Aan The Last Waltz kan niemand tippen, maar enkele andere rockfilms doen toch op zijn minst een verdienstelijke poging. Een chronologisch overzicht.
Don’t Look Back (D.A. Pennebaker, 1968)
Pennebakers nerveuze camera zit een jonge Dylan op de huid tijdens zijn toer door lusteloos Engeland in 1965, waar Joan Baez and Donovan zijn pad kruisen. Pennebaker zou een jaar later nog eens uithalen met Monterey Pop, het relaas van de love-in uit 1967, waar The Mamas and the Papas, Canned Heat, Simon and Garfunkel, Jefferson Airplane en natuurlijk Jimi Hendrix speelden, wiens onwaarschijnlijke optreden later apart en langer door Pennebaker zou worden gemonteerd tot Jimi Plays Monterey (1986).
Woodstock (Michael Wadleigh, 1970)
Wadleigh verwerkte (onder meer samen met piepjong monteur Martin Scorsese) driehonderd uren verslag van liefde, vrede, muziek en maatschappelijke omwenteling tot een drie uur lange, historische docu (die destijds met veertig minuten werd ingekort). Crosby, Stills & Nash, Canned Heat, The Who, Joe Cocker, Joan Baez, Sly and the Family Stone en Ten Years After zorgen voor haast mythische ogenblikken.
Stop Making Sense (Jonathan Demme, 1984)
Na Woodstock was er uiteraard Gimme Shelter (in dit blad al uitvoerig beschreven) en The Last Waltz, terwijl Groot-Brittannië veeleer schuchtere 16mm-pogingen kende met Pink Floyd: Live at Pompeii (Adrian Maben, 1972) en Bowies Ziggy Stardust and the Spiders from Mars (D.A. Pennebaker, 1973). De sprong naar de jaren tachtig wordt legendarisch met Demmes verslag van drie nachten Talking Heads in het Hollywood Pantages Theater. David Byrne gaf het concept, Demme en cameraman Jordan Cronenweth zorgden voor een gestage klim naar een muzikale explosie in Burning Down the House.
Rattle & Hum (Phil Joanou, 1988)
Videoclipmaker en filmregisseur Joanou ( Final Analysis) koos voor zwart-wit om U2’s The Joshua Tree-toer van 1987-88 door de VS te verslaan, een zorgvuldige mix van momenten backstage met hoogtepunten uit concerten van een groep op een van zijn vele hoogtepunten. De lads doen ook een soort uitdrijving van Charles Mansons boze geest in het Beatles-nummer Helter Skelter.
Truth or Dare (Alek Keshishian, 1991)
Een berekende kijk achter de schermen van Madonna’s Blonde Ambition-toer, door criticus Roger Ebert beschreven als ‘een geautoriseerde invasie van privacy’. Deels een afspiegeling van Pennebakers Don’t Look Back, wisselt de film zwartwitopnamen van het offstage leven af met kleurenbeelden van de concerten. Een soort begrafenis ook van de rock, aan de vooravond van de digitale revolutie.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier