Daydream Nation
Van Vietnam tot de Twin Towers, van The Doors tot Sonic Youth: Johan Harstad propt een hele brok Amerikaanse geschiedenis in zijn lijvige roman over drie kunstvrienden op zoek naar een plek die ze thuis kunnen noemen.
De jonge Max brengt zorgeloze vakantiedagen door in Stavanger. Samen met zijn vriendjes oorlogje spelen op een braakliggend terrein, met één oor luisteren naar de dichterbij sluipende Vietcong, het andere alert voor de ‘Etenstijd!’ roepende moeder. Hij kent ze allemaal vanbuiten, de Vietnamfilms, van Born on the 4th of July tot Full Metal Jacket, maar Apocalypse Now steekt erbovenuit. Die film zal hij zijn hele leven meedragen.
Voor vakantieblues heeft Max geen tijd. Terwijl zijn kameraden hun benen weer onder de lessenaar schuiven, emigreert hij samen met zijn zus en ouders naar Amerika – zijn vader is piloot en internationale vluchten verdienen beter.
Aanvankelijk is het balen, een nieuw land, een nieuwe school en een vader die almaar vaker uit beeld verdwijnt, maar gelukkig ontmoet hij Mordecai, een Joodse jongen die worstelt met zijn ontluikende homoseksualiteit. Wat hen bindt: die ene film van Francis Ford Coppola, en Mischa, de jonge kunstenares op wie Max stapelverliefd wordt. Terwijl zij schildert, raken Max en Mordecai in de ban van het theater. Max zal regisseur worden, Mordecai een gevierd acteur.
En dan is er nog de geheimzinnige oom Owen, die jaren geleden uit Noorwegen vluchtte en, in de hoop een greencard te krijgen, naar Vietnam vertrok voor zijn tour of duty. Eigenlijk had hij jazzpianist willen worden, maar het ontbrak hem aan improvisatietalent. Later raakte hij op miraculeuze wijze aan een groot appartement in de Upper West Side en kon hij als pianobouwer aan de slag in een fabriek. Nog later vervoegen Max en Mischa hem in New York. Max’ producties lokken vooralsnog geen volk, maar Mischa’s hyperrealistische schilderijen worden een hype in de kunstscene – wie had ooit gedacht dat Kim Gordon haar galerie zou binnenstappen om een doek te kopen waar godbetert een wasmachine op afgebeeld staat? Mordecai heeft het moeilijker en moet in LA aan de bak, de stad waar iedereen ober/ acteur is en waar openlijke homoseksualiteit zijn kansen op grote rollen danig doet slinken.
Op dat punt opent Johan Harstad zijn roman. Max is op tournee met Better Worlds through Weyland-Yutani, een succesproductie die het kapitalisme op de korrel neemt via een thema dat hij uit Alien oppikte: hoe reageert de raad van bestuur als een van zijn ruimteschepen een levensgevaarlijke maar potentieel winstgevende xenomorph ontdekt? Het is een van de vele pientere ideeën die Harstads deurstopper van een roman boeiend maken. Max’ theaterproducties zijn slim ingebed in de tijdsgeest en Mischa’s schilderijen van 9/11-puin zorgen voor de nodige controverse. Zo loodst Harstad je door de Amerikaanse geschiedenis zonder essayistisch te worden en via de fictie van Apocalypse Now kan hij iets vertellen over het oorlogstrauma van Vietnam zonder alle platgetreden paden nog eens te bewandelen.
Daarvoor moet hij wel een beroep doen op goede lezerswil. Af en toe stapt hij wel heel luchtig over de oorlogsgruwel heen en ook de toevalligheden stapelen zich soms iets te hoog op. Veel strijd hoeven Max en Mischa niet te voeren: succes is instant, geld komt uit de lucht gevallen, luxeappartementen blijken spotgoedkoop te zijn. Ook verhaaltechnisch laat hij soms steken vallen: het is een compleet raadsel waarom hij Max een zus heeft gegeven, Ulrikke – naar Ulrike Meinhof – want ze komt in die twaalfhonderd pagina’s amper voor; de episode over Owen in Australië bungelt er maar losjes bij en wat Mordecai in Boedapest uitvreet, komen we niet te weten.
Maar die euvels bederven het leesplezier niet, zo verslavend zijn de avonturen van Max en Mischa wel. Het lijkt erop dat Harstad het ideale zomerboek heeft afgeleverd.
Max, Mischa & het Tet-offensief ***
Johan Harstad, Podium (oorspronkelijke titel: Max, Mischa & Tetoffensiven), 1230 blz., ? 29,99.
Roderik Six
Centrale zin De dag begint.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier