‘DE BIJBEL STAAT VOL GRIEZELVERHALEN’
Vergeet de hippe zombies en tiener-Dracula’s. Kate Mosse ontsluit in haar nieuwe verhalenbundel een vermolmde schatkist vol spookklassiekers. Ideaal huivervoer voor rond de flakkerende vuurkorf, terwijl allerlei fantomen net buiten de lichtkring hun opwachting maken – ‘Geesten verkiezen de duisternis, niet de felheid van het dagelijks leven. Hun hang naar rust kan als voorbeeld dienen.’
Hoop is de ergste aller plagen, Nietzsche wist het al, en toen een voicemailberichtje gewag maakte van ‘een mogelijk interview met Kate Moss, gelieve snel terug te bellen’ konden mijn door puberenthousiasme verlamde vingers niet vlug genoeg het antwoordnummer intoetsen. Het bleek een cadeau van Pandora zelve: niet het langbenige supermodel wilde me persoonlijk spreken, maar de Kate Mosse met -e, de befaamde Britse schrijfster. Wat glühwein en de ontgoocheling was doorgespoeld. Want: Kate Mosse! Oprichtster van de Orange Prize (tegenwoordig omgedoopt tot Women’s Prize for Fiction, maar niemand die dat onthoudt) en geridderd schrijfster van de Languedoc-trilogie, waarvan Het verloren labyrint de bekendste bestseller is. Mosse heeft net De bruidskist uit, een verzameling spookverhalen die zich uitermate goed leent om de jongere neefjes en nichtjes na de kerstboompluk de stuipen op het lijf te jagen. Mosse maakt de klassiek getinte gothic stories interessant door er telkens de folkloristische achtergrond bij aan te leveren en zo de oude orale overlevering van de vergetelheid te redden. Maar werd ze zelf ooit bezocht door Dickens’ Ghost of Christmas of ander ondood gespuis?
‘Jammer genoeg niet! Anderzijds voel ik vaak de aanwezigheid van het verleden wanneer ik door de bossen van Sussex wandel – elke ziel die me hier is voorgegaan heeft, hoe licht ook, een afdruk nagelaten in de geschiedenis. Het is de eeuwige vraag natuurlijk: is er leven na de dood en is de grens tussen wereld en schimmenrijk wel zo rigide? Mijn logische zelf is daar streng in: we beschikken slechts over één leven en daarom moeten we het nu leven, zo vol mogelijk. Daartegenover staat mijn emotie: ik vind het moeilijk om te aanvaarden dat al onze geliefden zomaar zouden verdwijnen. Ik troost me met de gedachte dat we de doden in ons hart en ons hoofd meedragen. Mijn grootste angst is dan ook een menselijke klassieker: mijn beminden te verliezen.’
Welk boek heeft je onlangs nog doen huiveren?
KATE MOSSE:Light Shining in the Forest van Paul Torday, over een seriemoordenaar met een lugubere interesse voor taxidermie.
Horror lijkt diepgeworteld in de Angelsaksische literatuur – Poe, King, Lovecraft. Heb je daar een verklaring voor?
MOSSE: In het algemeen zijn mensen graag bang. De Amerikaanse schrijfster Edith Wharton zei dat spookverhalen ons ‘de opwinding van een rilling’ bezorgen. Horror staat ons toe om op een veilige manier om te gaan met onze diepste angsten, ze onder ogen te zien – zonder dat er meteen een ijspriem in gestoken wordt. De westerse maatschappij is daarenboven ook nog eens sterk beïnvloed door het christendom, waarin de wederopstanding uit het graf toch een essentieel geloofspunt is. Tel daarbij de schuld-en-boetecultus en het idee dat onze zonden ons blijven achtervolgen tot er vergiffenis wordt geschonken en je hebt al een voedingsbodem voor talloze griezelverhalen. Nu ik erover nadenk: de Bijbel staat er vol mee.
Een wederkerend onderliggend thema in je verhalen is eenzaamheid, vaak tot op het punt dat zelfmoord een aantrekkelijke optie wordt.
