Elke zondag, 22.50 – 2BE
Een van de grotere nachtmerries van de gemiddelde vrouw is wakker worden in de opgewonden fantasiewereld van opgeschoten puberjongens. Meestal is het makkelijk dat universum van borsten zo groot als zeppelins te vermijden, maar soms komt het onverwacht en opdringerig dichtbij. Tegenwoordig is er op zondagavond op 2BE zoiets als De Andy Show, en qua mislukt puberaal fantasiekabinet kan dat wel tellen. Vrouwen zijn er geen vrouwen, maar ofwel cyberchics ofwel ex-postergirls. Mannen zijn er allemaal makkers, maten of venten, die lachen met grappen waarvan de humor een vrouw meestal ontgaat. Adriaan Van den Hoof – toch al zo’n 36 lentes jong – springt er joelend van het podium, over de praathoek, naar de toog, opgewonden als een vijftienjarige die zijn eerste condoom koopt. Fijn voor die vijftienjarige, maar een mens wil dat niet live meemaken.
In de eerste aflevering slaagde megamacho Axel Daeseleire erin te beweren dat het leed en het ongeluk van de sekswerksters in Thailand toch wreed overdreven is. We mogen er niet met een westerse bril naar kijken. Het is een deel van hun cultuur – trouwens: betalen we niet netjes vooraf voor het kwakje dat we op niet nader genoemde plaatsen achterlaten? Voor alle duidelijkheid: Axel deed veldonderzoek in Thailand voor de nieuwe reeks van Matroesjka’s. Iets waar hij blijkbaar prima in slaagde. Even later mocht Adriaans persoonlijke rukicoon Samantha Fox in de sofa plaatsnemen. Ooit hing ze geil te wezen boven het bed van Adriaan en bezorgde ze hem heerlijk ontspannen dromen, waarvan ik vooral de inhoud niet wil weten. Er is niet alleen het recht op privacy, soms is er ook de plicht tot privacy. Die liet Adriaan echter volledig aan zich voorbijgaan. Na een verplicht nummertje over haar muziek, toverde hij via zijn cyberchic zijn persoonlijke verzameling naakten van Samantha Fox tevoorschijn. Sammy – wat verouderd en opgepoetst – voorzag ze graag van commentaar. ‘Hier was ik zestien, hier zeventien, hier achttien en kijk, hier heb ik een tennisraket in mijn gat.’
Ondertussen dook er in het publiek een of andere Andy-vriend op die de behoefte voelde allerlei vreemde voorwerpen op zijn kin te balanceren. Zijn droom was – hoe raadt u het – de dikke billen van een vrouw op zijn kin te voelen; in afwachting daarvan plantte hij er een fiets, een kruiwagen en een parasol op. Een mens moet ergens beginnen als hij zestien is, weinig beharing heeft en een heroïsch gevecht tegen mee-eters voert. Hoe ver kun je gaan in het verkopen van je ziel, vroeg ik me zonder duidelijke reden af. Ver, zo bleek toen Adriaan zonder verpinken huissponsor Eristoff aanprees en in dezelfde met alcohol doordrenkte adem de jeugd opriep hun overtollige zaad in het Gentse labo van dokter Guy te deponeren. Ik denk dat ze daar collectief om moesten lachen, maar het kan zijn dat ik dat niet goed gezien heb.
Voor de arme spaarder heb ik alle begrip, maar iets als De Andy Show mag van mij gerust crashen zoals een beurs nooit eerder crashte. Het programma vormt het meer dan levendige bewijs dat goede televisie maken verder gaat dan een goed idee, dat het absoluut moeilijk is en dat multitalenten – tot wie ik Adriaan Van den Hoof nog steeds reken – op het scherm dreigen te verschrompelen als mannelijkheid in ijskoud water. Puberale fantasieën en nostalgische trips naar het land uwer jeugd zijn zeer onderhoudend op vrijgezellenavonden of onder mannen op café, maar val me er niet mee lastig op tv. Ik weet dat het aangeraden wordt vooral jezelf te blijven op televisie. Soms is het betereen beetje minder jezelf te zijn. Of je op z’n minst te omringen met echte Andy-vrienden die durven te zeggen: ‘Adriaan, datziet er misschien goed uit in je hoofd, maarop televisie lijkt het nergens naar.’
Tine Hens
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier