtse think tanks wel degelijk met de handen in het haar.

Ach ja, Moore wordt wel eens wat nors als men hem weer ondervraagt over zijn luxeflat in de Upper West Side van Manhattan, over de privé-school waar zijn dochter mocht gedijen, of over zijn drie Afro-Amerikaanse lijfwachten. Het is – zo zeuren de rechtse en ook wel linkse hardliners – een schril contrast met de werkelijkheid der werkende klasse, waarvan Moore zich volgens zijn critici al sinds Roger and Me de kampioen waant. Dat hij tonnen heeft verdiend aan Bowling for Columbine of Stupid White Men valt niet te ontkennen. Maar ‘hoezee!’ zou men bijna roepen, dat iemand met zulke scherpe, satirische creaties nog zoveel geld kan verdienen!

Jo Smets

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content