MOSSE: Nu wil je weten of ik eenzaam ben? Was dat maar zo! Ik woon in een huishouden dat drie generaties herbergt, een beetje eenzaamheid zou soms welkom zijn. Ik hoef je natuurlijk niet te vertellen dat fictie niet per definitie autobiografisch is, maar eerder een oefening in verbeelding. Het ligt in de aard van griezelverhalen dat veel protagonisten eenzaam zijn – Poes Raven lijkt me daar een schoolvoorbeeld van. Rouw, verterende schuldgevoelens, wraakzucht om een verloren geliefde: het zijn dé redenen om een rusteloos ronddwalende geest te blijven, eerder dan vrede te nemen met het graf. Omgekeerd zijn het ook die redenen die ons levenden ontvankelijker maken voor de aanwezigheid van verloren zielen. Als je rouwt of eenzaam bent, ben je als het ware een open wonde en bijzonder gevoelig voor het onalledaagse. Hoe vaak niet denk je in de massa een pas overleden vriend te herkennen?’
Een deel van de verhalen speelt zich af in Zuid-Frankrijk. Wat is jouw French connection?
MOSSE: in 1989 hebben we een klein huisje gekocht in de schaduw van de middeleeuwse vestingmuren van Carcassonne, pal in Katharenland. Het is een zomerverblijf geworden waar ik mijn schrijverschap ten volle heb kunnen ontwikkelen: het landschap, de folklore, de alomtegenwoordige geschiedenis… In die zin is mijn Languedoc-trilogie een ode aan het zuidwesten van Frankrijk. En ja, natuurlijk heb ik dankbaar gebruikgemaakt van alle mysteries die de streek rijk is. Een van mijn boeken, De vergeten tombe, speelt zich deels af in Rennes-le-Chateau, het beruchte dorp waar de lokale priester, na het ontdekken van enkele manuscripten, rijk terugkeerde van Rome en voor zichzelf een kerk bouwde. Een kerk vol vreemde verwijzingen naar de duivel – ongeacht wat je van de mythe denkt, het is prachtig bronnenmateriaal. Met De bruidskist maak ik een omgekeerde beweging: voor het eerst is mijn thuisbasis Sussex nadrukkelijk aanwezig in de verhalen. Dat werd tijd.
Sinds kort heb je jezelf overgegeven aan het moderne schijnbestaan van Twitter en Facebook. Wilde je de boot niet missen?
MOSSE: Valt eraan te ontsnappen, is de vraag. Meestal wordt dan met een beschuldigende vinger in de richting van de pr-dienst van de uitgeverij gewezen – ‘zij dwingen je waarschijnlijk om hip te doen’ – maar het is eigenlijk een bijzonder makkelijke en vrijblijvende manier om met je lezerspubliek in contact te komen. Sociale media – het woord zegt het zelf – is een communicatievorm, net zoals pen en papier dat vroeger waren. En je kunt je afmelden als je ongestoord wilt werken. Dit gezegd zijnde: mijn werkcomputer heeft geen internet, evenmin als spelletjes trouwens. Afleiding is nefast voor een schrijver.
Een mens zou hunkeren naar de tijd dat pen en papier een gangbaar werkmiddel waren.
MOSSE: Oké jongeman, ik ben misschien voorbij de 50, maar ik stam niet uit het pre-industriële tijdperk. Wel heb ik, toen ik jong was, geleerd om foutloos te tikken. Op zo een oud mechanisch monster van een typemachine. Dat was toen een must als je als secretaresse aan de bak wilde komen, een job die ik in de late jaren zeventig uitoefende om mijn collegegeld bijeen te sprokkelen. Het is een zegen gebleken: ik kan even snel typen als denken. Met de hand schrijven, dat is voor mij pas een verschrikking: zo traag. En ik hou van de mogelijkheden die een computer me biedt: ik kan hele blokken tekst verplaatsen, reviseren en herordenen zonder de hele zwik te moeten overtikken. Voor mij is een computer het verlengstuk van mijn creatieve geest.
DE BRUIDSKIST EN ANDERE VERHALEN
Uit bij Van Holkema & Warendorf.
DOOR RODERIK SIX
Kate Mosse ‘MIJN GROOTSTE ANGST IS EEN MENSELIJKE KLASSIEKER: MIJN BEMINDEN TE VERLIEZEN.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier